Waarom zij vinden dat Keti Koti een vrije dag moet zijn: 'Gedeelde geschiedenis'

Het is vandaag 1 juli en dat betekent dat het voor heel veel mensen een feestdag is. Keti Koti (gebroken ketenen), de dag dat wordt stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij, wordt in Nederland breed gevierd, maar officieel is het geen feestdag. En dus nemen veel mensen ieder jaar zelf maar een vrije dag op. "Omdat we stil moeten staan bij ons verleden en wat voor invloed het heeft op het heden."
Voor de Haagse Rudy van der Beek is vandaag een bijzondere dag. Hij viert ieder jaar Keti Koti, maar als één van de initiatiefnemers van het gisteren onthulde Slavernijmonument in Den Haag is deze editie extra speciaal. "Voor het eerst hebben we in Den Haag zelf een plek om stil te staan bij het slavernijverleden van Nederland. Hier is hard voor gestreden."
Rudy, in het dagelijks leven werkzaam in de cybersecurity, zet zich al jaren in voor meer erkenning van het Nederlandse en Haagse slavernijverleden. "We staan daar niet vaak bij stil", zegt Rudy. "Terwijl het een flinke doorwerking heeft op de mensen die daar slachtoffer van zijn geweest, de nazaten daarvan en ook onze maatschappij zelf. Voor mij is Keti Koti niet alleen van een individueel, maar ook een gemeenschappelijk belang."
'Den Haag speelde grote rol'
Daarom heeft Rudy vandaag een vrije dag opgenomen. "Ik werk bij een internationaal bedrijf. We zijn flexibel in het opnemen van onze vrije dagen. Ik heb een andere feestdag kunnen inwisselen om vandaag vrij te zijn. Het is werkbaar, maar ik ben echt van mening dat we moeten toegroeien naar een situatie waarin we allemaal vrij zijn in Nederland op 1 juli. Keti Koti is niet alleen Surinaamse geschiedenis. Het is zeker óók Nederlandse geschiedenis."
Rudy wijst ook op de rol van Den Haag als stad in de slavernij. "Die is niet klein hoor. De slavernij is letterlijk begonnen en geëindigd in Den Haag door middel van een handtekening. Juist daarom is die erkenning zo belangrijk. Ik hoop dat in de toekomst Keti Koti een nationale feestdag is, waarbij mijn kinderen en kleinkinderen meemaken dat het op een hele waardige manier wordt gevierd. Dat er genoeg keus is om op meerdere plekken in het land festiviteiten te bezoeken. En dat we meer kunnen spreken over de oplossingen, in plaats van aankaarten dat iets een probleem is."
In Nederland is er lange tijd weinig tot geen aandacht geweest voor Keti Koti. Toen de slavernij in de vorige eeuw 100 jaar geleden was afgeschaft, was hier in Nederland daar nauwelijks iets van te merken. In 2002 werd in Amsterdam het Nationaal Monument Slavernijverleden onthuld.
Sindsdien vindt daar ieder jaar op 30 juni de Nationale Herdenking plaats. Vanaf toen groeide ook Keti Koti, op 1 juli, langzaam maar zeker. Al is het pas de laatste jaren, zeker ook vanwege de officiële excuses van de Nederlandse staat voor het slavernijverleden, dat die aandacht echt groeit.
'Nederland is divers'
Ook Hacer Karadeniz neemt ieder jaar op 1 juli vrij. Zij is in het dagelijks leven vakbondsbestuurder bij FNV en voor haar is Keti Koti erg belangrijk. "Ook dit is Nederland. En ik wil daar op een dag als vandaag en de dagen voor Keti Koti extra bij stilstaan. En dan niet alleen bij het verleden, maar ook bij het heden. Wat de doorwerking is van de slavernij vandaag de dag."
"Veel bedrijven zeggen dat ze diversiteit en inclusie erg belangrijk vinden", benoemt Hacer. "Nou, laat het dan maar zien. Het is makkelijk om tijdens pride te laten zien dat je voor lhbtqi+-rechten bent, veel bedrijven doen dat tegenwoordig ook omdat het er een beetje bij lijkt te horen. Sommigen zijn niet eens intrinsiek gemotiveerd. Maar door je werknemers vrij te geven op 1 juli, geef je ook aan dat je deze groep Nederlanders hoort en hun verhaal erkent. We zijn een divers land, Nederland is geen homogene groep. Niet alleen voor deze groep mensen is dit van belang, maar ook als land als geheel."

Hacer benoemt: "We hebben het over de afschaffing van de slavernij. Dat is niet iets kleins. Slavernij kan alleen bestaan in een wereld waarin mensen het onderling eens zijn dat de ene persoon minder waard is dan de ander. Dat is ontzettend actueel, denk alleen al wat er gebeurt in Palestina. Ondanks dat in Nederland de slavernij officieel is afgeschaft, moeten we niet doen alsof het niet meer bestaat. Veel kleding wordt ook nog steeds gemaakt in landen waar sprake is van moderne slavernij."
Hacer wil op en rond Keti Koti het gesprek aangaan met anderen. "Ik ben geen nazaat van tot slaaf gemaakten, ik kan niet spreken namens deze groep, maar ik weet wel dat deze dag belangrijk is voor velen. Dus ik probeer er wel iets van te begrijpen. Het ideaalbeeld is voor mij dat we Keti Koti net zo kunnen vormgeven als dat we rond 4 en 5 mei doen. Dat we de week ervoor er al veel aandacht voor hebben. Dat we als land gedenken en feestvieren. En heel belangrijk: ook echt lering trekken uit ons nationale verleden."
Wie beslist wanneer we vrije dagen hebben?
De Nederlandse overheid bepaalt per wet wat officiële feestdagen zijn en wat niet. De Tweede Kamer kan stemmen over wetsvoorstellen hierover of deze zelf indienen. In het geval van Keti Koti wordt dit momenteel ook geprobeerd door onder meer de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. De vraag is of dit voorstel op een meerderheid kan rekenen.
Zelfs als een wetsvoorstel een meerderheid behaalt en de overheid een dag, in dit geval Keti Koti, tot nationale feestdag verklaart, betekent dit nog niet automatisch dat het ook een vrije dag oplevert. Daarover gaan werkgevers vervolgens in cao-onderhandelingen. In de praktijk zie je wel dat werkgevers vaak nationale feestdagen vrijaf geven.
Precies twee jaar terug bood koning Willem-Alexander namens de Nederlandse staat excuses aan voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden. Dat zie je in onderstaande video: