Kamer krijgt bedrijfsarts

Waarom Tweede Kamerleden met bosjes omvallen: 'Op het eind trok ik het niet meer'

Door Agnes de Goede··Aangepast:
Waarom Tweede Kamerleden met bosjes omvallen: 'Op het eind trok ik het niet meer'
RTL

Nog nooit hadden zoveel politici een burn-out. Kamervoorzitter Vera Bergkamp komt daarom in actie: met een heel pakket aan bedrijfszorg. Maar waarom vallen Kamerleden met bosjes om? Vijf redenen. "Het ligt ook aan de Kamerleden zelf."

Pieter Omtzigt, Renske Leijten, Esther Ouwehand en oud-ministers Bas van 't Wout en Bruno Bruins. Kamer- en kabinetsleden bezweken stuk voor stuk onder de hoge werkdruk. Een nieuw pakket aan bedrijfszorg moet Kamerleden beter ondersteunen. Er komt een bedrijfsarts, een maatschappelijk werker en politici  kunnen een 'health check' doen.

Vijf redenen waarom Kamerleden met bosjes omvallen:

Archieffoto Pieter Omtzigt
Archieffoto Pieter Omtzigt

1. Het ligt aan de Kamerleden zelf 

Kamerleden bezorgen zichzelf veel werk. Uit cijfers van de Universiteit Leiden blijkt dat er ieder jaar bergen aan moties worden ingediend. Vorig jaar maar liefst 4348 moties. Ter vergelijking: in 2000 waren dat er nog 745.

Een motie schrijven én behandelen kost veel tijd. Oud-Kamerlid Kees Verhoeven kon zich er vreselijk aan ergeren. "Avondenlang zat je in de Kamer te wachten omdat er nog een motie ingediend kon worden waarover gestemd moest worden. En daar ging je weer: knikkebollend, middenin de nacht in de auto terug naar huis." Verhoeven zat voor D66 ruim elf jaar in de Kamer en vraagt al jaren om meer aandacht voor dit probleem.

Ook het aantal schriftelijke vragen stijgt. Vorig jaar werden er 2955 Kamervragen ingediend. In 2000 waren dat er 'nog' 1765. Ministers halen vaak de termijn van beantwoording niet.

Kees Verhoeven zat namens D66 11 jaar in de Kamer.© ANP
Kees Verhoeven zat namens D66 11 jaar in de Kamer.

2. Gebrek aan ondersteuning

Dat Kamerleden door hun hoeven zakken, komt ook door het gebrek aan ondersteuning. Onder het mom van 'soberheid' en 'efficiency' is daar flink op beknibbeld, terwijl fractiemedewerkers belangrijk zijn omdat ze praktisch en inhoudelijk ondersteunen.

Universitair docent Simon Otjes van de Universiteit Leiden: "Uit onderzoek blijkt dat een Kamerlid gemiddeld 1,5 beleidsmedewerker heeft. Het SP-Kamerlid is koploper en heeft er gemiddeld 2,5. Nog altijd erg weinig, stelt Otjes. "In Duitsland zijn er 7,23 fractiemedewerkers per Kamerlid."

Oud-D66-leider Pechtold sprak bij zijn vertrek de legendarisch woorden: "Niemand durft te zeggen dat het te weinig is. En ministeries hebben duizenden ambtenaren." Hugo de Jonge, minister van VWS, plaatste vorig jaar een foto op Twitter met daarop een horde aan ondersteuning bij het debat: 

Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.

3. Het houdt nooit op

Het werk houdt nooit op. Dat was Kamerlid Verhoeven vooral een doorn in het oog. "De zichtbaarheids- en cameradrang gingen altijd maar door." Naast Kamerlid was Verhoeven ook vader van vier kinderen. "Een werkweek van 60 uur was normaal. In campagnetijd nog wel meer. Er was geen stop."

Vanuit de fracties voelen Kamerleden vaak de druk om altijd 'aan' te staan. "Nog even reageren op dat stukje op de site van de Telegraaf of een tweetje over een nieuwsitem. Door Twitter en de onlinenieuwssites gaat het werk altijd maar door.  Het was op het eind eigenlijk niet meer te doen", vindt het oud-Kamerlid.

4. Cultuur is er een van werken en aanstaan

Kamervoorzitter Bergkamp stelt nu een bedrijfsarts en maatschappelijk werker beschikbaar. Een goede eerste stap, maar niet genoeg zeggen deskundigen. Verhoeven vraagt al jaren aandacht voor de werkdruk voor Kamerleden.  "Er is echt een cultuurdoorbraak nodig", vindt hij.  Hoe? "Door een eindtijd van debatten van 23.00 uur. Een keiharde deadline. En door de debatten beter te plannen. Niet om 17.00 uur een groot debat. Daar ligt een taak voor de Kamervoorzitter."

En bij het maken van moties kunnen Kamerleden ook eerst kijken of ze medestanders kunnen vinden voordat ze hem indienen. "De lat voor het indienen van moties kan hoger. Net als het aanvragen van dertigledendebatten", zegt Otjes.

Hij berekende: tussen 2012-2021 zijn er 687 minderheidsdebatten aangevraagd door Kamerleden. Een kwart van die debatten ging maar door. "De rest werd teruggetrokken omdat het te lang duurde voor het debat kon worden ingepland."

5. Fracties zijn veel kleiner geworden

Nog een belangrijk onderdeel waardoor het Kamerwerk zwaarder is geworden. De grootte van fracties. Vroeger had je veel grotere fracties dan nu, weet politiek commentator Frits Wester. "In de jaren '80 had het CDA 54 Kamerleden en de PvdA 52 leden. In die fracties werd gevochten om woordvoerderschappen. Sommige Kamerleden hadden bijna niets te doen. Zo was de visserij bij het CDA verdeeld onder drie Kamerleden: er was de portefeuille zeevisserij, een Kamerlid deed de binnenvisserij en dan had je nog de sportvisserij."

Nu zijn er veel kleine en zelfs eenmansfracties. Neem bijvoorbeeld een Caroline van der Plas (BBB) en Sylvana Simons (Bij1). "Zij moeten als als eenmansfractie echt keuzes maken welke debatten zij doen, anders is het werk niet uit te houden. Kamerleden die zich afscheiden hebben het helemaal zwaar: zij krijgen nog minder ondersteuning dan iemand die in zijn eentje rechtstreeks is gekozen." 

De lijst van burn-outs groeit

  • Kamerlid Rens Raemakers kreeg in 2019 een burn-out. Onlangs werd hij weer ziek.
  • Minister Bruno Bruins werd begin vorig jaar onwel tijdens een Kamerdebat vanwege oververmoeidheid. Hij keerde niet terug.
  • Februari 2021: Kamerlid Pieter Omtzigt zit maanden thuis vanwege oververmoeidheid.
  • Ook CDA-Kamerlid Harry van der Molen krijgt een burn-out.
  • Renske Leijten werkte klokje rond vanwege de toeslagenaffaire. Ze overwoog serieus te stoppen als Tweede Kamerlid door haar burn-out.
  • Ook PvdD-leider Esther Ouwehand kan erover meepraten.
  • In mei legde demissionair minister Bas van ’t Wout van Economische Zaken en Klimaat zijn werk neer vanwege een burn-out.