Preventieakkoord schiet tekort, gezonde toekomst raakt uit zicht: 'Beleid moet beter'
Voor een gezonde toekomst met minder roken, alcohol en obesitas zal er veel meer moeten gebeuren dan nu. Het Nationaal Preventieakkoord uit 2018 lijkt op alle fronten tekort te schieten. Kamerleden en deskundigen willen hardere maatregelen van het kabinet. "Het is gewoon niet eerlijk om tegen mensen te zeggen dat ze gezonder moeten eten terwijl 80 procent van de producten in onze supermarkten ongezond is."
In het Brabantse dorp Leende heeft de snackbar sinds een paar jaar naast friet en snacks ook gezonde producten op de kaart staan. En in de supermarkt is het aanbod steeds meer gericht op koolhydraatarme producten en sauzen met minder zout en suiker. Dit allemaal om de inwoners gezonder te laten leven.
Huisarts Norbert van den Hurk begon daar het project Gezond Dorp: "We zagen dat mensen met wat hulp veel gezonder konden gaan leven." De huisarts is van mening dat mensen zelf die stap moeten willen zetten, maar dat je ze daar wel een beetje bij moet helpen.
Preventieakkoord
Het Brabantse initiatief past helemaal bij de gedachte van het Preventieakkoord. In 2018 sloot het kabinet dit akkoord met allerlei partijen uit het veld. Het doel: een rookvrije generatie, minder overgewicht en minder overmatig alcoholgebruik. Uit een een grove berekening blijkt dat roken, overgewicht en alcohol elk jaar 35.000 doden en 9 miljard euro aan zorgkosten tot gevolg hebben.
Maar nu, vier jaar verder, zijn we weinig opgeschoten. Uit recent Europees onderzoek, in samenwerking met de Wageningen Universiteit en Universiteit Utrecht, blijkt dat ons land het heel slecht doet als het gaat om het beleid tegen overgewicht.
We worden met elkaar steeds dikker (de helft van de volwassenen heeft overgewicht) en ook het aantal rokers wil maar niet echt naar beneden.
Kleine stapjes
Er zijn weliswaar kleine stapjes gemaakt. Zo kunnen gemeenten snackbars bij scholen gaan weren, komt er een rookverbod bij speeltuinen en komt er een verbod op kindermarketing voor ongezond eten. Maar de echte grote plannen, zoals een suikertaks of het goedkoper maken van groente en fruit, laten op zich wachten.
Dat komt omdat de industrie en supermarkten andere belangen hebben dan gezondheidsorganisaties. En omdat de discussie zich vooral richt op de vragen: wie is verantwoordelijk en wie betaalt?
Too little too late
Het is 'too little too late', concluderen deskundigen, Kamerleden en ook KWF Kankerbestrijding. Het KWF en andere gezondheidsfondsen hebben daarom alle Kamerleden een brief gestuurd waarin het fonds de noodklok luidt. Morgen is er debat in de Tweede Kamer over leefstijlpreventie.
"Op alle fronten moet het beleid beter. Of het nu gaat om roken, alcohol of voeding", zegt KWF-directeur Carla Van Gils. Een derde van de nieuwe kankergevallen komt volgens KWF door een ongezonde leefstijl.
Veel te soft
Onderzoekers Sanne Djojosoeparto en Carlijn Kamphuis van de Universiteit Utrecht delen die oproep. "Er zijn vooral veel vrijwillige maatregelen. Het beleid is beperkt en zwak. Bij het Preventieakkoord zitten allerlei partijen om een tafel om met elkaar te praten, maar er zijn weinig harde afspraken of regels. Te weinig harde doelen ook", zegt Djojosoeparto.
De conclusie van de onderzoekers is helder: "Het is allemaal te soft. 80 procent van de artikelen in supermarkten is ongezond. Het is dan toch eigenlijk oneerlijk om mensen op te leggen een gezonde keuze te maken."
Andere landen
Andere landen worstelen er ook mee maar er zijn wel genoeg goede voorbeelden waar ons land uit kan putten. "Andere landen kunnen het blijkbaar wel, waarom wij dan niet? We moeten nu maatregelen nemen en hoeven zelf ook het wiel niet uit te vinden."
De oproep is vooral: stop met de vrijblijvendheid. Kamphuis: "We weten dat prijs een heel belangrijke factor is in keuzes die gemaakt worden. Maar groente en fruit zijn alleen maar duurder geworden: in 2019 is de BTW zelfs omhoog gegaan van 6 naar 9 procent. Dan denk ik: 'jongens, kom op. Dat is de verkeerde weg."
Wat volgens de onderzoekers ook werkt: duidelijke regels. "Bepaal landelijk hoeveel zout er in soep mag zitten. Dan is er geen concurrentie meer en hoeven fabrikanten niet bang te zijn dat mensen van de ene naar de andere concurrent overstappen."
Ook in de Tweede Kamer is er onvrede over het preventiebeleid. Dat het beter moet, vindt bijna iedereen. Maar hoe én op welke manier, daarin verschillen de partijen. Zo vindt de VVD niet dat er heel veel regels bij moeten komen, want de keuzevrijheid van mensen is ook wat waard. De liberalen willen liever gezondere keuzes stimuleren.
Regeringspartijen CDA en ChristenUnie zien juist meer heil in strengere regels. "Het gaat veel en veel te langzaam. De cijfers zijn alarmerend. En de maatregelen die we invoeren zijn stuk voor stuk goed bedoeld, maar het is te weinig," zegt Kamerlid Anne Kuik van het CDA.
Tegendruk
Kuik: "We moeten als overheid tegendruk gaan creëren. Tegen de commercie en de tabaksproducenten. Ik zie daarin echt een rol voor de overheid. Zien roken, doet roken. Als je in een ongezonde omgeving woont met bijvoorbeeld veel snackbars en tabakswinkels dan word je beïnvloed. We zijn niet allemaal in staat om gezonde keuzes te maken."
D66 vindt vooral dat er meer maatregelen moeten komen om obesitas onder jongeren tegen te gaan. En bij de PvdA zijn ze voor een veel strenger rookbeleid. Zo wil de PvdA het Nieuw-Zeelandse rookbeleid overnemen: een levenslang verbod voor kinderen. "Het is een belangrijke stap die ook wij moeten maken", zegt Mohammed Mohandis.
Zo doen andere landen het
Nieuw-Zeeland wil dat toekomstige generaties rookvrij blijven en geen tabak meer kunnen kopen. Het parlement heeft vandaag een pakket wetten aangenomen om roken tegen te gaan, waardoor het voor de meeste kinderen van nu hun leven lang verboden zal zijn om sigaretten te kopen.
Het Verenigd Koninkrijk heeft sinds 2018 een suikertaks ingevoerd. En dat heeft succes: een gemiddeld huishouden gebruikt daar nu 10 procent minder suiker, dan eerst.
In de Canadese provincie Quebec is op scholen, op tv, of in bushokjes kindermarketing over ongezond eten verboden. Sindsdien zijn de obesitascijfers onder kinderen in die provincie het laagste van het land.
Finland subsidieert gezonde voedselkantines en in Noorwegen zijn er afspraken met producenten om suiker- vet en zoutgehaltes naar beneden te doen.