Zij strijden voor alle jezidi-slachtoffers van IS: 'Er bestaat geen gepaste straf'
De jezidi's werden op gruwelijke wijze slachtoffer van misdaden door terreurgroep IS. Ruim acht jaar later staat een Nederlandse vrouw die zich aansloot bij IS terecht voor het tot slaaf maken van een jezidi-vrouw. "Zij hebben alles met hun eigen ogen gezien."
De Nederlandse verdachte, Hasna A. uit Hengelo, is een van de twaalf vrouwen die verdacht worden van deelname aan terroristische misdrijven als vermoedelijke leden van IS. Zij werden vorig jaar samen met hun 28 kinderen door Nederland teruggehaald uit een gevangenenkamp in Syrië.
IS-terroristen stormden op 3 augustus 2014 de Sinjar-regio in het noorden van Irak binnen. De jezidi's, die een etnische en religieuze minderheid vormen in het gebied, sloegen op de vlucht het Sinjargebergte in.
Moord en verkrachting
Duizenden van hen konden niet ontkomen. Zij werden vermoord of – in het geval van veel vrouwen en meisjes – meegenomen naar IS-gebied en daar vastgehouden, tot seksslaaf gemaakt en verkracht. De jongens werden gedwongen om mee te vechten met IS. In de bergen, waar veel van de jezidi's naartoe waren gevlucht, stierven mensen door uitdroging, honger of een gebrek aan medicijnen. De beelden ervan zorgden ervoor dat de internationale strijd tegen IS op gang kwam.
De massamoord en deportatie van de jezidi's zijn nadien erkend als genocide en misdaden tegen de menselijkheid door de VN, de EU en de Nederlandse Tweede Kamer. Dat er nu ook iemand in Nederland berecht wordt voor een misdrijf tegen de jezidi's, is voor het eerst.
'Belangrijke dag'
"Een belangrijke dag voor de jezidi's en alle slachtoffers van IS", zegt Wahhab Hassoo, oprichter van de stichting NL helpt Yezidi's. De stichting van zo'n twintig vrijwilligers biedt noodhulp aan ontheemden in de regio en ondersteunt vluchtelingen. Hassoo: "Deze rechtszaak laat zien dat Nederland zich, net als andere Europese landen, hard maakt voor de rechten van deze mensen."
De 27-jarige Hassoo, geboren in Irak en anderhalf jaar voor de genocide gevlucht naar Nederland, volgt de rechtszaak op de voet en is aanwezig bij de zittingen die vandaag van start gaan. Hij hoopt vooral dat het Openbaar Ministerie doorgaat met het zoeken naar bewijsmateriaal van de misdaden die zijn gepleegd tegen de jezidi's.
"Dit is een gemeenschap die echt kapot is gemaakt", zegt Hassoo. "Diegenen die het hebben overleefd zijn getraumatiseerd, durven zich niet te identificeren als jezidi en wantrouwen andere mensen. Voor mij en mijn familie bestaat er geen gepaste straf voor iemand die anderen tot slaaf heeft gemaakt. Of kinderen heeft vermoord."
In München werd in 2021 een Duitse IS-bruid veroordeeld tot tien jaar cel voor onder meer deelname aan een terroristische organisatie en de dood van een 5-jarig jezidi-meisje. Het slachtoffer stierf in Irak van de dorst in de brandende zon.
Angstige tijd
Hoewel officiële cijfers ontbreken, wordt geschat dat zo'n 10.000 jezidi's naar Nederland zijn gevlucht. Een van hen is de 26-jarige Dalal Ghanim, die eind 2013 met haar vader en moeder werd herenigd in Nederland. Zij maakte de angstige tijd van dichtbij mee, vertelt ze nog altijd vol emotie.
Ghanim: "Ik hoorde op een ochtend veel lawaai. Toen ik naar beneden liep, hoorde ik hoe mijn moeder hard tegen mijn zus riep: 'Ren weg. En zorg dat je een mes of iets scherps bij je hebt om je eigen leven te nemen, mochten ze je te pakken krijgen.' Toen pas besefte ik hoe ernstig de situatie was."
Ghanim blijft net als Hassoo strijden voor haar volk. "We praten hier niet over een paar mensen. Duizenden jezidi's zijn vermoord en ruim 6000 vrouwen en meisjes tot slaaf gemaakt. Bijna een half miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Zij kunnen niet terugkeren, het gebied is nog altijd onleefbaar."
'Vaak erger dan de mannen'
Volgens Ghanim hebben de Nederlandse IS-vrouwen evenveel bijgedragen als de mannelijke IS'ers. Ze zegt van eigen familieleden te hebben gehoord dat de vrouwen vaak nog erger waren dan de mannen. Dat zij hielpen bij mishandeling, zelf sloegen of schopten en zelfs vrouwen opsloten in een kamer, voordat zij door mannen verkracht werden.
Ghanim: "Dat zij als Nederlandse vrouwen in een veilige, vrije samenleving er bewust voor hebben gekozen om zich bij IS aan te sluiten is ongelooflijk. Zij hebben alles met hun eigen ogen gezien. Hoe vrouwen voor omgerekend 5 euro werden doorverkocht. En dan komen ze eenmaal terug in Nederland vertellen dat ze daar koekjes hebben staan bakken."
Hassoo en Ghanim noemen het 'frustrerend' dat in Nederland veel aandacht uitgaat naar de IS-vrouwen, die zij zien als daders. Ze hopen dat deze rechtszaak leidt tot meer belangstelling voor het lot van de jezidi's. Ghanim: "Dit is slechts één van de duizenden verhalen. Ik heb het geluk dat ik in Nederland ben. Veel anderen hebben dat geluk niet gehad."
De inleidende zitting duurt tot eind deze middag. In het najaar start de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen de twaalf IS-vrouwen.