Proef: hooligans uit drie steden moeten zich melden met Mini ID

Voetbalhooligans in Leeuwarden, Rotterdam en Utrecht moeten rekening houden met strengere handhaving. In die steden begint komende maand een proef met de digitale meldplicht. Deze steden zullen de Mini ID gaan gebruiken in de strijd tegen overlastgevende voetbalsupporters.
Supporters die een gebiedsverbod met digitale meldplicht opgelegd hebben gekregen, moeten zich op bepaalde momenten tijdens specifieke wedstrijden via de Mini ID met hun vingerafdruk melden. Dat schrijft minister Van Weel (J en V) in een brief aan de Tweede Kamer.
Voetbalsupporters die zich rond een wedstrijd misdragen, kunnen nu al een gebiedsverbod met digitale meldplicht krijgen. In de praktijk werkte dat echter niet goed, omdat er nog geen controletechniek bestond. Die techniek is er nu wel en wordt met deze proef getest in Leeuwarden, Rotterdam en Utrecht.
Relschoppers
Met de Mini ID kan worden nagegaan of iemand zich binnen of buiten het verboden gebied bevindt en of aan de meldplicht wordt voldaan. Van Weel: "Zo kunnen relschoppers met een gebiedsverbod makkelijker worden geweerd uit het verboden gebied."
Identificatie van de meldplichtige vindt plaats door middel van een vingerafdruk, via een klein draagbaar kastje. De foto van het kastje is bovenaan het artikel te zien.
De bewindsman waarschuwt hooligans die de regels overtreden: "Als de meldplichtige in het verboden gebied is op het moment dat diegene daar niet mag zijn, is er sprake van een overtreding en kan dit leiden tot vervolging door het OM. De digitale meldplicht helpt te voorkomen dat overlastgevers opnieuw de openbare orde verstoren."
Zwaar middel
Een fysieke meldplicht, waarbij personen zich op een bepaald tijdstip moeten melden op een afgesproken locatie, wordt weinig opgelegd. Dit wordt beschouwd als een te zwaar middel ten opzichte van de overtreding. Bovendien legt het beslag op de capaciteit van de politie, die op locatie de meldplichtige moet ontvangen en registreren. De digitale meldplicht neemt deze bezwaren weg.
De proef in Leeuwarden, Utrecht en Rotterdam duurt acht maanden. Daarna volgt een evaluatie. Als die evaluatie positief uitpakt, zal worden besloten over de landelijke invoering van de digitale meldplicht.