Gehandicapte kinderen hebben nog steeds veel te weinig speelplekken
Er moet veel meer haast gemaakt worden met de aanleg van speeltuinen die ook geschikt zijn voor gehandicapte kinderen. Die oproep doen politici en betrokkenen."Er liggen mooie beloftes, maar met mooie praatjes heb je nog geen spelende kinderen."
De ambitie van het kabinet was twee jaar geleden glashelder: er moesten veel meer speeltuinen komen waar ook kinderen met een handicap konden spelen.
D66 wil zelfs dat de helft van de gemeenten zo'n speeltuin zou krijgen. "Iets waarvan de minister destijds heeft toegezegd dat hij zich er hard voor zou gaan maken", zegt D66-Kamerlid Vera Bergkamp.
Kinderen hebben recht op spelen
D66 heeft samen spelen voor alle kinderen hoog op de agenda staan, en dus vroeg de partij cijfers op over de actuele stand van zaken. "Teleurstellend. De minister kan ons geen cijfers geven. We weten dus niet of er meer speeltuinen toegankelijk zijn geworden en hoeveel dan. We willen daar echt duidelijkheid over", zegt het D66-Kamerlid.
Want: "Spelen is ontzettend belangrijk voor alle kinderen, of kinderen nu een handicap hebben of niet." Goed kunnen buitenspelen is zelfs zo belangrijk dat het recht erop is opgenomen in het VN-kinderverdrag.
De verantwoordelijkheid ligt voor een groot deel bij de gemeenten. Die moeten de speeltuinen aanleggen of ombouwen. Vera Bergkamp: "De minister heeft een coördinerende functie. Hij moet de gemeenten faciliteren en stimuleren zodat het niet alleen bij mooie woorden blijft, maar gemeenten samen met speeltuinverenigingen en andere organisaties echt aan de slag kunnen gaan."
Ilse van der Put is voorzitter van de Speeltuinbende, een landelijke beweging die zo veel mogelijk speeltuinen en -plekken toegankelijk maken voor alle kinderen.
Ook de Speeltuinbende heeft geen harde cijfers. "Dat komt omdat er allerlei soorten speeltuinen zijn, in handen van de gemeente, of particulieren", licht Van der Put toe.
Veel gepraat en plannen
Wél vangt Van der Put signalen op door het hele land en die zijn nog weinig rooskleurig. "Er moet echt nog een hoop werk worden verzet", zegt Van der Put.
"Er komen in gemeenten wel mensen in beweging, maar het duurt allemaal te lang en het gaat te traag. Het is nog lang niet genoeg, gemeenten moeten echt aan de slag. Kinderen kunnen niet spelen in gepraat. Daarom pleiten wij, samen het Gehandicapte Kind en Jantje Beton en vele andere organisaties, dat de minister geld beschikbaar stelt voor een landelijk kennisloket waar cijfers en kennis gebundeld kunnen worden."
Boel geld
De reden waarom het zo lang duurt? Geld. Een samenspeeltuin kost al snel 60.000 euro. Speeltuinen ombouwen zodat ze toegankelijker worden, is soms nog duurder. Het werk zit hem vooral in de paden en de indeling van het park.
Van der Put: "Mooie plannen struikelen vanwege het gebrek aan geld. Zo is in Alkmaar een plan voor een speeltuin deze week in de gemeenteraad afgekeurd. Te duur."
Haast is geboden
Toch is haast geboden. Van der Put kaart een actueel onderzoek aan over vriendschappen onder gehandicapte kinderen.
"Daaruit blijkt dat 85 procent van de gehandicapte kinderen geen vriendjes of vriendinnetjes heeft in de buurt waar ze wonen. Diep treurig. Juist speeltuinen kunnen een heel belangrijke functie hebben in het maken van vriendschappen."
Goede voorbeelden
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet ook het belang. Afgelopen week is naar alle gemeenten een bundel gegaan met tips en ideeen voor een samenspeelbeleid, laat een woordvoerder weten.
En, er gebeuren in sommige gemeenten ook echt mooie dingen, benadrukt Van der Put. "In De Hoef in de gemeente Utrecht is onlangs een prachtige natuurspeeltuin opengegaan waar alle kinderen kunnen spelen."
En in het Brabantse Bergeijk is vorige week bekend geworden dat de gemeenteraad het verzoek van de kindergemeenteraad voor een samenspeelplek unaniem heeft aangenomen. De gemeente heeft daarvoor 60.000 euro vrijgemaakt. "Het kan dus wel."