Geen 'vleesnamen' meer voor vega? 'Niet alle burgers zijn een hamburger!'
Het Europees Parlement heeft vandaag ingestemd met een verbod op vleesgerelateerde termen voor plantaardige producten. Dat betekent dat woorden als vegaburger, vegan steak en vegetarische worst straks mogelijk niet meer op verpakkingen mogen staan, al is dat nog niet definitief.
Het voorstel van de Franse Europarlementariër Céline Imart (christendemocraten) stelt dat zulke termen alleen gebruikt mogen worden voor producten die echt uit dierlijk eiwit bestaan, en heeft het met met 355 stemmen voor, 247 tegen en 30 onthoudingen gehaald. Volgens haar vormt de opkomst van vleesvervangers 'een bedreiging voor de traditionele landbouw' en hebben consumenten recht op duidelijkheid.
Reactie voorstanders van het verbod
Voorstanders, zoals BBB-Europarlementariër Jessika van Leeuwen, zijn tevreden met het resultaat. "Wij zijn blij dat het amendement over het beschermen van namen van vleesproducten het gehaald heeft", zegt Van Leeuwen. "Consumenten zullen hierdoor beter geïnformeerd worden over hun aankoop, en vakmanschap van onze boeren en slagers worden zo naar waarde geschat."
De partij vindt dat dierlijke en plantaardige eiwitten niet met elkaar te vergelijken zijn. "Alle hamburgers zijn een burger, maar niet alle burgers zijn een hamburger!"
Naast vegetarische alternatieven, zijn ook visvervangers in opkomst:
Tegenstanders, zoals Volt-Europarlementariër Ana Strolenberg, noemen het besluit onzinnig. "Consumenten begrijpen echt wel dat er in een vegaburger geen vlees zit. Dit verbod zorgt alleen maar voor extra kosten bij producenten", zegt ze. "Wat wordt de volgende motie, een verbod op het woord vleestomaat? De enige die hiermee wint, is de vleeslobby."
Critici vinden dat het parlement zijn tijd beter had kunnen besteden aan onderwerpen als klimaatbeleid, landbouwinnovatie en de positie van boeren.
Nog geen definitieve beslissing
Ook al stemde het Europees Parlement in met het verbod, daarmee is het nog niet definitief. De Europese Commissie en de EU-lidstaten moeten het voorstel eerst goedkeuren voordat het daadwerkelijk in wetgeving wordt omgezet.