Onenigheid coalitie over middenhuurwoningen en grotere rol corporaties

Dat stelt een meerderheid in de Tweede Kamer, bestaande uit CDA, ChristenUnie, PVV, GroenLinks, SP en de PvdA. 

Markttoets

De partijen maakten dat vandaag duidelijk tijdens een debat in de Tweede Kamer over middenhuur. De opstelling van CDA en ChristenUnie is opmerkelijk omdat het kabinet corporaties alleen een rol wil geven als beleggers het laten afweten.

Daarom moet altijd een markttoets plaatsvinden voordat corporaties duurdere huizen mogen bouwen. Dat vergt echter tijd en werkt dus vertragend. Momenteel mogen corporaties altijd sociale huurwoningen bouwen met een huur tot maximaal 720 euro per maand.

Paradepaardje Kabinet

D66 en VVD willen dat de toets blijft omdat zij vrezen dat de corporaties anders de beleggers uit de markt concurreren. Zij hebben volgens deze partijen een betere toegang tot gemeentebesturen omdat ze daar al aan tafel zitten voor de bouw van sociale huurwoningen.

De bouw van veel midden huurwoningen is het paradepaardje van het kabinet. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie willen daar vol op in zetten. Maar de realiteit is dat de bouw van deze huizen amper van de grond komt. Er worden er wel wat meer gebouwd dan voorheen, maar nog altijd veel te weinig.

Beleggers staan niet te springen om er geld in te investeren, ook omdat grote steden als Amsterdam en Utrecht, eisen dat de huren lange tijd in het middensegment blijven en dus niet snel worden verhoogd naar het niveau van de dure vrije sector (boven de 1000 euro).

Verhitte woningmarkt

Middenhuurwoningen met een huur van 720 tot 1000 Euro in de maand worden gezien als de oplossing voor mensen die nu tussen de wal en het schip vallen. Het gaat dan om woningzoekenden die te veel verdienen voor een sociale huurwoning en te weinig om een huis te kunnen kopen.

Mensen dus met een midden inkomen zoals agenten, leerkrachten en medewerkers uit de zorg. In steden waar de woningmarkt is verhit – zoals Amsterdam en Utrecht – kunnen deze mensen vrijwel niet aan een betaalbare woning komen.

Uit de markt gedrukt

Volgende week komt een motie van CDA, ChristenUnie en GroenLinks in stemming, die pleit voor afschaffing van de markttoets. Na drie jaar moet dan worden bekeken wat de effecten zijn.

Als het aan minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken ligt komt het zo ver niet. Zij verzet zich tegen het afschaffen van de markttoets. Ook zij vreest dat beleggers dan uit de markt kunnen worden gedrukt.

'Goed nieuws voor woningzoekenden'

''Goed nieuws voor tienduizenden woningzoekenden in veel grote steden, die nu onmogelijk aan een betaalbare woning kunnen komen.'' Met die woorden reageert voorzitter Marnix Norder van de vereniging van woningcorporatie Aedes op de uitkomst van het debat vandaag in de Tweede Kamer over de bouw van middenhuurwoningen.

Norder snapt niet dat minister Ollongren nog wil vasthouden aan een markttoets en corporaties alleen middenhuurwoningen wil laten bouwen als beleggers niet geïnteresseerd zijn. "Als die beleggers het willen doen, vinden wij het prima. Wij hoeven niet per se die huizen te bouwen. Maar de beleggers doen het in veel steden niet. Gevolg is dat  tienduizenden mensen met een inkomen van rond 41.000 euro niet aan een betaalbaar huis komen. Daar is geen middenhuur, en voor sociale huur komen ze niet in aanmerking. Dan krijg je te maken met huren van 1200 tot 1800 euro. Dat is onacceptabel. Uit naam van al deze mensen zeg ik: minister, laat die markttoets vallen.''

Nog mooier zou het volgens Norder zijn als de sociale huurgrens wordt opgetrokken en dat woningen tot 1000 euro huur in de maand eronder gaan vallen.  ''Zover zijn we nog niet, maar afschaffing van de marktoets is een goede eerste stap."