Paar grote vervuilers verknallen het: Nederlandse industrie minder groen
Grote industriebedrijven in ons land stootten in 2023 relatief meer CO2 uit dan in 2021. Dat komt vooral door een aantal grote vervuilers. Veel kleinere bedrijven waren wél minder vervuilend.
Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Deze verzamelt jaarlijks emissie- en productiegegevens om toezicht te houden op de CO2-uitstoot van de industrie in Nederland.
Eerder dit jaar maakte de NEa bekend dat er bij de Nederlandse industrieën en elektriciteitsproducenten sprake was van een recorddaling van de CO2-uitstoot in de industrie en energiesector.
Maar dat komt niet doordat bedrijven groener zijn geworden, maar omdat ze simpelweg minder hebben geproduceerd. Sterker nog: als je gaat kijken naar wat ze per gemaakt product (bijvoorbeeld een ton staal of kilo papier) hebben uitgestoten, zijn bedrijven meer gaan uitstoten.
Minder efficiënt geworden
Om te kijken hoe efficiënt de Nederlandse industrie produceert, dus hoe veel of weinig CO2-uitstoot ze veroorzaken per eenheid product die ze produceren, maakt de NEa een vergelijking met het gemiddelde in Europa.
Daaruit blijkt dat Nederlandse industriële bedrijven in 2023 16,9 procent minder efficiënt waren dan dat gemiddelde. Dat is een verslechtering in vergelijking met 2021, toen de Nederlandse industrie nog 13,7 procent minder efficiënt was als het gaat om CO2-uitstoot.
Kennelijk kunnen bedrijven de hoeveelheid fossiele energie die ze nodig hebben niet genoeg laten meebewegen met hun verminderde productie, aldus de NEa.
Ook gingen een paar efficiënte bedrijven minder produceren, of stopten helemaal. Om welke bedrijven het gaat is onduidelijk. De NEa mag deze niet noemen, omdat dat concurrentiegevoelig zou zijn. Wel is bekend dat enkele producenten van biomethanol stopten. Deze gebruiken aardgas, en dat werd mogelijk te duur, aldus de toezichthouder.
Veel bedrijven wél groener
Het komt door een aantal grote bedrijven dat Nederland slechter scoort en dus meer CO2 is gaan uitstoten per eenheid product, aldus de NEa. Iets meer dan de helft van de industriële bedrijven (148 van de 282) waarvan cijfers zijn, werden wél efficiënter.
Omdat dit kleinere bedrijven zijn, telt dat minder zwaar mee voor het totale beeld dan de relatief grotere uitstoot van een paar grote industrieën.
Emissiehandelssysteem
Bij de cijfers die de NEa heeft gaat het om bedrijven die vallen onder het Europese emissiehandelssysteem, Emission Trade System (ETS) vallen. Deze moeten emissierechten hebben om CO2 te mogen uitstoten. Een deel van de rechten krijgen bedrijven nog gratis. Maar ze moeten ook rechten bijkopen. De verhouding gratis-kopen verandert, omdat het aantal rechten dat verhandeld kan worden steeds kleiner wordt.
In deze video zie je dat Bas Eickhout, Europarlementariër voor Groenlinks-PvdA, zegt: "Niet alle fabrieken kunnen overeind blijven":