Kernenergie wint aan populariteit, zowel in de politiek als onder de bevolking
Steeds meer mensen zijn voorstander van kernenergie, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Ook in de nieuwe Tweede Kamer tekent zich een grote meerderheid af: alleen GroenLinks-PvdA, de SP en PvdD (samen goed voor 32 zetels) zijn nog tegen kernenergie.
Vooral Groenlinks-PvdA leider Timmermans toonde zich tijdens de campagne een fel tegenstander van kerncentrales. Ze 'duren lang, zijn duur en worden nog duurder', vindt hij. Dat is waar, zegt energie-onderzoeker Ruut Schalij, maar ook niet de goede reden om geen kerncentrales te bouwen.
Meer Nederlanders voorstander van kernenergie
Uit een peiling van het CBS blijkt dat 36 procent van de Nederlanders meer kernenergie wil. Een minderheid, maar wel eentje die groeit: in 2020 ging het om nog maar een kwart van de Nederlanders. Tegelijkertijd is de groep die minder of helemaal geen kernenergie wil gebruiken gekrompen van 43,2 procent naar 27 procent. 13,9 procent wil evenveel kernenergie gebruiken als nu, de rest heeft geen mening.
Overigens ligt de steun voor kernenergie lager dan die voor zonne-energie (78 procent) en windenergie (69 procent). De minst populaire energiebronnen zijn aardolie en steenkool (beide 2,1 procent).
Kijken naar het hele systeem
Er bestaan verschillende doorrekeningen van wat kernenergie kost in vergelijking met andere energiebronnen. Zo rekende het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie uit dat duurzame energie zoals windenergie (40 euro per MWh) en zonne-energie (52-70 euro per MWh) goedkoper zijn dan kernenergie (90 euro per MWh).
Schalij vindt dit soort cijfers, naast dat ze met veel onzekerheid zijn omgeven, 'een beetje populistisch'. Want alhoewel stroom uit wind en zon goedkoop is, is het ook onregelmatig. De ene dag waait het immers harder dan de andere. En dit soort rekensommen houden geen rekening met de investeringen die nodig zijn om dat op te vangen.
Batterijen
"Het zou straks kunnen dat je tien of twintig keer zoveel elektriciteit produceert als je nodig hebt. Dus om dat te gebruiken heb je bijvoorbeeld batterijen nodig. Dat maakt die goedkope stroom weer duurder."
Schalij vindt daarom dat je het beste kan kijken naar het hele systeem: een energiesysteem met kernenergie, of een energiesysteem zonder.
"Welk systeem goedkoper is, daar is eigenlijk geen zinnig woord over te zeggen", zegt Schalij. Kerncentrales zijn duurder om te bouwen (vijf tot 10 miljard aldus sommige schattingen) dan bijvoorbeeld windparken, maar hebben weer minder dure opslagsystemen nodig. Bovendien zijn dit soort berekeningen zo onzeker, dat elk financieel verschil 'wegvalt in de foutmarge'.
Politieke keuze
Het maakt dat de afweging om wel of niet in te zetten op meer kernenergie vooral een politieke keuze is, en geen financiële. Als de politiek het risico op een kernramp niet wil nemen, of het probleem van kernafval te groot vindt, kunnen dat argumenten zijn om geen nieuwe kerncentrale te bouwen. Schalij denkt dat het dan wel langer zou duren om CO2-neutraal te worden.
Overigens lijkt die politieke keuze al gemaakt te zijn door het vorige kabinet. Demissionair minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten reserveerde al 5 miljard euro van het Klimaatfonds voor het bouwen van twee nieuwe kerncentrales. Met de nieuwe verhoudingen in de Tweede Kamer is het onwaarschijnlijk dat een nieuw kabinet deze plannen niet doorzet.
Zeeland
Voor deze nieuwe centrales wordt gekeken naar Zeeland, de enige provincie die nu al een werkende kernreactor heeft. Opvallend genoeg blijkt uit de nieuwe CBS-cijfers ook dat er in geen enkele provincie zoveel steun is voor kernenergie als in Zeeland.