Half miljard boete voor farmaciereus J&J vanwege pijnstillercrisis
Farmacieconcern Johnson & Johnson is medeverantwoordelijk voor de pijnstillercrisis in de Verenigde Staten en krijgt daarvoor een boete van 572 miljoen dollar (ruim 515 miljoen euro).
Dat heeft een Amerikaanse rechter bepaald. J&J, een van de grootste medische en farmaceutische bedrijven ter wereld, kondigde direct aan in beroep te gaan tegen de uitspraak. Het concern ontkent iets verkeerd te hebben gedaan en noemt de opiatencrisis een 'complex sociaal probleem'.
17 miljard geëist
De boete is veel lager dan de eis van ruim 17 miljard dollar (15,3 miljard euro) van openbaar aanklager Mike Hunter van Oklahoma. Die vindt dat het bedrijf de markt heeft overspoeld met krachtige pijnstillers en daarmee een openbare crisis veroorzaakte.
Sinds 2000 zijn al honderdduizenden Amerikanen overleden aan overdoses van pijnstillers. Daarvan waren er ongeveer 6000 in Oklahoma, melden de aanklagers.
Verslaving voorkomen
De aanklagers bereikten eerder al dit jaar schikkingen rond de opiatenkwestie met twee andere farmaceuten, Purdue Pharma en Teva Pharmaceuticals. Toen ging het om respectievelijk 270 miljoen en 85 miljoen dollar.
De staat Oklahoma wil met het geld de komende dertig jaar actie ondernemen tegen de opiatencrisis door programma's voor behandeling en voorkoming van verslaving.
Ook elders in de VS spelen duizenden vergelijkbare rechtszaken tegen farmaceuten.