Gestalkt, vernederd en vermoord: Hümeyra deed vier keer aangifte, maar ex ging door
De 16-jarige Hümeyra die in de fietsenstalling van haar school werd doodgeschoten, deed vier keer aangifte tegen haar ex-vriend Bekir E. Dat laat advocaat Nelleke Stolk, die de nabestaanden bijstaat, aan RTL Nieuws weten. Op de dag dat het meisje voor de vijfde keer aangifte wilde doen, werd ze vermoord.
Op 8 mei, 30 mei, 1 juni en 11 december 2018 zat Hümeyra op het politiebureau om aangifte te doen tegen de 31-jarige Bekir E. Hij kon het al die tijd niet verkroppen dat Hümeyra het had uitgemaakt met hem.
Bedreigd, gestalkt en mishandeld
Meerdere keren vertelde ze de agenten in Rotterdam dat ze werd bedreigd, gestalkt en mishandeld, blijkt uit de aangiftes die RTL Nieuws heeft ingezien.
Op 18 december zou ze om twee uur 's middags voor een vijfde keer langsgaan op het politiebureau. Een uur daarvoor werd ze meerdere keren geraakt door de kogels die Bekir E. op haar afvuurde op school.
Tweede keer voor de rechter
Bekir E. zit sinds de moord op 18 december vast en heeft bekend dat hij Hümeyra heeft doodgeschoten.
Vandaag verschijnt hij voor de tweede keer voor de rechter tijdens een pro-formazitting in de extra beveiligde zittingszaal van Rotterdam.
RTL Nieuws heeft de vier aangiftes ingezien. Daaruit blijkt dat Hümeyra acht maanden lang in doodsangsten heeft geleefd:
8 mei 2018: buiten bewustzijn geslagen
Hümeyra doet op 8 mei voor het eerst aangifte bij de politie. Daarin is onder meer te lezen dat het meisje op straat loopt als Bekir vanuit een auto roept: "Waarom ga je bij me weg?" Hij bedreigt haar en zegt dat hij haar zal slaan als ze niet instapt. Ze luistert daarom maar naar hem en stapt in. In de auto gooit Bekir vervolgens alcohol over Hümeyra om haar vermoedelijk te beledigen. De hele rit voelt voor haar als een ontvoering, ze is ontzettend bang. Uiteindelijk kan ze uitstappen en loopt ze naar huis.
Er is in de aangifte ook te lezen dat er nog spullen van Bekir bij Hümeyra liggen en andersom. Daarom gaat Hümeyra langs bij Bekir om alles af te handelen. Zodra ze bij hem is aangekomen, moet ze van hem mee naar binnen. Hij schreeuwt en bedreigt haar. "Ik was zo bang, ik wil vluchten", zegt Hümeyra tegen de agent tijdens het opnemen van de aangifte. "Hij pakte mijn hoofd en sloeg mij drie keer tegen de muur. Hij probeerde me te wurgen. Daarna ben ik out gegaan, want ik weet niet meer wat er toen is gebeurd." Ze wordt wakker met haar blouse uit en haar hoofddoek af. Uit onderzoek blijkt later dat er geen seksueel contact is geweest.
Bekir zegt dat het hem spijt, hij belt een taxi om Hümeyra naar huis te laten gaan. Daar vertelt ze haar familie wat ze heeft meegemaakt. Tot die tijd wisten zij nog van niets.
30 mei 2018: 44 keer gebeld
Met een stapel aan bewijs gaat Hümeyra eind mei weer richting het politiebureau in Rotterdam, dit keer gaat het om stalking. Bekir neemt namelijk meerdere keren contact op met vriendinnen van Hümeyra via verschillende kanalen, maar ook met haarzelf. "Ik kan niet zonder je", schrijft hij via snapchat. "Ik ga zelfmoord plegen. Ik kom terug bij je. Ik heb een plan, bel me. Trek je aangifte terug." Ze vertelt hem dat ze dat niet doet en vraagt Bekir om haar met rust te laten.
Dat doet hij niet. Hij plaatst berichten op openbare Facebookpagina's met een foto van Hümeyra en de tekst: 'Wie kent haar?'. Daarnaast wordt Hümeyra 44 keer gebeld door een anoniem nummer. Ze vertelt het allemaal tegen de politie.
1 juni 2018: belediging, smaad en laster
Als Hümeyra terugkomt van haar aangifte op 30 mei, ziet ze op haar telefoon weer nieuwe berichten binnenkomen. Op een openbare Facebookpagina met tienduizenden leden staat opnieuw een bericht over haar. Facebook verwijdert het bericht, maar Bekir plaatst het gewoon weer in een andere groep. Hümeyra doet opnieuw aangifte.
Op school gaat het inmiddels ook niet goed. Hümeyra is gezakt, trekt het niet meer en gaat op vakantie naar Turkije. Haar telefoon laat ze thuis. Zo hoopt ze rust te krijgen.
11 december 2018: telefoon op haar werk
Hümeyra is na een lange vakantie weer terug uit Turkije en moet weer naar het politiebureau. Ze hoopte zo dat ze van Bekir af zou zijn, maar niets is minder waar. Wanneer ze de draad weer probeert op te pakken met onder meer een nieuwe baan in de horeca, gaat het mis. Op haar werk zit ze tijdens haar pauze wat te eten als de telefoon gaat. Haar collega roept haar: "Ik heb een broer van je aan de lijn." Ze hoort Bekir en hij zegt: "Wat ben je aan het eten, hoer?" Hümeyra is doodsbang en hangt op. Na vijf minuten belt hij weer terug.
Ze vertelt haar collega's over Bekir, ondanks dat ze zich er erg voor schaamt. Haar collega’s reageren niet zoals gehoopt en willen er niets mee te maken hebben. Hümeyra hoeft niet meer op haar werk terug te komen.
In dezelfde aangifte vertelt Hümeyra ook aan de politie dat Bekir een foto heeft gestuurd naar haar nichtje. Hierop is hij te zien met pistolen in zijn handen. Ze vertelt aan de agent: "Ik voel me bedreigd, mijn vader brengt me naar school en haalt me ook weer op. Ik kan me niet concentreren op school, ik zit in mijn examenjaar."
De politie vraagt haar op 18 december weer terug te komen, maar het is te laat. Vlak voor haar vijfde bezoek aan het politiebureau in Rotterdam is Hümeyra vermoord.
