Wanneer mag de politie schieten op een verdachte? 'Voor iedere agent indringend'

Capelle aan den IJssel is in shock nadat daar gisteren een 15-jarige jongen door de politie bij een McDonald's-filiaal werd doodgeschoten. Veel mensen vragen zich af of de politie, die was afgekomen op de melding van een gewapende beroving van een fatbike, niet anders had kunnen handelen. Wanneer mag de politie vuurwapengeweld gebruiken?
Volgens de politie had de jongen een wapen op zak. Omdat hij gezien was met een vuurwapen, werd een zogeheten BTGP uitgevoerd, een benaderingstechniek die agenten inzetten bij het benaderen van een vuurwapengevaarlijke verdachte. De verdachte sloeg op de vlucht en werd vervolgens meerdere keren gewaarschuwd, waarna de politie schoot. De jongen overleed ter plaatse.
Op internet verschenen beelden van het moment waarop een politieman het vuur op de vluchtende verdachte opende.
Dat moment zie je hieronder:
Agenten mogen in bepaalde gevallen vuurwapengeweld gebruiken. De voorwaarden waaronder dat mag, zijn opgenomen in de politiewet en in de 'ambtsinstructie', legt politiewetenschapper Jaap Timmer uit. "Zo mag een agent een vuurwapen gebruiken in het geval waarbij een verdachte van een ernstig geweldsmisdrijf of een vuurwapengevaarlijke verdachte zich onttrekt aan een aanhouding, of wanneer er gevaar dreigt voor anderen. Ook noodweer is een situatie waarin een agent zijn dienstwapen ter hand mag nemen."
Ook Timmer heeft de beelden van gisteren voorbij zien komen. Hij benadrukt de details van het incident bij de McDonald's niet te kennen. "De agenten wisten dat zij afkwamen op een melding van een beroving met een vuurwapen. Zij hebben dus de tijd gehad om te bepalen hoe zij de situatie in zouden gaan en welke middelen er gebruikt zouden worden. Het ging om een horecagelegenheid waar op dat moment mensen aanwezig waren en dus mogelijk sprake was voor gevaar van anderen."
Volgens Timmer staat buiten kijf dat het gebruik van het dienstwapen een indringende gebeurtenis is voor iedere agent. "Geen agent staat 's ochtends op met het idee om iemand dodelijk te verwonden. De beslissing om uiteindelijk te schieten is nooit een piece of cake."
Proportioneel en subsidiair
Een agent wordt goed getraind in het maken van de afweging om het vuurwapen te gebruiken, aldus Timmer. Daarin wordt gebruik gemaakt van de termen 'proportioneel' en 'subsidiair'. Proportionaliteit betekent dat de mate van geweld in verhouding moet staan tot de ernst van de situatie. Subsidiariteit betekent dat de politie eerst de minst ingrijpende middelen moet inzetten om haar doel te bereiken.
"Agenten moeten dus altijd de lichtste optie kiezen die effectief is en het geweld mag niet meer dan strikt noodzakelijk zijn", zegt Timmer. Maar daarin kan sprake zijn van een escalerende schaal. "Wanneer geen gehoor wordt gegeven aan bepaalde waarschuwingen of instructies, kan de politie genoodzaakt zijn om het dienstwapen te gebruiken. Eerst om te dreigen, maar in sommige situaties ook om te schieten."
Volgens Timmer worden agenten getraind om ter aanhouding op het onderlichaam en de benen te richten. Daarmee is de kans op dodelijk letsel het kleinst. "Maar ook in de benen en in de onderbuik lopen slagaders die geraakt kunnen worden, met de dood tot gevolg."
Daarnaast is het gericht schieten op onderlichaam en benen volgens de politiewetenschapper niet altijd even makkelijk. "Een training op de schietbaan is heel anders dan het echte werk. Op de schietbaan drink je misschien een kopje koffie met collega's, je maakt een praatje en gaat de baan op om te oefenen. Die situatie is heel anders dan die op straat waar veel spanning bij komt kijken en agenten snel moeten handelen", aldus Timmer. Vaak oefenen agenten volgens de wetenschapper daarbij op stilstaande objecten.
"Je hebt te maken met een 9-millimeterkogel die je vanaf een afstand afvuurt. Dan kan een paar centimeter naar links of naar rechts een enorm verschil maken. Dat is al moeilijk met een stilstaand object, laat staan wanneer je een vluchtende verdachte achtervolgt."
Ook op omstanders maakte het schietindicent veel indruk:

