Meubels sneller weggegooid: 'Trendgevoelig en slecht voor planeet'
Nederlanders zijn de afgelopen jaren meer geld gaan uitgeven aan het interieur en dan voornamelijk aan meubels die niet al te lang meegaan. Dit is 'een bedreiging voor de planeet', zegt de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) in een advies. 'Fast furniture', zoals het wordt genoemd, is een blinde vlek volgens de adviesraad.
De titel van het rapport van de RLI, dat de regering en het parlement adviseert, laat niets aan de verbeelding over: 'Weg met de wegwerpmaatschappij'. Er wordt, niet geheel toevallig, op koopfestijn Black Friday gewezen op nadelige invloed van trendgevoelige en relatief goedkope spullen op de aarde. De onderzoekers keken naar kleding (fast fashion), elektronica en dus meubilair (fast furniture).
Ondergeschoven kindje
Waar fast fashion voor velen inmiddels geen onbekend begrip meer zal zijn, geldt dit waarschijnlijk wel voor fast furniture. "Een ondergeschoven kindje", zegt André van der Zande, commissievoorzitter bij de RLI. Daar baalt hij van, omdat de impact van de interieurindustrie groot is.
Zo zijn de bestedingen van huishoudens aan woninginrichting tussen 2000 en 2022 met bijna 23 procent gestegen. "We geven dus meer geld uit, terwijl de spullen goedkoper worden. Dit betekent dat volumes groeien en de omloopsnelheid hoger is", zegt Van der Zande. Inmiddels is 60 procent van de verkochte meubels 'fast', zogezegd.
Naar de verbrandingsoven
Hij vertelt dat meubilair onderhevig aan trends is geworden en dat kwaliteit door goedkope en niet-duurzame materialen slechter is geworden. Een bank wordt nu gemiddeld na zeven jaar weer de deur gewezen. "Dat zegt genoeg."
Van der Zande refereert niet per se aan het milieubelastende productieproces van meubels, maar juist op de 'achterkant'. In het rapport staat dat er jaarlijks ongeveer 80 kiloton aan meubels wordt afgedankt. "Daarvan wordt 90 procent verbrand."
Trendgevoelig
Interieurstylist Roos Reedijk herkent het beeld dat Van der Zande schetst. Ze vertelt dat sobere inrichtingen plaats hebben gemaakt voor trendgevoelige interieurs. "Het is net als mode. Mensen doen elkaar allemaal na en gaan niet meer voor degelijk. Veel meer mensen zijn nu met interieur bezig." Volgens haar zijn de tijden dat je een Chesterfield voor het leven kocht verdwenen.
Van der Zande zegt dat bedrijven die oorspronkelijk andere dingen verkochten ook zien dat er geld verdiend kan worden op de interieurmarkt. Zo zie je dat traditionele textielbedrijven als H&M, Zara, Primark en Mango inmiddels ook uit de kluiten gewassen home-afdelingen hebben. Hij heeft het ook over tuincentra. '"Zeker met kerst."
Slecht voor de natuur
En dan er zijn er natuurlijk ook de bedrijven juist hun bekendheid hebben verworven met fast furniture. Er moet dan gedacht worden aan bijvoorbeeld Ikea, Kwantum, Leen Bakker en Trendhopper. Bedrijven die expliciet in het rapport genoemd worden. Zij maken producten die over het algemeen zijn geproduceerd van laagwaardig plaatmateriaal en kunststoffen. Materialen die slecht zijn voor de natuur en gezondheidsschade kunnen berokkenen bij fabrieksarbeiders.
Toch wijst Van der Zande niet met de beschuldigende vinger naar deze bedrijven. Hij ziet dat ook zij hun verantwoordelijkheid proberen te nemen. Zo lanceerde Ikea deze week een campagne waarin de verkoop van tweedehands meubels wordt gestimuleerd. In bushokjes en in kranten wordt niet geadverteerd met nieuwe producten, maar met Ikea-artikelen die mensen willen verkopen.
Verantwoordelijkheid nemen
"Wij zijn zo'n grote speler, dus willen ook onze verantwoordelijkheid nemen", zegt woordvoerder Jurriaan Zuiderhoek van het van oorsprong Zweedse bedrijf. "Wij wilden op Black Friday bewustzijn creëren.
Zuiderhoek vertelt verder er op productniveau ook nagedacht wordt over hoe het beter kan. "Bij de nieuwe Billy-boekenkasten zijn schroeven vervangen voor een kliksysteem. We verkopen ook alleen nog maar oplaadbare batterijen en proberen rekening te houden met grondstoffen."
Minder zuinig op goedkope spullen
Zuiderhoek voegt daaraan toe dat het nou eenmaal zo is dat zijn bedrijf producten verkoopt in allerlei prijsklassen. Hierdoor zit er toch echt wel een verschil in materiaal. Ook zorgen de lagere prijzen voor een andere houding van klanten.
Mensen zijn nu eenmaal minder zuinig op een tafeltje van 20 euro, waardoor dat product sneller wordt vervangen. "Je moet zo'n tafeltje van 20 euro niet zien als iets van 20 euro, maar als iets wat lang meekan. Als je het bijvoorbeeld schildert of aan iemand anders geeft of verkoopt."
Consument is weerloos
Van der Zande van de RLI vindt dat de overheid de handschoen op moet pakken. Hij komt met enkele plannen. "Stimuleer bedrijven om producten ook weer op te halen. Het lukt ze ook om iets binnen 24 uur te bezorgen. Schaf de BTW op reparaties af, geef klanten het recht op reparatie en zorg voor heffingen voor bedrijven die vervuilend produceren." We mogen van hem niet teveel verwachten van de consument. "Die wordt verleid door bedrijven en is weerloos."