Bezitter 'superaandeel' Heineken grijpt opnieuw naast miljoenen
De man die een zogenoemd 'superaandeel' in bierbrouwer Heineken bezit, heeft opnieuw naast de ruim 5 miljoen euro gegrepen die het stuk waard zou zijn. Volgens Heineken heeft de man geen recht op het geld. De aandeelhouder, die zegt dat hij het waardepapier van zijn moeder kreeg, heeft ook zijn hoger beroep verloren.
Dat blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam, die gisteren openbaar werd. RTL Z schreef in 2022 eerder over deze ruzie, nadat de man zijn eerste rechtszaak had verloren.
Superaandeel
De inmiddels 57-jarige man nam zeven jaar geleden contact op met bierbrouwer Heineken, om de waarde van zijn superaandeel te laten bepalen. Hij bleek in bezit te zijn van een zogenoemd CF-stuk, een waardepapier dat bij de uitgifte ervan goed was voor 10.000 aandelen in Heineken Holding. Dergelijke aandelen waren in het verleden in handen van professionele beleggers, zoals banken en verzekeraars.
De aanhouder zei dat hij het kostbare waardepapier als 11-jarige jongen had gekregen van zijn moeder, destijds een fotomodel die het mogelijk zou hebben gekregen van een lid van de familie Heineken. De man zou het effect daarna zijn kwijtgeraakt, maar dat later hebben teruggevonden bij het opruimen van de zolder.
Door de splitsing van het aandeel Heineken Holding zou het CF-stuk inmiddels ruim 78.000 aandelen vertegenwoordigen. Tegen de huidige koers zou dat aandelenpakket 5,3 miljoen euro waard zijn.
Weigering Heineken
Heineken weigerde echter om hem de onderliggende aandelen uit te keren. Volgens de bierbrouwer kon de man niet de gerechtigde bezitter zijn, omdat dergelijke aandelen destijds alleen in handen waren geweest van professionele beleggers. Bovendien was dit type aandeel in 1999 bij de invoering van een nieuw aandelensysteem vernietigd.
De aandelenbezitter nam daarmee geen genoegen, en stapte naar de rechter. Die zaak verloor hij begin 2022. Destijds kondigde zijn advocaat aan dat de man juridische vervolgstappen overwoog. Nu blijkt dat hij inderdaad in hoger beroep is gegaan, maar ook die zaak heeft verloren.
Bewijslast
Het gerechtshof Amsterdam was niet gevoelig voor de lijst van bezwaren die de aandelenbezitter tegen de eerdere uitspraak aanvoerde. Zo vindt het hof op basis van de administratie van ABN Amro die de CF-aandelen bewaarde, het aannemelijk dat het omstreden waardepapier tussen 1978 en 1998 bij de bank berustte, en niet bij de man.
Daarom moest uiteindelijk niet Heineken bewijzen dat de huidige bezitter van het stuk niet de gerechtigde eigenaar was, maar andersom: de man moest bewijzen dat hij dat wel was. En daarin is hij uiteindelijk niet geslaagd, oordeelt het hof. De rechters vinden de verklaring van de man over de manier waarop hij en eerder zijn moeder het superaandeel in handen kreeg 'gebrekkig en weinig geloofwaardig onderbouwd'.
Teleurgesteld
Jop Fellinger, de advocaat van de aandelenbezitter, zegt teleurgesteld te zijn over de uitspraak. "Het komt er in feite op neer dat het hof er niets van gelooft. Maar daarbij gaat het wel voorbij aan een aantal opmerkelijke zaken", reageert hij.
"Zo zegt Heineken dat dergelijke aandelen vernietigd zijn. Maar hallo, zo'n stuk blijkt toch gewoon te bestaan. In het verleden waren 'aandelen aan toonder' heel gebruikelijk", vertelt Fellinger. "Als je zo'n aandeel in handen had, was je gewoon de eigenaar. Maar het is blijkbaar moeilijk om dat met de huidige bril te accepteren."
De advocaat zegt weinig mogelijkheden te zien om nog bij de Hoge Raad in cassatie te gaan. Heineken en advocaat Bastiaan Kemp van de bierbrouwer konden nog geen toelichting geven op de uitspraak.
