Nog geen duidelijkheid over 1115 uit huis geplaatste toeslagenkinderen
Het kabinet kan niet zeggen of er al uit huis geplaatste kinderen zijn herenigd met hun ouders. Daarvoor is het te vroeg. Het team dat moet kijken of kinderen terug naar hun ouders kunnen, is nog maar net van start. Kamerleden begrijpen niet waarom het allemaal zo lang duurt.
Oktober vorig jaar werd bekend dat tussen 2015 en 2020 zeker 1115 kinderen van toeslagenouders uit huis zijn geplaatst. Het kabinet beloofde te kijken of gezinshereniging mogelijk is. Vanwege de zorgvuldigheid kost dit tijd, schrijft minister Weerwind in een brief aan de Tweede Kamer.
Er is een landelijk ondersteuningsteam opgericht dat ouders en uit huis geplaatste kinderen hulp gaat bieden. Per geval wordt bekeken of hereniging wenselijk en mogelijk is. Weerwind wijst er op dat dit alleen kan als de veiligheid en de ontwikkeling van het kind niet in het geding is.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Teleurgesteld
Uit de brief van het kabinet blijkt dat er nog geen kind terug naar huis is, zegt SP-kamerlid Kwint. "Terwijl sommige kinderen al jaren niet meer thuis zijn." Kamerlid Pieter Omtzigt wijst er op dat de uithuisplaatsingen al vier maanden geleden aan het licht kwamen. "Helaas laat dat het gebrek aan besef zien hoezeer ouders en kinderen getroffen zijn."
Ook DENK-Kamerlid Azarkan is teleurgesteld. "Ik mis de urgentie en daadkracht om het enorme leed dat ouders en kinderen is aangedaan recht te zetten. Ik begrijp de zorgvuldigheid, maar het moet sneller."
De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd doen onderzoek waarom kinderen uit huis zijn geplaatst, en of er een relatie is met de problemen die ouders hadden met de kinderopvangtoeslag. De resultaten worden eind dit jaar verwacht.