Hartaanval tijdens het sporten: zo ontstaat het en zo verlaag je het risico

Sporten is gezond, maar iedereen kent wel een verhaal over een voetballer of een wielrenner die tijdens een wedstrijd of koers in elkaar zakt met hartproblemen. Hoe zit dat? Vandaag start de marathon van Rotterdam, in hoeverre moeten de deelnemers aan hun hart denken?
De meeste mensen die afgelopen zomer het EK hebben gekeken kunnen zich de schokkende beelden van de wedstrijd Denemarken - Finland nog herinneren. Spelers van Denemarken gingen om hun teamgenoot Christian Eriksen staan nadat de spelverderdeler was getroffen door een hartstilstand.
Jaarlijks overlijden 150 tot 200 mensen
Eriksen is niet de enige profvoetballer waarbij dit is overkomen. Ajacied Daley Blind werd deze week ambassadeur van de Hartstichting nadat hij eind 2019 iets soortgelijks meemaakte. Ook zijn er talloze verhalen bekend van wielrenners die hebben moeten stoppen of zelfs zijn overleden na een hartaanval.
In onderstaande video leggen we uit waarom niet elk hart geschikt is voor intensief sporten (tekst gaat verder onder de video):
Niet alleen topsporters lopen het risico op een hartstilstand tijdens het sporten, maar ook amateursporters. Eerder deze maand zakte een Belgische amateurvoetballer in elkaar in de kleedkamer en overleed hij aan een plotselinge hartstilstand.
Jaarlijks overlijden in Nederland naar schatting 150 tot 200 mensen tijdens of vlak na het sporten, laat de Hartstichting weten. Gemiddeld gebeurt het dus drie of vier keer per week. Vaak hebben de sporters een onderliggende hartziekte waar zij niets van af weten. Ook komt het veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
'Roken, weinig bewegen zijn oorzaken'
Het overkomt, in mindere mate, ook jongere sporters. De oorzaak is dan vaak aangeboren en/of erfelijke hartaandoeningen. Volgens sportarts Aernout Snoek, werkzaam in het Isala Ziekenhuis in Zwolle, zijn er bij sporters boven de 35 vaak andere oorzaken. "Dan gaat het vaak om roken, weinig bewegen, een hoge bloeddruk of suikerziekte."
De kans op een hartstilstand wordt tijdens het sporten vergroot omdat het hart dan harder moet pompen, terwijl het hart deze extra inspanning dus eigenlijk niet aan kan. Daardoor kan sporten een trigger vormen bij het ontstaan van een hartstilstand.
Om het aantal slachtoffers van een plotse hartdood tijdens het sporten te verminderen adviseert sportcardioloog Nicole Panhuyzen-Goedkoop, verbonden aan Amsterdam UMC en Sport Medisch Centrum Papendal, voor een doelgerichte preventieve screening van amateursporters.
Panhuyzen-Goedkoop geeft aan dat sporters dat plotseling overlijdt aan hartstilstand relatief gezien niet heel groot is, maar dat je er wel als sporter meer zekerheid kan krijgen als je van te voren jezelf laat keuren. "Uit een groot Italiaans onderzoek bleek dat het aantal plotse hartdoden onder jonge sporters tot 36 jaar daalde met 89% door sporters systematisch te keuren."
'Iedereen is zelf verantwoordelijk'
Deze screening zou dan moeten bestaan uit een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en een hartfilmpje. Er zou extra aandacht moeten zijn voor sporters die in een risicogroep vallen. Daarom moet rekening gehouden worden met bijvoorbeeld: hart- en vaatziekten in de familie, leeftijd, geslacht en intensiteit van het sporten.
De sportcardioloog geeft daarnaast aan dat amateursporters zelf kunnen nagaan of zij in een risicogroep zitten door het invullen van een online-vragenlijst of naar een sportarts kunnen gaan, maar dat je als sporter wel altijd zelf verantwoordelijk bent. "Iemand is zelf verantwoordelijk of hij/zij nagaat of je tot een risicogroep behoort en wat je er vervolgens mee doet. Je bent dan zelf verantwoordelijk wat je met die informatie doet. Als sporten je wordt afgeraden, maar je gaat bijvoorbeeld toch voetballen met je kinderen, dan is dat je eigen risico."
Ondanks dat preventieve screening het aantal overledenen zou kunnen verminderen, pleit Panhuyzen-Goedkoop niet voor een jaarlijkse massale screening van elke amateursporter. "Dat zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot onzekerheid voor de sporter, terwijl er niets aan de hand is."
Goed systeem in Nederland
Ook de Hartstichting deelt deze mening. "Een plotse hartdood bij sporters is zeldzaam. Er kunnen tal van onderliggende hartafwijkingen zijn die tot plotse dood kunnen leiden. Op dit moment zijn er geen testen die al deze aandoeningen op grote schaal efficiënt kunnen aantonen of uitsluiten tegen aanvaardbare kosten. Ook de gevolgen van met name de fout-positieve uitslagen zijn nog een te groot obstakel om structurele screening in te voeren."
Tot slot geeft sportarts Aernout Snoek aan dat we het in Nederland goed voor elkaar hebben. "We hebben bij sportvelden overal AED's hangen en ook een systeem waarbij omstanders gealarmeerd worden om te reanimeren. Daardoor sterven minder mensen. Dat werkt fantastisch."