Zondaginterview

Ellens dochter Tessa (15) wilde niet dood, tóch koos ze ervoor: 'Ze zat in een paniekerige roes'

Door Lisanne van Sadelhoff··Aangepast:
Ellens dochter Tessa (15) wilde niet dood, tóch koos ze ervoor: 'Ze zat in een paniekerige roes'
RTL

De 15-jarige dochter van Ellen was niet ongelukkig, niet depressief. En toch maakte Tessa na een woordenwisseling in een vlaag van verstandsverbijstering een einde aan haar leven. "Ze wilde niet dood, maar haar puberbrein sloeg op hol."

Ze had net een nieuwe winterjas uitgezocht, het was nog hartje zomer. 

Ze was plannen aan het maken voor een tripje naar Barcelona. 

Ze had net te horen gekregen dat ze over was naar 4 havo – op het nippertje, na heel hard en veel studeren.

Ze wilde hartchirurg worden.

Ze was druk aan het sparen voor haar schoolreis naar Oeganda, ze had gillend van enthousiasme door de gangen van haar school gerend toen ze was toegelaten tot dat project.

Tessa wilde niet dood. Tessa wilde leven. Tessa wás het leven. En toch is ze er niet meer.

"Ik weet nog steeds niet goed hoe ik het moet noemen, weet je dat?" Tessa's moeder, Ellen (49), zit aan de keukentafel in het Gelderse Beuningen. Koffie in haar hand, maar ze vergeet te drinken – dat heeft ze altijd als het over haar dochter gaat, herinneringen buitelen over elkaar heen haar mond uit. De goede, de nare, de verdrietige, de pijnlijke, de mooie.

"We hadden zo'n goede band, kletsten overal over."
"We hadden zo'n goede band, kletsten overal over."

"Officieel is het suïcide", vervolgt ze, "maar ze wilde niet dood. Was het dan een ongeluk? Ook niet. Want ze deed het wél zélf. Het was, denk ik, ja dat denk ik echt, een vlaag van verstandsverbijstering. Een totale, paniekerige puberroes waar ze niet meer uit kwam, waar ze zelf met geen mogelijkheid meer uit kwam…"

Enthousiaste plannen

Het gebeurde in 2017, nu vier jaar geleden, in de zomer, tijdens de Zomerfeesten die altijd in Nijmegen tijdens de Vierdaagse plaatsvinden. Vaste prik voor de familie, Ellen en haar man gaan er altijd heen, en sinds de kinderen oud genoeg zijn, zijn ook Tessa en haar broer Sander er te vinden.

Tessa had enthousiast plannen gemaakt: ze ging met vriendinnen naar het feest, zou daar nog een boel andere vrienden tegenkomen, en 's avonds zou een vriendinnetje bij haar logeren. "We zouden samen naar huis fietsen, met de hele bups. Ook met onze vrienden, het is één groot familie- en vriendenfeest voor ons."

"We konden zo goed feesten samen."
"We konden zo goed feesten samen."

Hoe werkt het puberbrein? 

"Het puberbrein is niet volgroeid op die leeftijd", zegt Manon Hillegers, psychiater en afdelingshoofd Kinderpsychiatrie in het Erasmus MC Sophia. "Jongeren zijn creatief, impulsief, hebben allemaal ideeën en handelen daar vaak snel naar."

Dat is een mooie eigenschap van pubers, zegt Hillegers. Maar: "Het deel van het brein dat zorgt voor remming, is nog volop in ontwikkeling. Dat is ook het deel dat ervoor zorgt dat je overzicht hebt, snapt waar je in terecht bent gekomen en inziet wat de consequenties zijn van je gedrag." De ontwikkeling van dat deel van het brein, komt pas tussen het 21ste en 25ste levensjaar. "Dus er is sprake van een disbalans en dat kan voor wisselvallige emoties zorgen."

Extreme emoties

Het verwerken van extreme emoties in die puberfase is moeilijk, zegt Hillegers. "En wat je ook bij die leeftijd ziet, is dat pubers heel erg de focus op zichzelf hebben, ze willen alles zelf oplossen en zijn tegelijkertijd extreem gevoelig voor wat leeftijdsgenoten van hen vinden."

Dan kan het gebeuren dat pubers een gedachtegang kiezen die wordt gekleurd door heftige emoties, weet Hillegers. "En dan kan het zijn dat die onevenwichtigheid in dat denken ervoor zorgt dat je in een rigide denkpatroon terechtkomt. Vaak hebben ze dan een volwassene nodig om hen eruit te halen."

En Ellen kon zo uittekenen hoe de avond dan verder zou verlopen. Ze zouden na de feesten met z'n allen op de bank ploffen, bitterballetje in de frituur, en nog even kletsen over wat iedereen had meegemaakt die avond.

Tessa's lijflied

Zo zou het moeten gaan. Maar zo ging het niet. "Tessa was vrolijk toen ze wegging. Het is een feestbeest, ze hield ervan om mensen samen te brengen, met elkaar lol te maken." In die periode was het liedje Leef, alsof het je laatste dag is van André Hazes net uit, weet Ellen nog. Het was Tessa's lievelingsliedje – een lijflied, zo kun je het ook noemen. "We hadden tijdens de avond een beetje contact op de app, tot ik ineens niets meer van haar hoorde nadat ik nog een leuke foto had gestuurd."

"Mijn dochter wilde niet dood. Ze wilde leven."
"Mijn dochter wilde niet dood. Ze wilde leven."

Maar er was geen paniek. Want: er was een afspraak, ze zouden elkaar om 0:30 uur terugzien bij de fietsenstalling bij station Nijmegen. "Tegen die tijd stuurde ik in de familie-app: 'Zie ik jullie zo, en hebben jullie honger?' Toen zag ik dat haar vriendin me had gebeld, maar ik maakte me nog geen zorgen. De vorige avond was Tessa's mobiel leeg en belde ze me ook via haar vriendin."

Maar toen Ellen terugbelde, bleek dat Tessa vermist was en dat haar mobiel uit stond. 

Tijdens die avond bleek Tessa woorden te hebben gehad met een vriend. Waarschijnlijk ging het over een andere jongen, waar Tessa die avond mee had staan zoenen. "Ze was een gevoelig meisje, heel onzeker ook zoals veel meiden van die leeftijd. We denken dat ze door die woordenwisseling erg van streek was."

Heb jij vragen over zelfdoding?

Stichting 113: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl 

24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week 

Tessa is, zo bleek uit verklaringen van vriendinnen, even weggelopen van de groep omdat ze alleen wilde zijn. En ze had wat gedronken – niet veel, bleek uit bloedonderzoek naderhand, ze was niet dronken, maar het was tegen de regels in die haar ouders haar hadden ingeprent. "Ze was een beetje ondeugend", zegt Ellen met een glimlach, want ze herkent zichzelf erin. Zij was vroeger ook zo. "En staan zoenen, en een beetje gedronken. Dus ik denk dat ze ons niet durfde te bellen."

Tessa is naar het station gegaan, in Nijmegen, om de trein naar Arnhem te pakken. Ze glipte door de poortjes door om zwart te rijden. "We weten alles via camerabeelden."

Daarop is te zien dat ze op het laatste moment in Elst probeert uit te stappen, maar de treindeuren gingen toen net dicht. Ze had haar telefoon even aangezet, is vermoedelijk in paniek geraakt van de berichtenstroom en gemiste oproepen, van haar vrienden.

'Waar ben je?'

'Bel me.'

'Waar zit je?'

'Laat even iets van je horen.'

'Tes? App even.'

'Stuur je locaties eens?'

Tessa en haar broer Sander op vakantie.
Tessa en haar broer Sander op vakantie.

"Eén vrouw heeft Tessa kort aangesproken in de trein", vertelt Ellen. "Tessa was van streek, ze huilde, oogde onrustig, dat was die vrouw opgevallen. Ze heeft haar een zakdoekje aangeboden, maar zei verder niets. Tessa sloeg het zakdoekje af." Ze heeft vrienden gebeld, maar niemand nam op. 

Een andere getuige heeft vervolgens gezien dat Tessa – nog steeds overstuur, huilend, in paniek – op Arnhem Centraal stond. De man wilde haar aanspreken maar durfde niet, omdat hij, zo verklaarde hij later aan de politie, bang was dat hij haar zou afschrikken, als volwassen man die een meisje in een kort zomerjurkje zo laat nog aanspreekt. "Ze ging door haar hurken en toen heeft de man zich omgedraaid, omdat hij dacht dat ze moest plassen."

Er ging iets grandioos mis

Maar Tessa moest niet plassen. Tessa ging gebukt – letterlijk – onder haar paniek. Ellen somt hardop op (een opsomming die ze al ontelbaar veel keren heeft gedaan): ze had alcohol op, had gezoend, had een woordenwisseling gehad, had zwartgereden, was ertussenuit geknepen, iedereen zocht haar.

"Het is geen reden om jezelf iets aan te doen, in het hoofd van een volwassene. Maar in haar puberbrein ging iets mis. Er ging iets grandioos mis."

"Ja", zegt Ellen. En weer: "Ja. Ze deed het. En toch weet ik: ze wilde het niet. Ze had gewoon op dat moment het idee, zoals zoveel pubers weleens hebben, dat de problemen waar ze in zat zó groot waren dat ze er niet meer uit kon komen."

Verkeerde plek, verkeerde tijd, en ook (vooral): verkeerde gedachten.

"Ze was zo trots dat ze het nummer van Johan Cruijff, 14, droeg."
"Ze was zo trots dat ze het nummer van Johan Cruijff, 14, droeg."

Het schiet af en toe nog door Ellen heen: wat nou als er toch iémand was geweest, een volwassene, iémand die haar had aangesproken, de hand had toegestoken, iemand die haar even uit die roes had gehaald. Dan hadden Ellen en haar man niet in paniek bij de fietsenstalling staan wachten. Dan hadden ze niet de politie hoeven bellen. Dan hadden ze niet midden in de nacht in totale wanhoop in hun woonkamer gestaan, zonder te weten waar Tessa was. Dan hadden die agenten niet met buikpijn hun tuinpad op hoeven lopen, aan hoeven bellen, om 04.00 uur 's nachts.

"De politie had het signalement van Tessa van ons gekregen, en foto's. Rond een uur of 3 in de nacht was ik nog bij de fietsenstalling en belde een agent me: 'Ga maar naar huis'. Mijn man was daar al. Ik vermoed dat ze toen al wel wisten dat er iemand onder de trein was gekomen, en dat dat weleens onze dochter zou kunnen zijn. Maar toen wisten ze het denk ik nog niet zeker."

Een uur later wisten ze dat wel. Ellen hoorde het aan de schreeuw van haar man die de deur had geopend. Bijna dierlijk. "Ik zakte op de grond, in elkaar."

"Ik wist niet dat je iemand zó kon missen."
"Ik wist niet dat je iemand zó kon missen."

"Tessa's vriendinnetje was nog bij ons, zij zou bij ons blijven logeren en wilde mee helpen zoeken. Haar ouders waren er inmiddels ook. De buren waren er in no time, en toen moesten we Sander wakker maken. Hem vertellen dat z'n zus er niet meer is. Toen vloog er een stoel door de woonkamer."

Een bevriende buurman en Tessa's opa gingen in de vroege ochtend, toen het inmiddels druk was bij het gezin thuis, naar het bureau om Tessa te identificeren. Agenten reconstrueerden in de dagen daarna de route die Tessa had gelopen, ze spraken Tessa's vrienden uitgebreid, om dingen uit te sluiten – roddels, zo bleek later, dat ze zou zijn achtervolgd, dat ze dronken was – terwijl Ellen en haar familie ineens een afscheidsdienst moesten voorbereiden. "Ik kon het niet geloven dat dit gebeurde. Dat dit écht gebeurde. Ik heb filmpjes gezien dat Tessa stond te dansen, te zingen, te lachen, op z'n Tessa's. Dat was een uur voor haar dood. Een úúr."

Ellen herhaalt het nog een paar keer: een puberbrein kan zo raar doen.

"Die familievakanties zitten in mijn geheugen gegrift."
"Die familievakanties zitten in mijn geheugen gegrift."

Op 24 juli 2017 werd Tessa gecremeerd. Het was groots, mooi, warm, de zee aan kaarten die maar bleef aanzwellen eveneens. De muziek was feestelijk, want Tessa was feestelijk:

Leef, alsof het je laatste dag is, leef, alsof de morgen niet bestaat.

De tekst staat ook op haar rouwkaart, net als het credo Carpe Diem, pluk de dag. "Als Tessa iets kon, dan was dat het. Die kon zo genieten. Zo lachen. Ze had iets ontwapenends."

Op het tv-meubel – spierwit – staat een urn. Spierwit, eveneens, en een beetje in de vorm van een sjiek parfumflesje. "Toen mijn man en ik nieuwe meubels aanschaften, vond Tessa ze, lekker puberaal, 'verschrikkelijk lelijk'. Behalve dat tv-meubel, dat vond ze prachtig. Dus we zijn naar de meubelmaker gegaan, en hebben gevraagd: kun je een urn maken in dezelfde stijl?"

Nooit boos

"Ik ben nooit boos op mijn dochter geweest, daarvoor is de liefde te groot. Het doet me alleen zo verdriet dat dit niet had gehoeven – hád mama of papa toch gebéld, meisje. Ze wist dat ze altijd bij ons terechtkon, wat er ook aan de hand was. Ik wist veel van mijn dochter. We hebben een goede band, konden in de auto uren kletsen. Maar die avond had ze meer behoefte aan vrienden. Daarom belde ze me denk ik niet. Het is moeilijk te verkroppen dat ze alleen is geweest, in haar laatste momenten."

Ellen werkt haar dochters bucketlist af.
Ellen werkt haar dochters bucketlist af.

"Weet je, een dag voordat Tessa overleed, kwamen mijn man en ik ook met vrienden van de Vierdaagsefeesten af. Het was donker, nacht, en we zagen een tienermeisje langs de weg staan. Lekke band. 'Stap maar achterop', zei ik, en iemand anders nam haar fiets mee. We hebben haar thuis afgezet. Ik zeg niet dat ik heilig ben, maar ik kijk wel om naar anderen, en zéker als het om kinderen gaat. En op dat moment hebben de mensen die het kónden doen, niet naar mijn kind omgekeken. Dat steekt."

Laten we elkaar wat meer helpen

Ellen is niet boos op de vrouw en de man die Tessa overstuur hebben gezien. Ook de vrienden van Tessa verwijt ze niets. En ook niet de vrienden die Tessa die avond heeft gebeld, maar die zelf – om wat voor reden dan ook – niet opnamen.

"Daar schiet niemand iets mee op. Niemand had dit gewild. Maar ik zou wel willen dat mensen elkaar wat meer zouden helpen. We zijn zo individualistisch. Kijk naar elkaar, geef om elkaar, en doe iets als iemand hulp nodig heeft. Er waren zo veel mensen die Tessa die avond in het feestgedruis, en later in de trein en op het station, hebben zien huilen."

"Ze had nog zoveel moois voor zich."
"Ze had nog zoveel moois voor zich."

In wrok leven wil Ellen niet. Ze vertikt het. Ze wijst naar de muur, er hangt een groot voetbalshirt, nummer 14. Het nummer van Johan Cruijff, voor altijd, maar ook voor altijd het nummer van Tessa. "Ik zie haar nog staan, rechtsachter, bloedfanatiek, aanvoerder, altijd iedereen bij het spelletje betrekken. Ook op school. We kregen een kaart van een meisje, ze schreef: 'Toen ik helemaal alleen nieuw op school kwam, was Tessa degene die naar me toe kwam. Daar ben ik haar eeuwig dankbaar voor'."

"Ik wist niet dat je iemand zó kan missen. Tessa bracht de lach. Ze had een Instagramaccount met de mooie fotootjes, altijd haar wenkies (wenkbrauwen, red.) keurig bijgewerkt, maar ze had ook een privé-insta-account. Met gekke bekken, keihard lachen, gekke dansjes."

Alles verzamelen

De eerste maanden na Tessa's dood was Ellen haast obsessief bezig met al die filmpjes en foto's verzamelen en op te slaan. Ze maakte een Instagramaccount aan (dat had nooit van Tessa gemogen, want je móéder op Insta, dat kan natuurlijk niet). Via social media benaderde Ellen Tessa's vrienden, klasgenootjes, teamgenootjes. Of ze nog foto's hadden? "Alles was ineens zo kostbaar geworden."

Dat eerste jaar zonder haar dochter, dat was geen kwestie van leven, maar óverleven. Een eerste herfst zonder Tessa, eerste winter, eerste lente, en zelfs de zomerzon voelt niet meer zo goed nu Tessa – fervent zonaanbidder – er zelf niet meer in kan liggen bakken. "De Zomerfeesten in Nijmegen vieren we ook niet meer", zegt Ellen. "Het druist tegen alles in dat er die dagen zo veel mensen op de been zijn om te feesten, terwijl het de sterfdag van mijn dochter is."

"Nu Tessa niet meer met dolfijnen kan zwemmen, doe ik het in haar plaats."
"Nu Tessa niet meer met dolfijnen kan zwemmen, doe ik het in haar plaats."

Er zijn tijden geweest dat Ellen dacht: ik kom hier niet meer uit. Maar: "Je moet. Je moet. Je moet. Dat is wat ik mezelf de hele tijd inprentte. En dan ging ik weer wandelen met deze hier" – ze wijst naar hond Nova, het vuilnisbakkenras waar Tessa ook zo gek op was. "Ze heeft gehuild van geluk toen ze hoorde dat ze een hondje kreeg."

Die wandelingen, die zijn haar redding geweest. Wandelen, schrijven en fotograferen. Herinneringen aan Tessa, maar ook over hoe het is om te rouwen. Mijn leven met rouw, heet haar blog. 

"We hebben door haar dood, hoe gek het ook klinkt, veel liefde ontvangen. Van familie, vrienden, onze zoon, de buurt, lotgenoten. Mijn man en ik doen het goed samen, we hebben allebei onze eigen manier, ik ben een prater, en hij" – ze wijst even naar de deur waarachter hij zit te werken – "heeft zijn verdriet vooral in stilte. Hij vindt het goed dat ik hier met jou over praat, ik vind het goed dat hij hier niet bij aanschuift."

Ook de ballonvaart was onderdeel van de bucketlist.
Ook de ballonvaart was onderdeel van de bucketlist.

Ellen heeft een bucketlist, met dingen die eigenlijk Tessa wilde doen. Parachutespringen, met dolfijnen zwemmen, vrijwilligerswerk in Oeganda. "Nu doe ik het in haar plaats." Over twee jaar wil het gezin naar Oeganda toe, om de projecten te bezoeken waar een groep van haar school in 2018 aan heeft gewerkt en waar Tessa bij was geweest als ze niet was overleden.

Twee jaar geleden zwommen Ellen en Sander met dolfijnen. En Ellen sprong uit een vliegtuig, gillend, lachend, want prachtig, en ook huilend, want minder prachtig nu Tessa er niet meer is. Maar ze blijft de lijst aanvullen, ze blijft afvinken, ze blijft de dag plukken – zoals haar dochter dat zo goed kon.

Heb jij vragen over zelfdoding?

Stichting 113: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl 

24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week 

Lees meer over
Tiener & puberOpvoedingGezinRouwZelfdodingPsychologieJongerenZondaginterviewLink in bioBeuningen (Beuningen)Nijmegen