UNICEF: vaccinaties redden wereldwijd 154 miljoen levens
Het wordt de belangrijkste gezondheidsingreep ooit genoemd: vaccinaties voor ziektes zoals mazelen en polio. In de afgelopen vijftig jaar zijn daarmee 154 miljoen levens van kinderen en volwassenen gered. Dat blijkt een analyse van kinderrechtenorganisatie UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties.
Ze schrijven erover in het wetenschapsblad The Lancet. Volgens de organisaties heeft het vaccin tegen mazelen het meest bijgedragen aan het verminderen van de sterfte. Door die inentingen zouden bijna 94 miljoen sterfgevallen zijn voorkomen.
De tetanusprik hield bijna 28 miljoen mensen in leven. Ruim 13 miljoen mensen zijn door vaccinatie niet overleden aan kinkhoest:
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Vrijwel alle mensen die in leven bleven, waren toen jonger dan 5 jaar. De vaccinacties hebben niet alleen levens gespaard, maar ook veel ellende bespaard. Zo ontkwamen mensen door de prikken aan gezondheidsschade waar ze anders de rest van hun leven last van zouden hebben gehouden, zoals bij polio. Dit heeft volgens de studie 10,2 miljard gezonde levensjaren opgeleverd.
Toch zijn de ziektes niet verdwenen. Volgens de onderzoekers zijn sinds het begin van deze eeuw 130 miljoen kinderen overleden aan ziektes die met vaccins hadden kunnen worden voorkomen.
Toenemend wantrouwen
In een reactie waarschuwt directeur Suzanne Laszlo van UNICEF Nederland. "Economische crises, milieubedreigingen en een toenemend wantrouwen in de wetenschap dreigen de geboekte vooruitgang te ondermijnen en zetten miljoenen levens op het spel. We moeten structureel blijven investeren in het tegengaan van desinformatie en de juiste voorlichting om het vertrouwen in vaccinaties vast te houden."
Onlangs werd bekend dat Nederland moet uitkijken voor een grote mazelenuitbraak. Het nieuwe Outbreak Management Team van het RIVM adviseert om extra maatregelen te nemen tegen de toegenomen besmettingen van mazelen. Marcel Levi, arts en hoogleraar geneeskunde van het Amsterdam UMC, legde in BEAU uit waarom die maatregelen nodig zijn: