Bescherming van walvis gaat steeds beter: 'Commissie niet meer nodig'
De Internationale Walvisvangst Commissie (IWC) is een 'zombie' en dus moet het zichzelf opheffen. Dat zegt voormalig voorzitter Peter Bridgewater tegen RTL Nieuws over de organisatie die walvissen van de jacht beschermt. Geen slecht idee, vindt marinebioloog Irene Kingma. "Want als natuurbeschermer is het juist leuk om niet meer nodig te zijn."
Stoppen op je hoogtepunt, het is een uitspraak waar internationale milieucommissies maar weinig pap van lusten. In plaats daarvan blijven ze vaak lang door kachelen, ook al zijn de doelstellingen al vervuld. "Het is een groeiend probleem", ziet wetenschapper Peter Bridgewater.
Er bestaan op dit moment meer dan 3.000 internationale milieuovereenkomsten en -organisaties. En dat kost geld. Het gaat om miljoenen dollars aan secretariaten en vergaderingen per jaar, schrijven hij en twee andere onderzoekers in het vooraanstaande vakblad Nature.
Commerciële walvisjacht
Het geldt ook voor de Internationale Walvisvangst Commissie (IWC), die bijna tachtig jaar geleden werd opgericht. Doel was om walvissen te beschermen, in eerste instantie zodat de duurzame jacht mogelijk was. Maar toen bekend werd dat het aantal walvissen sterk afnam, verbood de IWC vanaf 1985 de commerciële walvisjacht overal ter wereld (op een aantal uitzonderingen na).
Sindsdien hebben vrijwel alle walvissoorten zich hersteld, vertelt marinebioloog Irene Kingma. Zo is de bultrug sterk in aantal toegenomen, net zoals de reusachtige blauwe vinvis. Dat 'baanbrekende' besluit vormt daarom volgens Bridgewater hét hoogtepunt voor deze commissie. "De doelstelling was behaald: het beschermen van walvissen tegen de jacht."
'Stop in waardigheid'
Maar ook de IWC zag het niet zitten om te stoppen op haar hoogtepunt. Veertig jaar later komt de commissie nog steeds om het jaar bijeen voor 'bittere en vruchteloze' vergaderingen. "Dat heeft geen zin meer," legt Bridgewater uit. "Omdat het doel al bereikt is en dus is het een zombie-instituut geworden, die vrijwel geen verandering meer teweegbrengt."
Volgens de onderzoeker moet de IWC daarom bij de eerstvolgende bijeenkomst in Peru volgende maand zijn eigen einde inluiden. "Stop in waardigheid en geef daarmee een voorbeeld aan andere milieuorganisaties."
Marinebioloog Kingma vindt het goed dat Bridgewater dit balletje opgooit. "Dit is een van de grootste vragen die leeft in de natuurbescherming: wanneer hef je jezelf op?"
Zelf maakte ze het ook een keer mee. Met de club Shark Alliance streed ze voor een Europees verbod op het ontvinnen van haaien. "Na vijf jaar is dat gelukt en hebben we onszelf ontbonden." En dus is volgens Kingma opheffing het doel op zich. "Het is hartstikke leuk om niet meer nodig te zijn als natuurbeschermer, want dat betekent dat je je missie hebt volbracht."
Bescherming walvissen blijft grootste doel
Maar de IWC beweerde in reactie op het Nature-artikel dat ze zeker nog wel genoeg te doen hebben, zoals walvissen beschermen tegen aanvaringen met boten en tegen zwerfafval. "Een voorspelbare reactie," reageert Bridgewater. "Maar daarvoor is deze commissie niet bedoeld en dus heeft het ook niet de juiste bevoegdheden om actie te ondernemen."
"We kunnen die taken daarom beter onderbrengen bij andere conventies," verduidelijkt Bridgewater. Zo noemt de onderzoeker CITES: een internationale overeenkomst die planten en dieren beschermt. "Die heeft wél de juiste bevoegdheden."
En ook de Bonn conventie kan walvissen redden. Die overeenkomst beschermt in sommige regio's al kleine walvisachtigen, zoals dolfijnen en bruinvissen.
"Met het opheffen van de IWC zeggen we dus niet: stop met het beschermen van walvissen," sluit Bridgewater af. "We willen slechts duidelijk maken dat deze organisatie daar niet meer voor nodig is."
Of het IWC volgende maand daadwerkelijk een exit aankondigt, betwijfelen zowel Bridgewater als Kingma. "Maar ik hoop dat in ieder geval één land de vraag durft te stellen," zegt Bridgewater. "Als dat tot een discussie leidt, zouden ze de aankomende twee jaar kunnen gebruiken om alle overige taken te verdelen bij passende andere organisaties."