Bijna evenveel vrouwen als mannen op de Spelen, voor TeamNL niks nieuws
De organisatie van de Olympische Spelen in Parijs roept het al een tijdje van de daken: voor het eerst zullen er evenveel mannelijke als vrouwelijke sporters deelnemen. Dat klopt niet helemaal want de verdeling is 51 tegen 49 procent, maar toch is het een mooie ontwikkeling. Voor TeamNL is dat allang geen verrassing meer, want er doen 164 Nederlandse vrouwen en 112 mannen mee in Parijs.
Van de Nederlandse sporters in Parijs is 59 procent vrouw. Dat is hetzelfde percentage als in Tokio, waar de vorige Spelen waren. Destijds was dat het grootste aandeel ooit binnen TeamNL op de Zomerspelen. Als je alle landen bij elkaar neemt, is de verhouding man-vrouw in Parijs bijna gelijk. Ook zal het aantal medailleceremonies vrijwel gelijk zijn.
"Voor ons is dit niet meer dan normaal", zegt directeur topsport van TeamNL, André Cats. "Het is niet echt meer een onderwerp waar wij mee bezig zijn. Het zijn gewoon allemaal topsporters. Dat zijn vrouwen, mannen en en er zijn zelfs mix-events."
20 jaar geleden ondenkbaar
Voormalig rolstoeltennisser Esther Vergeer vindt het een mooie en belangrijke ontwikkeling. "Ik ben al langer bezig met gelijkheid in de olympische en paralympische sport. Twintig jaar geleden was dit ondenkbaar, nu is er meer bewustzijn en wordt er meer aandacht besteed aan gelijkheid voor alle sporters. Er is meer geld beschikbaar, meer tijd om dit voor elkaar te krijgen en men staat er in het algemeen meer voor open."
Volgens Vergeer zou deze ontwikkeling nog verder door moeten worden getrokken. "Je zou dit ook op de Paralympische Spelen willen hebben. Een gelijk aantal vrouwelijke en mannelijke deelnemers, maar ook qua onderdelen. Iedere sport zou ook een paralympisch onderdeel moeten hebben. Zo forceer je een bepaalde mate van integratie."
Een van de belangrijkste momenten in de geschiedenis van vrouwen op de Olympische Spelen en in de sport over het algemeen, zo noemt IOC-president Thomas Bach de gendergelijkheid op de Olympische Spelen in Parijs. "We kijken uit naar Parijs 2024, waar we de resultaten van de enorme inspanningen van de olympische beweging en vrouwelijke pioniers tot leven zien komen."
Van de 10.500 sporters die mee zullen gaan doen, zullen er 51 procent mannelijke en 49 procent vrouwelijke sporters deelnemen. Ook zullen er bijna evenveel medailleceremonies zijn voor mannen en vrouwen (152 voor vrouwen, 157 voor mannen). Daarnaast zorgen twintig sporten voor gemengde deelnemers ervoor dat meer dan de helft van alle medaille-evenementen in Parijs 2024 toegankelijk zal zijn voor vrouwelijke atleten.
Wetenschap gebaseerd op mannen
Toch kunnen er nog zaken beter, zegt Cats, ook bij TeamNL. Zo is de verhouding bij coaches en begeleiders van de Nederlandse sporters 60 procent man tegen 40 procent vrouw. Daarnaast mist er nog wel wat kennis over vrouwen en sport. "We werken nu samen met gynaecologen om te zorgen dat we kennis hebben over trainen van meisjes en vrouwen. Daar valt nog heel wat te winnen omdat de wetenschap zich altijd gefocust heeft op mannen."
Dat juist in Parijs de gendergelijkheid bijna compleet is, is volgens sporthistoricus Jurryt van de Vooren bijzonder. "Precies 100 jaar geleden werden de Olympische Spelen ook georganiseerd in Parijs. Er deden vooral mannen mee en veel sporten waren niet toegankelijk voor vrouwen. Ze werden zoveel mogelijk geweerd omdat de IOC-voorzitter van destijds, Pierre de Coubertin, niets wilde weten van vrouwelijke sporters. Maar een Franse sportvrouw kwam in opstand: Alice Milliat."
Fundamentele stap
Milliat beoefende meerdere sporten: roeien, voetbal, basketbal en zwemmen. Maar aan geen van die sporten mochten vrouwen meedoen. Volgens Van de Vooren nam Milliat toen een van de eerste fundamentele stappen in de vrouwenemancipatie op de Spelen. "Ze vroeg aan het IOC om meer vrouwen toe te laten, maar dat werd afgewezen. Als reactie richtte zij de eerste internationale vrouwensportbond op en ze organiseerde de eerste Vrouwen Olympiade met honderden deelnemers."
Die Vrouwen Olympiade was zo succesvol dat de IOC toch zwichtte. "Het IOC vroeg aan Milliat of zij iets kon regelen voor de atletiekwedstrijden op de Spelen van 1928 in Amsterdam", zegt Van de Vooren, "Dit was een grote doorbraak omdat atletiek nu ook toegankelijk was voor vrouwen. Milliat was er in Amsterdam uiteindelijk zelf ook bij als jurylid, maar wel aan een tafel met verder alleen maar mannen."
De pionier Milliat zorgde voor een doorbraak in de vrouwenemancipatie, maar volgens Van de Vooren zorgde dat niet direct voor de snelle emancipatie van vrouwen. "Het was geen begin van een sprint, je kunt het meer zien als de start van een marathon zonder finish. Het gaat in kleine stappen en de marathon finisht ook niet in Parijs door de gendergelijkheid. Het bestuur van het IOC is bijvoorbeeld ook nog steeds zeer eenzijdig mannelijk. Of kijk naar de sportjournalistiek of de begeleidende staf, daar is het overgrote deel ook nog mannelijk."
Veel komt samen
De marathon gaat dus verder, maar bij Parijs 2024 komen volgens Van de Vooren wel veel dingen samen. "Deze zomer is een mooi ijkpunt voor de vrouwensport. De Coubertin uit Parijs wilde geen vrouwen op de Spelen, daarna begon Milliat uit Parijs met de emancipatie van het IOC en het IOC was opgericht in Parijs. En al die geschiedenissen komen bij elkaar in Parijs. Van Parijs naar Parijs naar Parijs naar Parijs. De geschiedenis is soms beter in het verzinnen van verhalen dan historici."