Opkomst verkiezingen opvallend laag, vrees dat het erger wordt

Bij de gemeenteraadsverkiezingen gingen dit jaar veel minder mensen naar de stembus dan vier jaar geleden. Vooral in de grote steden werd een stuk minder gestemd. Experts vrezen dat dit alleen maar erger wordt. "Mensen voelen zich dom en niet gehoord."
Om te beginnen: de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen ligt traditioneel laag. Vier jaar geleden lag de landelijke opkomst nog op 55 procent, deze verkiezingen op 50,9 procent. Ter vergelijking: de opkomst voor de Tweede Kamerverkiezingen was vorig jaar 78,7 procent, en vier jaar eerder 81,9 procent.
Lage opkomst steden
In Rotterdam was er een opkomst van 38,9 procent, tegenover 47 procent vier jaar eerder. Amsterdam: 46 procent dit jaar, 52,2 procent in 2018. En ook in Utrecht en Den Haag was de opkomst lager dan tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen.
Volgens politicoloog Chris Aalberts van de Erasmus Universiteit komt dit omdat de meeste mensen niet weten wat de verschillende partijen doen in de raad, laat staan dat ze weten wie erin zit. Hij legt dit uit aan de hand van een voorbeeld. "In Rotterdam had je de campagnefilm van de VVD met lijsttrekker Vincent Karremans. Dat vinden de hoogopgeleiden mensen allemaal heel interessant, maar de werkelijkheid is dat niemand in Rotterdam hem kent."
"Dat is het probleem. Mensen komen niet opdagen, omdat ze niemand kennen. Wat voor verschil je stem maakt, weet je dan ook niet."
Versnippering
Wat ook meespeelt, is de versnippering van de politieke partijen in de gemeenteraad. "In Haarlem heb je bijvoorbeeld vijftien fracties", vertelt Aalberts. "Daarvan zijn er vier fracties met meer dan twee zetels, en dus elf met minder dan twee. Zij zullen straks amper aandacht krijgen", voorspelt hij. "Als burger heb je geen idee wat bijvoorbeeld het CDA in Haarlem doet. Dat weet je alleen als je je erin verdiept, en dat doen de meeste mensen niet."

De opkomst in verschillende steden was laag, maar er viel nog iets op: de verschillen in opkomst tussen wijken. In Rotterdam bijvoorbeeld was de opkomst in een wijk in Rotterdam-Noord 56,7 procent (Hillegersberg) tegenover een opkomst van 18 procent in een wijk in Rotterdam-Zuid (Carnisse-Zuiderland).
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Socioloog Kjell Noordzij legt uit dat in het algemeen geldt: de karakteristieken van de gemeente beïnvloeden de opkomst. "De opkomst is hoger in gemeenten waar meer mensen met een hoge sociaaleconomische status wonen", zegt hij. "Dat verklaart ook het verschil tussen wijken. In wijken waar het omgekeerde het geval is, is de opkomst lager."
'Niet begrepen voelen'
Kjell deed onderzoek naar de vraag waarom praktisch geschoolden minder vertrouwen hebben in de politiek. "Ze hebben het idee dat politici ver afstaan van hun leefwereld", zegt hij. "Dat ze op hen neerkijken om hoe ze denken en eruitzien. Ze hebben niet het idee dat politici hun ervaringen begrijpen."
Aalberts is het daarmee eens. "Mensen in rijkere wijken weten waar de verkiezingen over gaan. Ze hebben allemaal een krant en redenen om te stemmen", zegt hij. "Maar mensen in armere wijken hebben daar geen reden toe. De meeste politici kunnen en willen geen contact met hen maken. Die mensen hebben niet het gevoel dat er iets voor hen kan worden betekend."
Daarnaast noemt Kjell een aantal andere mogelijke oorzaken voor de lage opkomst. "Mensen weten minder over de gemeenteraad, het vertrouwen in de politiek is laag, weinig media-aandacht en de oorlog in Oekraïne die veel aandacht opeist. "Al kan dat laatste ook juist ervoor zorgen dat mensen inzien hoe belangrijk een democratie is."
Trend
Feit blijft dat de opkomst enorm laag was. Politicoloog Aalberts waarschuwt dat dit steeds erger wordt als er niet serieus naar gekeken wordt. "Het past binnen een trend van de laatste jaren. Mensen voelen zich niet gehoord. Ze voelen zich vaak afgeschilderd als dom omdat zij zich niet druk genoeg maken om het klimaat, of het stikstofbeleid."
Wil je meer mensen naar de stembus krijgen, dan moet voor burgers duidelijker worden wat lokale partijen willen en kunnen, zegt hij. "En wat daarvan gerealiseerd kan worden als de partijen groot worden."
Kjell vindt dat politici nog meer verbinding moeten zoeken met mensen in wijken waar de opkomst laag is. "Ze moeten meer laten zien dat ze weten wat speelt", zegt hij. Ook hoort hij dat sommigen het hebben over een stemplicht. "Uit onderzoek blijkt inderdaad dat dan de opkomst hoger kan zijn. Al ben ik zelf geen fan. Stemmen moet echt uit jezelf komen."
Oorzaken lage opkomst
Op basis van gegevens van opinieonderzoek door Ipsos is een aantal vragen over de lage opkomst al te beantwoorden, meldt de NOS.
Als belangrijkste reden om niet te stemmen geven de thuisblijvers aan dat ze niet zeker zijn op welke partij ze moeten stemmen (32 procent). Geen vertrouwen in gemeentelijke politiek (28 procent) en geen interesse (27 procent) volgen verder als belangrijkste redenen. 48 procent zou wel zijn komen opdagen bij landelijke verkiezingen. Niet-stemmers hebben minder vertrouwen in de gemeentelijke en landelijke politiek dan mensen die wel naar de stembus gingen.
Een groot deel van de mensen die niet gingen stemmen heeft dit al langer geleden besloten (23 procent). Een flink aandeel van de niet-stemmers doet dit nooit (38 procent). Een derde van de niet-stemmers besloot in de afgelopen anderhalve week de verkiezingen aan zich voorbij te laten gaan.