Pasgeboren baby's krijgen voortaan prikje met vitamine K
Baby's krijgen vanaf volgend jaar vlak na hun geboorte een injectie met vitamine K. Dat heeft het ministerie van Volksgezondheid besloten. Pasgeboren kinderen krijgen nu ook al druppeltjes met vitamine K toegediend, om te voorkomen dat ze een tekort krijgen. Een tekort aan vitamine K kan tot ernstige bloedingen leiden.
Het nadeel van die druppeltjes is dat sommige kinderen ze niet goed opnemen, en dus alsnog een tekort aan vitamine K kunnen krijgen. In 2017 adviseerde de Gezondheidsraad daarom om voortaan een prikje te gebruiken. In andere landen wordt die injectie al met succes gebruikt.
De eerste drie maanden na de geboorte kunnen baby's zelf niet goed vitamine K produceren. Ook borstvoeding bevat maar weinig vitamine K. Baby's hebben die vitamine nodig om hun bloed te laten stollen: een tekort kan bloedingen veroorzaken. Daardoor kan een kind levenslang invalide raken.
Na het advies van de Gezondheidsraad heeft het RIVM een plan gemaakt om de vitamine-injectie te regelen. In dat plan staat dat verloskundigen de injectie kort na de geboorte kunnen geven. Het gaat om een prikje in het bovenbeen van een baby.
Volgend jaar eerste prik
Het ministerie van Volksgezondheid heeft dat plan nu goedgekeurd. Het duurt nog wel even voor de injecties gebruikt zullen worden: halverwege volgend jaar zal naar verwachting de eerste prik gegeven worden.
De Gezondheidsraad schreef in het advies dat kinderen die flesvoeding krijgen, geen injectie nodig hebben, omdat in die voeding ook al genoeg vitamine K zit.
Volgens het ministerie is het lastig dat onderscheid te maken, omdat sommige ouders namelijk niet meteen zeker weten of ze flesvoeding of borstvoeding gaan geven. Daarom krijgt vanaf volgend jaar in principe elke pasgeboren baby een prik. Als de ouders liever geen prik willen, kan er alsnog gebruik worden gemaakt van druppeltjes.
Wat is vitamine K?
Vitamine K, ook fylochinon genoemd, zorgt voor een goede bloedstolling. Mogelijk speelt de stof ook een rol bij de aanmaak van botten. Vitamine K zit in groente, fruit, melkproducten, vlees, eieren en granen, en wordt aangemaakt door bacteriën in je darmen.
Tijdens de zwangerschap kan de moeder geen vitamine K doorgeven aan haar baby. Daardoor heeft een pasgeboren kind nog geen voorraad opgebouwd. Bovendien heeft het kindje nog te weinig darmbacteriën om zelf voldoende vitamine K aan te maken.
Door de vitamine toe te dienen, kunnen ernstige (hersen)bloedingen voorkomen worden. Bij volwassenen komt een tekort zelden voor.