'Het is belangrijk dat mensen dieren ook als individuen gaan zien'
Hebben dieren ook een persoonlijkheid, net als wij mensen? "Ja", zegt Kees van Oers volmondig. Sinds deze maand bekleedt hij als 'buitengewoon hoogleraar' een nieuwe leerstoel aan de Universiteit Wageningen: de leerstoel 'dierenpersoonlijkheden'. "Bij sommige dieren vinden we 6 of 7 karaktereigenschappen."
Kees van Oers promoveerde in 2003, als een van de eersten in de wereld, op de persoonlijkheid van dieren. Hij richtte zich specifiek op de persoonlijkheden van koolmezen. De ene koolmees bleek brutaal, de ander juist voorzichtig. Ook ontdekte hij dat die persoonlijkheid oor meer dan de helft erfelijk was. Grote kans dus dat een brutale koolmees ook een brutale koolmees voortbrengt.
Inmiddels zijn we 15 jaar verder, maar Van Oers weet nog goed dat 'persoonlijkheid' toen nog een beladen woord was. "Het woord persoonlijkheid werd toch vooral gebruikt om mensen te onderscheiden, niet dieren", zegt hij tegen RTL Nieuws.
Tegenwoordig is dat wel anders. Het thema is in opkomst in de biologie. En dat de Universiteit Wageningen nu een leerstoel beschikbaar stelt, zegt ook wat. Een 'hele belangrijke stap', noemt Van Oers het zelfs.
Een moederkoolmees voedt haar gezin. Ook koolmezen hebben eigen persoonlijkheden. (Foto: iStock)
'Dat doet-ie anders nooit'
Voor wie er nog aan twijfelde: ook dieren hebben een persoonlijkheid. Mensen met huisdieren zullen dat beamen: wie een kat heeft, kan zijn eigen beestje zo herkennen in een groep met andere katten die er precies hetzelfde uitzien. "Dat je ze kunt onderscheiden op basis van gedrag, betekent dat ze een persoonlijkheid hebben."
Bij persoonlijkheid gaat het ook om een bepaalde voorspelbaarheid. "Hondeneigenaren hoor je weleens zeggen 'oh, dat doet-ie anders nooit', als hun hond iets vreemds heeft gedaan bijvoorbeeld. Dat betekent dat je als baasje weet hoe die hond in het verleden reageerde." En dus hét bewijs dat honden een persoonlijkheid hebben.
Mensapen
Bij mensen kun je heel snel bepaalde individuen herkennen. De een is extravert, de ander is juist introvert. Of de een is emotioneel stabiel en de ander juist emotioneel instabiel. De vijf persoonlijkheidsdimensies bij mensen, ofwel de 'Big 5', die zie je ook bij mensapen, legt de buitengewoon hoogleraar uit. Bij sommige dieren vinden onderzoekers zelfs 6 of 7 karaktereigenschappen.
Waarom is het eigenlijk belangrijk om de persoonlijkheid van dieren te weten? Dat is omdat het bijdraagt aan het aanpassingsvermogen van die dieren, legt Van Oers uit. De hoogleraar betoogt dat door evolutie persoonlijkheden zijn ontstaan en dat die bijdragen aan het voortbestaan van de soort.
"De variatie binnen een soort zorgt ervoor dat die soort zich makkelijker aan kan passen aan de omgeving. Je ziet het ook bij mensen: als je een team hebt met alleen maar baasjes, dan gaat het niet goed. Maar een team zonder baasjes ook niet, want er moeten wel beslissingen worden genomen." Dat is dus de reden dat we niet allemaal hetzelfde zijn - en dieren dus ook niet.
De onderzoeksresultaten kunnen ook zorgen voor een betere gezondheid bij landbouwhuisdieren. "Daar werd in het verleden vooral gefokt op één bepaalde lijn, maar niet hoe dieren functioneren in een groep."
Elk dier heeft volgens Van Oers eigen waarden, ook kippen (foto: ANP)
Een andere manier van kijken naar dieren dus. "In het algemeen denk ik dat het belangrijk is dat mensen dieren óók als individuen gaan zien. Ook landbouwhuisideren. Dat is niet één pot nat. Elk dier heeft zijn eigen waarden."
Enquête
Voor het onderzoek naar persoonlijkheden bij diersoorten wordt gebruik gemaakt van soortgelijke theoriën als bij mensen. "Maar bij mensen kun je vragen om een enquête in te vullen, bij dieren kan dat natuurlijk niet. Daar moeten we op een andere manier kijken hoe het gedrag is. Door bijvoorbeeld eigenaren te vragen een enquête in te vullen, maar vooral door zelf veel observaties te verrichten."
Vanaf zijn leerstoel, gefinancierd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), gaat Van Oers de komende tijd onder meer focussen op het ontstaan van gedragsverschillen: wanneer is dit genetisch, en wanneer komt dit door de omgeving? Van Oers mag 5 jaar lang, één dag per week, op zijn leerstoel zitten om zich daarin te verdiepen.