Bom onder transfersysteem voetbal, zo zit dat
Voetballers die van club willen veranderen, moeten als het aan de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie ligt, voortaan hun contract eenzijdig kunnen opzeggen. Als de rechters van het Hof dat advies volgen, legt dat een bom onder het huidige transfersysteem waarbij clubs hoge geldsommen vangen als een speler tussentijds van club verandert. Dat raakt eredivisieclubs hard. Vier vragen en antwoorden.
Wat is er aan de hand?
Wij normale stervelingen kunnen als we onze baas beu zijn, onze baan opzeggen zolang we ons maar aan de opzegtermijn (meestal een maand) houden. Het vrije verkeer van werknemers, noemen juristen dat en het is afgesproken binnen de Europese Unie.
Profvoetballers vallen echter niet onder die wet. Zij vallen onder artikel 17 van een reglement van wereldvoetbalbond FIFA.
Voetballers tekenen bij hun club een arbeidscontract voor bijvoorbeeld twee of drie jaar. In de 'Regulations on the Status and Transfer of Players' van de FIFA staat dat als een voetballer tussentijds het contract verbreekt hij of zij een schadevergoeding moet betalen.
In de praktijk betaalt niet de voetballer dat, maar de nieuwe club. Vaak krijgen spelers een percentage van de transfersom, net als hun zaakwaarnemers. De rest van het geld gaat naar de oude club. Het gaat -afhankelijk van het niveau van de voetballer en de vraag hoe lang een contract nog liep- vaak om miljoenen.
Het eredivisierecord staat om naam van Ajax-speler Antony. Ajax verkocht hem in 2022 voor maar liefst 95 miljoen euro aan Manchester United.
En als het contract van een speler afloopt en zijn oude club of de speler niet willen verlengen?
Spelers van wie het contract afloopt, mogen gratis verkassen naar een andere club. Dat lijkt logisch, maar dat was het lange tijd niet. Tot 1995 mochten clubs ook een transfervergoeding vragen als een speler vertrok, nadat het contract was afgelopen.
De Belgische voetballer Jean-Marc Bosman liep een transfer mis omdat zijn club Standard Luik een opleidingsvergoeding (transfersom) van 12 miljoen Belgische frank, omgerekend zo'n 300.000 euro, vroeg aan zijn nieuwe club, het Franse USL Dunkerque. De Fransen wilden dat niet betalen en de transfer ketste af.
Bosman klaagde de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) aan. Volgens hem waren de regels in de voetbalwereld in strijd met het vrije verkeer van werknemers en in strijd met het verdrag van Rome, waar afspraken over mededinging gemaakt waren.
De Belgische rechter vroeg advies aan het Hof van Justitie. Het Hof deed op 15 december 1995 een uitspraak met vergaande gevolgen voor de voetbalwereld. Bosman kreeg gelijk. Het transfersysteem was in strijd met Europees recht. Clubs mochten niet langer een transfersom vragen als het contract van de speler was afgelopen. Later werd dit bekend onder de naam Bosman-arrest.
En kwam een nieuwe FIFA-reglement (met artikel 17) en clubs gingen, als ze een speler wilden verkopen die nog een contract had, hoge transfersommen vragen.
En waarom ligt er nu dan een bom onder het huidige transfersysteem?
Het begon allemaal met de Franse international Lassana Diarra. De middenvelder speelde in 2014 bij Lokomotiv Moskou maar verbrak zijn contract omdat de Russische club zijn salaris verlaagde.
Diarra tekende een contract bij het Belgische Sporting Charleroi. De deal ketste echter af nadat de FIFA de Belgen liet weten dat ze mee moesten betalen aan een schadevergoeding van 10,5 miljoen euro. Dat bedrag moest Diarra aan de Russen betalen omdat hij eenzijdig zijn contract beëindigde. Het maakte volgens de FIFA niet uit waarom Diarra uit Rusland vertrok. Als Charleroi niet zou betalen, zou de voetballer een speelverbod krijgen.
De schadevergoeding was dus eigenlijk indirect een transfersom. Diarra's advocaten, Martin Hissel en Jean-Louis Dupont, die ook betrokken waren bij het Bosman-arrest, startten een procedure. Volgens Dupont belemmerde artikel 17 van het FIFA-reglement het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie. Na verschillende rechtszaken, belandde de zaak op het bordje van het Europees Hof van Justitie.
Belangrijk bij dat Hof is het advies van advocaat-generaal Maciej Szpunar, dat hij op 30 april 2024 uitbracht. Hij stelt in zijn advies dat een aantal bepalingen in het het FIFA-reglement 'zo zijn opgesteld dat zij een afschrikkend effect hebben en elke speler doen huiveren'. Spelers die met een conflict weggaan, zijn namelijk niet speelgerechtigd en ze kunnen fikse boetes krijgen.
"Hetzelfde geldt voor clubs die spelers willen lokken met nieuwe kansen terwijl deze spelers nog onder contract staan". Er zijn volgens Szpunar sterke aanwijzingen dat de regels van de FIFA in strijd met de wet zijn.
Als het Hof zijn advies volgt, kunnen spelers voortaan transfervrij vertrekken als ze dat willen, ook als hun contract nog doorloopt. Het worden daarmee gewone werknemers met een opzegtermijn, die volgens een cao werken.
En nu?
Meestal volgt het Hof het advies van de advocaat-generaal. Als de transferregels wijzigen heeft dat een gigantische invloed op het Nederlandse voetbal. De beste spelers vertrekken na een paar jaar in de eredivisie naar het buitenland.
Het verdienmodel van de eredivisieclubs is, los van inkomsten uit kaartverkoop, Europese toernooien en tv-gelden, grotendeels afhankelijk van transfersommen. Veel clubs houden het hoofd alleen boven water door hun beste spelers voor veel geld te verkopen.
Clubs kunnen straks alleen nog maar een opleidingsvergoeding vragen, maar daar is eerder door Europees juristen over bepaald, dat die vergoeding gelijk moet zijn aan de echte opleidingskosten. Clubs mogen er dus niet aan verdienen.
Naast Nederlandse clubs zijn vooral de zaakwaarnemers gedupeerd. Die verdienen flink aan de transfers. In 2023 ging het om ruim 814 miljoen euro. Als ze geen percentage van de transfersom meer krijgen, zullen de zaakwaarnemers een ander verdienmodel moeten zoeken.