Huisartsen kunnen onder voorwaarden toch AstraZeneca prikken onder de 60, zegt artsenvereniging
Artsen hoeven overgebleven doses AstraZeneca niet weg te gooien, maar kunnen die onder voorwaarden gebruiken om mensen te vaccineren die voorlopig nog niet aan de beurt zijn en 'een zwaarwegend belang hebben bij een vaccinatie'. Dat zegt artsenorganisatie KNMG, na overleg met verzekeraars, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Ministerie.
Tot nu toe zijn artsen huiverig om de overgebleven vaccins te gebruiken voor mensen jonger dan 60 uit angst voor schadeclaims bij bijwerkingen, omdat de landelijke vaccinatiestrategie momenteel voorschrijft het vaccin bij mensen onder de 60 niet te gebruiken.
Niet opdagen
Zeker nu sommige mensen huiverig zijn voor het vaccin door berichten over bijwerkingen en daarom niet komen opdagen bij hun prikafspraak, moeten artsen soms veel doses AstraZeneca weggooien. En dat terwijl er veel mensen zijn die wel een prik zouden willen hebben, zoals astmapatiënt Eva:
De KNMG wijst er nu op dat het vaccin is toegelaten door het Europees geneesmiddelenagentschap EMA voor iedereen boven de 18, waardoor het niet verboden is de vaccins te gebruiken. Daar staat tegenover dat de artsen zich wel zo veel mogelijk moeten houden aan de vaccinatiestrategie.
Goed voorgelicht
Daarom stelt het KNMG dat de overgebleven vaccins alleen in uitzonderlijke gevallen mogen worden gebruikt. De persoon die erom vraagt moet door de arts goed zijn voorgelicht over de voor- en nadelen, en de arts moet zelf ook van mening zijn dat om medische of sociale redenen een snelle vaccinatie gewenst is.
