Onderzoek

Meer longontstekingen in de buurt van intensieve veeteelt

Door RTL Nieuws / Ron Kragten··Aangepast:
© ANPMeer longontstekingen in de buurt van intensieve veeteelt
RTL

Bewoners van plattelandsgemeenten met veel intensieve veeteelt krijgen veel vaker een longontsteking dan bewoners van gebieden met weinig veeteelt. Dat blijkt uit een onderzoek dat de ministers Martin van Rijn (Medische Zorg) en Carola Schouten (Landbouw) naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.

Het onderzoek vond plaats in een gebied met intensieve veeteelt dat zich uitstrekt over de provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel. De gegevens van patiënten van huisartsenpraktijken in dat gebied werden vergeleken met die in een controlegebied met weinig veeteelt.

Daarbij werd vastgesteld dat in de periode 2014-2016 in de genoemde provincies 18 op de 1000 patiënten een longontsteking opliepen, terwijl dat in het gebied zonder intensieve veeteelt in dezelfde periode bij 14 op de 1000 het geval was.

Mogelijk door fijnstof

Het is volgens hoofdonderzoekster Lidwien Smit van de Universiteit Utrecht een bevestiging van een eerder, op dezelfde wijze uitgevoerd onderzoek in Brabant en Limburg. Daar bleken 19 tot 20 van de 1000 patiënten een longontsteking te hebben gehad. Het ging toen om een vergelijking van patiëntgegevens uit de periode 2009-2016.

Dagelijkse update

Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update

Smit kan niet zeggen wat precies de oorzaak is van het verhoogde aantal longontstekingen. ''Het zijn observaties. We moeten daar meer onderzoek naar doen. Een mogelijke verklaring is dat er veel fijnstof in de lucht zit in gebieden met intensieve veeteelt. Luchtvervuiling kan longontsteking veroorzaken.''

Meer klachten aan luchtwegen

De twee studies maken deel uit van een een al lang lopend onderzoeksprogramma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden, waarbij behalve de Universiteit Utrecht ook het RIVM, de Wageningen Universiteit en het Nivel betrokken zijn.

Smit: ''Tien jaar geleden zijn we er mee begonnen omdat huisartsen melding maakten van meer klachten aan luchtwegen in gebieden met intensieve veeteelt. Wij hebben vastgesteld dat longontstekingen in die gebieden meer voor komen. Verder is vastgesteld dat mensen die aandoeningen hebben aan de luchtwegen in deze gebieden vaker naar de dokter gaan dan elders."

Geitenhouderij onder de loep

Een speciale rol in het onderzoek is weggelegd voor geitenhouderijen. Vastgesteld is dat longontstekingen vaker voorkomen bij mensen die dicht bij een geitenhouderij wonen. Op een afstand tot 500 meter gaat het om 70 procent meer en bij 1000 meter afstand is het 20 procent meer. De onderzoekers hadden dat ook al vastgesteld bij de studie in Brabant en Limburg en trekken daarom nu de conclusie dat dit voor heel Nederland geldt.

Aanvankelijk werd volgens onderzoekster Smit gedacht dat het met de Q-koorts-uitbraak te maken had. ''Maar ook daarna waren er nog steeds meer longontstekingen bij mensen die dicht bij een geitenhouderij wonen. Wat de oorzaak is weten we niet. Er komen vervolgstudies die dat duidelijk moeten maken. De geitenhouders willen het ook graag weten. Want misschien kunnen ze er dan wat aan doen."

Inmiddels hebben alle provincies in Nederland de vestiging van nieuwe geitenhouderijen of de uitbreiding van bestaande stopgezet. Ze geven daarvoor geen vergunningen meer af. De ministers Van Rijn en Schouten stellen in hun reactie op het onderzoek, dat dit een goede stap is en dat ze het beleid van de provincies steunen.

De ministers Van Rijn en Schouten vinden het onderzoek aanleiding om volop te blijven inzetten op het terugdringen van de uitstoot van fijnstof uit stallen, schrijven zij aan de Tweede Kamer. Zij wijzen er op dat fijnstof niet alleen een rol speelt bij longontstekingen maar ook andere gezondheidsrisico’s meebrengt.

Buren van geitenhouderijen hebben verhoogde kans op longontsteking
Lees ook

Buren van geitenhouderijen hebben verhoogde kans op longontsteking

Lees meer over
Martin van RijnCarola SchoutenWageningen UniversiteitUniversiteit UtrechtNivelRIVMVeehouderijGezondheidNederland