Voorspelling CPB

We gaan er financieel op vooruit, voorlopig geen nieuwe bezuinigingen nodig

Door Matthias Pauw··Aangepast:
© ANPWe gaan er financieel op vooruit, voorlopig geen nieuwe bezuinigingen nodig
RTL

De komende jaren zal het grootste deel van de Nederlanders er financieel weer wat op vooruitgaan en de economie gaat naar verwachting weer harder groeien. Dat voorspelt het Centraal Planbureau (CPB) in een zeer belangrijke raming voor het nieuwe kabinet. Nieuwe bezuinigingen zijn op korte termijn niet per se nodig.

In Den Haag werd er met de nodige zenuwen uitgekeken naar de augustusraming van het CPB. Op basis van die analyse wordt namelijk de begroting voor volgend jaar gemaakt. Bij flinke tegenvallers had het kabinet zich voorgenomen om de broekriem direct aan te trekken.

Ergste vrees van de baan

Maar die ergste vrees is nog even van de baan. Het CPB verwacht dat het begrotingstekort dit jaar uitkomt op 2,2 procent van de omvang van de Nederlandse economie. Volgend jaar loopt dat op naar 2,6 procent bij ongewijzigd beleid. In de jaren daarna stijgt het tekort nog verder, is de verwachting.

Dat betekent in ieder geval dat er nog niet direct fors bezuinigd hoeft te worden volgens de regels die het nieuwe kabinet zichzelf heeft opgelegd. Afgesproken is dat als het tekort boven de 3 procent komt er ingegrepen wordt. 

Opluchting

"Dit zal een grote opluchting zijn voor het kersverse kabinet. Want met deze vooruitzichten blijf een eerste stevige test de nieuwe ministersploeg bespaard", zegt politiek verslaggever Roel Schreinemachers. 

"Er hoeven de komende twee weken niet meteen lastige onderhandelingen gevoerd te worden over pijnlijke bezuinigingen. Maar dat kan op een later moment alsnog het geval zijn. Want het kabinet zeilt financieel scherp aan de wind. En bij toekomstige tegenvallers zal alsnog het mes moeten worden gezet in de uitgaven. Of moet de belasting omhoog."

Waarschuwing

Die waarschuwing geeft het CPB ook meteen mee aan het kabinet. "De komende jaren ligt het begrotingssaldo dicht bij de Europese grenswaarde van -3 procent bbp. Daarmee bestaat de kans dat bij toekomstige tegenvallers noodgedwongen plotseling bezuinigd moet worden", schrijven de rekenmeesters.

Het begrotingstekort stijgt onder andere door de vergrijzing, investeringen die het vorige kabinet nog heeft gepland en extra kosten voor het afwikkelen van de toeslagenaffaire en compensatie aan spaarders die jarenlang teveel belasting hebben betaald. Ook de door het nieuwe kabinet voorgenomen verlaging van de belastingen en het halveren van het eigen risico raken de schatkist.

Goed nieuws

Maar de raming van het CPB bevat ook een hoop goed nieuws, voor het kabinet en voor huishoudens. Dit jaar stijgt de koopkracht door de bank genomen met 2,5 procent. Dat betekent dus dat mensen meer spullen kunnen kopen met het geld dat er binnenkomt. 

Dat komt vooral doordat de lonen nog steeds harder stijgen dan de inflatie. Dit jaar gaan werkenden er meer op vooruit dan mensen met een uitkering of pensioen. Volgend jaar is dat juist omgedraaid. Als de voorspellingen uitkomen, hebben mensen volgend jaar eindelijk weer meer te besteden dan in 2021, toen de 'inflatiegolf' begon.

Ook de economie klimt weer op uit het dalletje van de afgelopen kwartalen. Volgend jaar groeit de economie naar verwachting alweer met 1,6 procent.

Minister Heinen: 'Niet te enthousiast'

Minister van Financiën Eelco Heinen vindt het positief dat het Centraal Planbureau geen nieuwe tegenvallers voorziet, maar kan ook 'niet te enthousiast' zijn. Hij heeft gemengde gevoelens omdat het begrotingstekort en de staatsschuld dit jaar en volgend jaar toenemen. Of daardoor extra bezuinigingen nodig zijn, wil hij nog niet zeggen na afloop van de ministerraad.

Wie profiteert?

Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) juicht toe dat de economie volgend jaar lijkt aan te trekken, maar blijft het nodig vinden om in aanloop naar Prinsjesdag te sleutelen aan koopkrachtmaatregelen. "Wie profiteert in welke mate van die opleving van de economie?", is de vraag die hij de komende weken wil beantwoorden.