Nederland houdt bijna maandelijks een 'haatprediker' buiten de deur
Sinds begin 2018 heeft Nederland zestien 'haatpredikers' verboden ons land binnen te komen. Dat is bijna eens per maand, bevestigt het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het aantal komt naar voren uit gegevens die radiozender BNR opvroeg bij het ministerie. Vooral radicaalislamitische predikers worden geweerd, maar vorige maand kreeg de uiterst extremistische christelijke spreker Steven Anderson ook een verbod aan zijn broek.
Amerikaanse haatdominee
De Amerikaan ziet homo's liefst dood, is antisemiet en ontkent de Holocaust. Nadat in 2016 in Orlando bezoekers van homonachtclub Pulse bij een terreuractie waren omgekomen, liet hij juichend weten blij te zijn met 'weer vijftig pedofielen minder'.
In een BBC-documentaire zei hij dat homo's en lesbiennes het best 'een kogel door hun eigen hoofd kunnen schieten', en dat LGBT (de Engelse variant van LHBT) voor hem staat voor 'Let God Burn Them'.
Openbare orde
Het ministerie kan een prediker bijvoorbeeld de toegang weigeren met een beroep op de openbare orde. "Als iemand een gevaar is, kun je besluiten om de persoon op te laten nemen in het Schengen-informatiesysteem: SIS", zei advocaat Sander Groen eerder tegen RTL Nieuws over het weigeren van Anderson.
"Als iemand dan op Schiphol landt, kan hij weer worden uitgezet en komt de persoon het land en heel Europa niet in." De staatssecretaris kan ook bepalen dat de prediker alleen Nederland niet inkomt; dat komt hij in het NSIS-systeem.
Haatimams
Volgens Groen worden vooral haatimams regelmatig geweigerd om naar Nederland te komen. Het is bij haatimams ook gemakkelijker om ze toegang tot het land te weigeren dan bij haatdominees, stelt hij.
"Haatimams kun je makkelijker linken aan terroristische organisaties."