Politie haalt in 307 gemeenten eigen norm voor aanrijtijden bij noodgevallen niet

De politie streeft ernaar om in negentig procent van de spoedgevallen binnen een kwartier ter plaatse te zijn, maar in slechts 35 gemeenten werd dat streven gehaald in 2024. Dat blijkt uit cijfers van de politie zelf, die RTL Nieuws analyseerde.

Eerder constateerde RTL Nieuws al dat aanrijtijden van ambulances toenemen en dat er meer dan 60 dorpen in Nederland zijn waar ambulances bij de hoogste spoed vaker buiten dan binnen de norm arriveren. Nu blijkt dat ook de politie moeite heeft om bepaalde gebieden bij nood tijdig te bereiken.

Reactietijden politie per gemeente

In 307 gemeenten lukte het niet om de eigen doelstelling te behalen. Op Terschelling, Vlieland en het Zeeuwse Tholen was de politie zelfs in meer dan de helft van de gevallen pas na 15 minuten ter plaatse.

In vergelijking met voorgaande jaren waren de reactietijden van de politie vorig jaar het laagst in zeker 10 jaar tijd. 83,7 procent van de spoedritten arriveerde binnen een kwartier.

Politie ondanks daling 'tevreden'

Toch zegt de politie zelf 'tevreden' te zijn met het resultaat. Een tekort aan personeel in combinatie met een toename van spoedmeldingen die onder andere gerelateerd zijn aan verkeer en geweld zorgt er volgens de politie voor dat er soms keuzes gemaakt moeten worden.  

"Noodhulp heeft nog altijd prioriteit. Het is het eerste potje wat gevuld wordt, maar personeel kan maar op één plaats tegelijk zijn", laat woordvoerder David Howes-Smith weten. De politie zegt er 'geen zicht' op te hebben of er als gevolg van langere reactietijden mogelijke calamiteiten zijn geweest. 

Aanrijtijden zijn in landelijke en uitgestrekte gebieden volgens de politie langer en worden ook beïnvloed door aanwezigheid van rivieren, bruggen en spoorlijnen. De streefnorm biedt daarom volgens de politie houvast om op lokaal niveau in gesprek te gaan over verbeteringen, maar tegelijkertijd waarschuwt de politie ervoor dat enkel vasthouden aan de normen ten koste zal gaan van ander politiewerk.  

"We zouden ervoor kunnen kiezen om veel extra capaciteit in te zetten op noodhulp, puur om onze doelstellingen te behalen, maar dat gaat dan altijd weer ten koste van iets anders. We willen juist ook politie inzetten om calamiteiten te voorkomen." Korpschef Janny Knol waarschuwde eerder al dat mensen bij noodhulp in de toekomst wellicht langer moeten wachten.

Brandweer vaker op tijd bij brand

De brandweer zag als enige noodhulpdienst het aantal spoedritten de afgelopen jaren afnemen. En ook het aantal branden waarbij de brandweer later dan de maximumnorm van 18 minuten ter plaatse was, neemt af. Vorig jaar waren dat er ruim 600, blijkt uit cijfers van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) die RTL Nieuws analyseerde.

Ook bij de brandweer zijn flinke regionale verschillen in opkomsttijden. Zo was de brandweer bij branden in Zeeland vorig jaar in bijna 5 procent van de gevallen na de wettelijke maximumtermijn van 18 minuten ter plaatse. In Twente was dat in minder dan twee procent van de ritten het geval.

Als er wordt uitgerukt voor hulpverlening met de hoogste prioriteit is de brandweer wel langer onderweg dan in voorgaande jaren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ondersteuning bij ongevallen, incidenten met gevaarlijke stoffen en de inzet van duikers. 

'Kan soms niet anders'

Brandweercommandant Anton Slofstra is binnen Brandweer Nederland portefeuillehouder incidentbestrijding. Hij erkent dat er situaties zijn waar de brandweer langer onderweg is. Dat is volgens Brandweer Nederland toe te schrijven aan meer verkeer en verkeersmaatregelen. "Denk aan de toename van verkeersheuvels, 30 km/u-zones, wegafzettingen en andere snelheidsremmende maatregelen. Daar heeft zowel de brandweereenheid die snel door het verkeer moet last van, als ook de vrijwilliger die vanuit thuis of werk naar de kazerne moet rijden bij een melding."

Bij moeilijk bereikbare gebieden kijkt de brandweer volgens Slofstra naar mogelijkheden om preventieve maatregelen te nemen, zoals het plaatsen van rookmelders die brand eerder ontdekken. "Er zijn gewoon plekken waar je er langer over doet. Dat kan soms gewoon niet anders. We kijken wat voor voorzieningen we in die gebieden kunnen treffen in de wetenschap dat de brandweer er wat langer over doet om daar te komen."