'Kinderen krijgen of verspreiden corona nauwelijks'
Er zijn aanwijzingen dat kinderen het coronavirus minder snel verspreiden dan volwassenen. Dat schrijft het Outbreak Management Team (OMT) in hun advies aan het kabinet. Daarnaast zijn er ook voorlopige resultaten vanuit verschillende onderzoeken waaruit blijkt dat kinderen minder vaak klachten krijgen bij een besmetting dan volwassenen.
Mede door de uitkomst van die onderzoeken, heeft het OMT besloten dat zij adviseren om de basisschool, kinderopvang, buitenschoolse opvang en het speciaal onderwijs na de meivakantie weer te openen.
Geen extra belasting op zorg
"Uit modelleringswerk blijkt dat het openen van de kinderopvang en de basisscholen waarschijnlijk niet zal leiden tot aanzienlijke extra ziektelast en belasting van de zorg", zo schrijven de experts.
Het RIVM publiceerde vandaag weer nieuwe cijfers over het aantal coronabesmettingen en het aantal ziekenhuisopnames. Tot vandaag zijn 124 kinderen onder de 14 jaar positief getest op het coronavirus (0,36% van het totaal). Daarvan zijn er 47 opgenomen in het ziekenhuis (0,47% van het totaal). Er is geen enkel kind onder de 14 jaar overleden aan het virus.
Deze cijfers van het RIVM, waaruit blijkt dat kinderen minder vaak ziek worden door corona, worden ondersteund door de eerste resultaten van een zogeheten 'seroprevalentieonderzoek', schrijf het OMT. Uit dat onderzoek blijkt dat in de bevolkingsgroep tot 20 jaar het laagste percentage met antistoffen tegen COVID-19 gevonden wordt.
Daaruit kun je opmaken dat weinig mensen uit die groep het virus hebben gehad, of maar milde klachten kregen.
Kinderen besmetten elkaar minder snel
Daarnaast schrijft het OMT dat de meest waarschijnlijke overdracht van het virus tussen volwassen leeftijdsgenoten plaatsvindt. Dit gebeurt ook van volwassen familieleden naar kinderen. "Maar overdracht van het virus onder kinderen onderling of van kinderen naar volwassenen, zoals bij influenza gezien wordt, is veel minder vastgesteld en lijkt minder voor te komen."