Minder verkeersslachtoffers? 'Kies voor permanente zomertijd'
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken kwam vorige week met een duidelijk statement: het verzetten van de klok gaat niet veranderen. Desondanks komt de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid nu met een dringende oproep: kies tóch snel voor de zomertijd. Dat kan levens redden.
Het is niet de eerste keer dat de stichting hiervoor pleit. Al jaren geeft ze aan dat na terugkeer van de wintertijd waarschijnlijk meer verkeersslachtoffers vallen. Nu dit weekend de klok toch weer verzet wordt, dringt de SWOV er nogmaals op aan: verander de regels en kies permanent voor de zomertijd.
Avondspits in het donker
Waarom? Dat is simpel, legt Patrick Rugebregt van de SWOV uit. "Door het ingaan van de wintertijd valt de duisternis in op een eerder tijdstip op de klok, waardoor van de ene op de andere dag een groter deel van de avondspits opeens in het donker plaatsvindt."
"Dit heeft waarschijnlijk meer verkeersslachtoffers tot gevolg, omdat de kans op ongelukken duidelijk hoger blijkt te zijn in schemer en donker dan bij daglicht, vooral voor voetgangers. Als je daarom puur naar de verkeersveiligheid kijkt, is het verstandiger om te kiezen voor de zomertijd."
Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken liet eerder ook al onderzoek doen naar de zomer-en wintertijd. Daaruit kwam vorige week naar voren dat een permanente wintertijd gezonder is, en een permanente zomertijd veiliger is in het verkeer.
Meer onderzoek
"In het kader van de verkeersveiligheid zijn er aanwijzingen dat het voordelig kan zijn om de tijdswissel te vermijden, dat wil zeggen permanente zomertijd aan te houden", schreef de minister. Ollongren verandert alleen nog niets, ze wil dat de Europese Commissie eerst meer onderzoek gaat doen.
Nu de klok dit weekend toch verzet gaat worden – en het dus gevaarlijker wordt op de weg – heeft Erik Jan de Jong van de ANWB wel nog een advies voor automobilisten. "Veel bestuurders realiseren zich niet dat ze zelf het dimlicht moeten aanzetten bij slecht weer", vertelt hij. "We merken dat automobilisten nog te vaak rijden met alleen dagrijverlichting aan."
Veel mensen weten niet precies hoe het met de verlichting van hun eigen auto zit. Voor hen heeft De Jong een eenvoudige tip: "Loop eens een rondje om je auto en kijk wanneer welke lichten aan gaan."
Welke verlichting heeft je auto ook alweer?
- Dimlicht: de verlichting die je standaard moet voeren als het donker is of als je overdag slecht zicht hebt (bij regen, mist en sneeuw). De koplampen, achterlichten en de kentekenplaatverlichting branden als je het dimlicht inschakelt.
- Stadslicht: een betere omschrijving zou 'parkeerlicht' zijn. Je moet deze verlichting voeren als je 's nachts en bij slecht zicht buiten de bebouwde kom of op de rijbaan parkeert. De achterlichten, kentekenverlichting en twee kleine lampjes voor branden als je het stadslicht inschakelt.
- Mistlicht: te gebruiken als je zicht minder dan 200 meter is (koplampen) of minder dan 50 meter (achterlamp). Als je mistlampen vóór zijn ingeschakeld, mag je in plaats van dimlicht ook stadslicht voeren. Het achterlicht mag NIET worden gebruikt bij zware regenval.
- Groot licht: voor extra zichtbaarheid in het donker, buiten de bebouwde kom. Niet gebruiken als er tegenliggers zijn, want het is een behoorlijk verblindende lichtstraal.
Bron: ANWB