1 op de 5 Nederlandse bloeddonoren heeft antistoffen tegen coronavirus
Meer dan 21 procent van de Nederlandse bloeddonoren heeft antistoffen tegen het coronavirus in hun bloed. Opvallend genoeg is dat vaker het geval bij vrouwen dan bij mannen.
Dat blijkt uit onderzoek van bloedbank Sanquin, die wekelijk ongeveer tweeduizend bloeddonoren test op antistoffen. Antistoffen vormen een natuurlijke afweer van het lichaam tegen virusinfecties en zorgen ervoor dat het lichaam het virus als indringer herkent en kan opruimen.
Opgebouwde immuniteit
Op dit moment heeft 21,1 procent van de donoren antistoffen in het bloed. Volgens de bloedbank geeft het een goed beeld van de opgebouwde immuniteit onder Nederlanders.
"We denken dat voor voedsel- en luchtweginfecties donoren redelijk goed staan voor gewone Nederlanders", vertelt arts-microbioloog Hans Zaaijer van Sanquin in talkshow Beau. "Dat betekent dat 3 à 4 miljoen van ons het gewoon al achter de kiezen heeft."
Zaaijer vertelde erover in de talkshow Beau, waarin hij met drie nieuwtjes over antistoffen kwam. Je ziet het in het fragment hieronder.
Brabant en Limburg zijn met 26 procent koploper in opgebouwde immuniteit. "Dat is nog een beetje het carnavaleffect uit de eerste golf", zegt Zaaijer. De noordelijke provincies zitten op 20 procent, het midden van het land op 19. "Maar het verschil tussen provincies wordt snel ingelopen. Dat gaat echt snel."
Zorgmedewerkers
Een opvallend gegeven uit de steekproeven van Sanquin is dat vrouwelijke donoren met 24 procent vaker antistoffen hebben ontwikkeld dan mannen, bij wie het 16 procent is. Een mogelijke oorzaak daarvoor is de verdeling man-vrouw in de zorg, blijkt uit doorvraag bij de donoren.
Van de vrouwelijke donoren blijkt 30 procent namelijk te werken in de zorg, tegenover 8 procent van de mannen. Bovendien bleken van de vrouwelijke donoren er meer te werken met coronapatiënten (14 procent) dan van de mannelijke donoren (4 procent).
Vrouwen zouden daardoor vaker corona oplopen en al gevaccineerd zijn vanwege hun beroep als zorgmedewerker. Met als gevolg: de aanmaak van antistoffen.
