Kabinet investeert 112 miljoen in versnellen bouw van ruim 24.000 huizen
Het kabinet trekt 112 miljoen euro uit om de bouw van 24.768 woningen te versnellen, op verschillende plekken in het land. Het gaat om woningbouwplannen die moeilijk financieel rond waren te krijgen. Dankzij de bijdrage van het Rijk lukt dat wel. Voorwaarde is dat de bouw binnen drie jaar begint.
De grootste bijdrage gaat naar Amsterdam voor de bouw van ruim 9000 woningen in de Bijlmer, Hamerkwartier en Osdorp. Voor het eerst sinds de invoering van de zogenoemde Woningbouwimpuls zitten er ook veel kleinere projecten bij. Zo krijgt Texel een bijdrage om de bouw van 222 flexwoningen mogelijk te maken, Bernheze een bijdrage voor 242 woningen en Beuningen voor 345.
Verder gaat er geld naar projecten in Enschede, Haarlem, Hengelo, Hoeksche Waard, Hof van Twente, Leeuwarden, Meppel, Purmerend, Rijswijk, Rotterdam, Stichtse Vecht, Venlo, Vlaardingen en Wijchen.
Niet onomstreden
De Woningbouwimpuls is niet onomstreden. Minister Kajsa Ollongren is er in het vorige kabinet mee begonnen om de woningbouw op stoom te krijgen en er ook voor te zorgen dat er voldoende betaalbare woningen werden gebouwd. Er is inmiddels meer dan een miljard in geïnvesteerd. De Rekenkamer concludeerde echter eerder dit jaar, dat onduidelijk is of de woningen er zonder de steun van de overheid niet zouden zijn gekomen.
Ondanks die kritiek wilde minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening doorgaan met de Woningbouwimpuls. Hij is ervan overtuigd dat het rijksgeld wel degelijk leidt tot versnelling van woningbouwprojecten en het realiseren van veel betaalbare woningen. Het geld kan worden gebruikt om obstakels weg te nemen en bouwplannen een laatste financiële zet te geven, schreef hij in een reactie op het rapport van de Rekenkamer.
Betaalbaar
De 112 miljoen euro is de vierde bijdrage die het Rijk levert. In totaal hadden gemeenten 29 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er 20 gehonoreerd, waarvan drie in Amsterdam. Van de 24.768 woningen is 68 procent betaalbaar. Dat wil zeggen dat het gaat om sociale huur, middenhuur of betaalbare koophuizen.
De Jonge kondigt aan dat gemeenten vanaf 15 februari weer projecten kunnen indienen voor de Woningbouwimpuls. Daarvoor is maximaal 250 miljoen euro beschikbaar. Voor betaalbare koopwoningen hanteert het kabinet dan een maximale koopprijs van 355.000 euro. Dat is nu nog de grens voor de Nationale Hypotheekgarantie. Die gaat volgend jaar naar 405.000 euro, maar De Jonge wil toch inzetten op goedkopere huizen.