Vrouw (26) verdacht van moord op vriend, 'wilde het op suïcide laten lijken'

Een overdosis MDMA werd een 34-jarige man uit Assen afgelopen januari fataal. Hoewel de politie in eerste instantie uitging van een natuurlijke dood, was er ook argwaan rond de dood van de man. Onderzoek leidde uiteindelijk naar de 26-jarige Esmée D., die wordt verdacht van moord op haar partner.
Zij zou volgens het Openbaar Ministerie (OM) de man 'toxische middelen' hebben toegediend. De man werd op 20 januari in zijn bed gevonden. Volgens het OM zou hij al vijf dagen eerder zijn overleden. Op zijn telefoon was een afscheidsbrief te vinden die niet hij, maar D. zou hebben geschreven om het te laten lijken op zelfmoord.
In de maanden na zijn dood werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de omstandigheden rond het overlijden. Dat leidde uiteindelijk tot de arrestatie van D. op 10 juli, een half jaar na het overlijden van de man.
Toxische middelen
D. zou volgens het OM haar vriend een combinatie van MDMA en de designerdrug flubromazepam hebben toegediend. De designerdrug zorgt ervoor dat mensen minder angst ervaren en sneller in slaap vallen.
"Ze heeft daarna iedereen op het verkeerde been proberen te zetten met een suïcidescenario", zei de officier van justitie. D. heeft bij de politie verklaard dat ze de afscheidsbrief niet heeft geschreven, maar wel zelf op de telefoon van haar vriend had gevonden. De brief zou op 15 januari, vijf dagen voor het slachtoffer werd gevonden, zijn geschreven. Op die dag zag D. het slachtoffer naar eigen zeggen voor het laatst.
De verdachte was vandaag zelf niet aanwezig in de rechtbank in Assen. Haar advocaat was er wel en zei dat de vrouw de moord ontkent. Verder waren veel nabestaanden van het slachtoffer in de rechtbank aanwezig.
Berichten gewist
De politie merkte tijdens het verhoor op dat de verdachte geen emoties toonde. Ook werd opgemerkt dat er geen recente WhatsAppberichten in de telefoon van het slachtoffer zaten. D. zei daarover dat hij nauwelijks berichten stuurde, maar uit politieonderzoek bleek het tegendeel. De verdachte zou op 20 januari maar liefst 2974 berichten hebben gewist over het laatste half jaar.
Onderzoek naar de telefoon van D. leidde de politie naar een drugsdealer en een tussenpersoon in Enschede. Beiden bekenden de drugs aan D. te hebben verkocht.
De zitting in de rechtbank van vandaag was een inleidende zitting. De zaak werd dus nog niet inhoudelijk behandeld. De eerstvolgende zitting is op 8 januari.

