De wonden van 'Bloody Sunday' zijn in Noord-Ierland nog altijd niet geheeld
Veertien mensen worden doodgeschoten, veertien anderen raken gewond. Het is 30 januari 1972 als het Britse leger het vuur opent op ongewapende demonstranten in het Noord-Ierse Londonderry. De dag komt later bekend te staan als 'Bloody Sunday' en wordt zelfs bezongen door U2. Vijftig jaar later zijn de spanningen in Noord-Ierland nog altijd voelbaar, vertelt correspondent Anne Saenen.
'Bloody Sunday' is een van de donkerste dagen uit de geschiedenis van Noord-Ierland. Het drama vond plaats in de beginjaren van 'The Troubles', de benaming voor het conflict dat Noord-Ierland tussen 1968 en 1998 in zijn greep hield.
Op die 30 januari in 1972 gingen vijftienduizend katholieke Noord-Ieren de straat op voor een protestmars, een verbod op demonstraties. Toen Britse militairen een deel van hun route blokkeerden, begonnen sommige demonstranten uit woede met stenen naar de soldaten te gooien.
'The Troubles'
Voor 1919 was Ierland één eiland en hoorde het als kolonie in z'n geheel bij het Verenigd Koninkrijk. Maar na een oorlog in de jaren 20 van de vorige eeuw wisten de katholieke Ieren zich na een eeuwenlange onderdrukking af te scheiden van de protestantse Britten. Met dank aan de IRA (Irish Republican Army).
Alleen het deel van Ierland waar de katholieken in de minderheid waren, bleef onderdeel van het Verenigd Koninkrijk: dat gebied kennen we nu nog steeds als Noord-Ierland. Na de oorlog in de jaren 20 werden de katholieken in Noord-Ierland alleen nog maar verder onderdrukt.
Het leidde tot het uitbreken van een burgeroorlog in 1968 met aan de éne kant de protestantse loyalisten (die bij het Verenigd Koninkrijk wilden blijven) en aan de andere kant de katholieke nationalisten (die zich bij Ierland wilden aansluiten). Het Britse leger stuurde soldaten om de loyalisten te ondersteunen, de IRA voerde strijd voor de nationalisten.
Vanwege de grote onrust kregen de soldaten de opdracht mensen te arresteren, maar de situatie escaleerde volledig. Militairen openden het vuur op de ongewapende demonstranten. Dertien van hen kwamen daarbij om het leven, een persoon overleed maanden later aan zijn verwondingen.
Bloody Sunday in Roermond
De strijd om Noord-Ierland verplaatste zich ook naar het vasteland van Europa. In de jaren 90 pleegde de IRA aanslagen in België, Duitsland en ook in Nederland. In 1990 werden twee jonge Australische toeristen midden op de markt van Roermond doodgeschoten. Een vergismoord: IRA-soldaten dachten dat het Britse militairen waren. De daders zijn nooit veroordeeld.
Over het mysterie van Bloody Sunday in Roermond is door de VPRO recent een podcast gemaakt.
Britse excuses
In 1998 kwam er einde aan de 'Troubles' dankzij het goedevrijdag-akkoord. Daarin werd afgesproken dat Noord-Ierland onderdeel bleef van het Verenigd Koninkrijk, maar ook zelfbestuur kreeg. In datzelfde jaar kwam er een groot Brits onderzoek naar de misstanden van 'Bloody Sunday'.
De Britten beweerden altijd onschuldig te zijn, maar de conclusies van het onderzoek dat in 2010 werd gepubliceerd zijn vernietigend. De demonstranten vormden geen enkele bedreiging voor de soldaten en er werd zonder waarschuwing op hen geschoten. Toenmalig premier David Cameron bood daarom officieel zijn excuses aan voor de acties van het Britse leger tijdens 'Bloody Sunday'.
Van Bloody Sunday naar Brexit
Excuses of niet, de oude wonden van Noord-Ierland zijn nog altijd niet geheeld, vertelt onze correspondent Anne Saenen.
Saenen: ''Dat is weer duidelijk geworden tijdens de Brexit-onderhandelingen. Rellen en geweld laaien weer op nu de open grens tussen Ierland en Noord-Ierland in het geding komt.''
De Brexit heeft alles op scherp gezet in Noord-Ierland. Hoe zit dat precies? Noord-Ierland is onderdeel van het Verenigd Koninkrijk en na de Brexit dus geen lid meer van de Europese Unie. Maar het onafhankelijke Ierland is dat nog wél. Wat is nu het probleem: tussen een EU-land en een niet-EU land moet eigenlijk een harde grens met controles zijn op wat er allemaal binnenkomt in de EU.
Maar een harde grens, daar zaten de katholieke Noord-Ieren (die zich verbonden voelen met Ierland) helemaal niet op te wachten. Uit angst voor nieuwe conflicten is er daarom een uitzondering gemaakt: een grens op zee tussen Noord-Ierland en de rest van het VK waar goederen kunnen worden gecontroleerd.
Eind goed, al goed? Nee - nu zijn de protestantse Noord-Ieren (die bij het VK willen blijven) boos. Zij vrezen dat Noord-Ierland met de zeegrens nu uit het zicht van de rest van het Verenigd Koninkrijk verdwijnt.
Daarbij bestaat de reële angst dat de katholieke Noord-Ieren dit moment aangrijpen om te azen op een hereniging met Ierland. Het is niet ondenkbaar dat over die vraag nog dit jaar een referendum wordt uitgeschreven.
Noord-Ierse identiteitscrisis
Volgens onze correspondent staan beide bevolkingsgroepen dus ook anno 2022 nog tegenover elkaar.
Saenen: ''De verdeeldheid is gewoon nog groot. Zo staan er in bepaalde delen van Belfast nog steeds hoge muren tussen wijken zodat er geen stenen heen en weer gegooid kunnen worden. In sommige protestantse straten kun je je als katholiek niet laten zien, en andersom.''
Toch verwacht onze correspondent niet dat de Noord-Ierse verdeeldheid opnieuw tot een geweldsgolf zal leiden.
''De spanningen zijn nog altijd voelbaar in Noord-Ierland. Maar zoveel geweld als er tijdens de 'Troubles' was, is er niet meer. Het zijn nu voornamelijk kleine, radicale groeperingen die voor onrust en geweld zorgen. Veruit de meeste Noord-Ieren willen het verleden achter zich laten en in vrede samenleven."