Jonge crypto-oplichter leidde luxeleventje, maar moet nu cel in
Een 27-jarige oplichter die zo'n 5,6 miljoen euro van beleggers ophaalde om te investeren in cryptovaluta, moet 15 maanden de cel in. Een groot deel van het geld stopte hij in zijn eigen zak om er een luxeleventje van te leiden.
De man zegt berouw te hebben, maar richtte laatst opnieuw een cryptobedrijfje op. Onlangs veroordeelde de rechtbank Amsterdam hem tot een gevangenisstraf van 27 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Hij gaat in hoger beroep.
Daghandel in cryptovaluta
De destijds 24-jarige Pieter J. richtte begin 2018 het investeringsbedrijf Bitnextfast op. Met dat bedrijf zou hij voor zijn investeerders actief worden in de daghandel in cryptovaluta, zoals bitcoin. Potentiële klanten spiegelde hij een rendement voor van een 0,5 tot 1 procent per dag.
Dat rendement zou op elk gewenst moment kunnen worden uitgekeerd. Bovendien zouden klanten geen risico lopen om veel geld kwijt te raken, omdat Bitnextfast zou werken met een 'stop loss-regeling' en een inlegverzekering. Om nog meer vertrouwen te wekken, leidde J. sommige klanten rond op zijn kantoor op de Amsterdamse Zuidas.
Bitnextfast adverteerde met een gelikt filmpje op de eigen website en op social media als Facebook. Het bedrijf beweerde te werken met een team van zeer ervaren cryptohandelaren. In werkelijkheid nam J. de vriend van zijn schoonmoeder, een neef en een vriend in dienst die geen enkele ervaring als cryptohandelaar hadden.
Geld stroomde binnen
De valse beloftes wierpen hun vruchten af; het geld stroomde begin 2018 binnen bij Bitnextfast. Binnen een half jaar haalde het beleggingsbedrijf ruim 5,6 miljoen euro op. De miljoenen waren afkomstig van zo'n 140 mensen die geen ervaring hadden met cryptovaluta, maar wel wilden profiteren van de hype.
Uit onderzoek door de Fiscale Inlichtingen en Opsporings Dienst (FIOD) bleek dat J. van de ingelegde miljoenen slechts een kleine 700.000 euro daadwerkelijk in cryptovaluta stak. Van de 3,9 miljoen euro die beleggers na 8 mei inlegden, werd zelfs helemaal geen crypto meer aangekocht.
Luxe levensstijl
Een groot deel van het geld besteedde de jongeman aan het afbetalen van zijn persoonlijke schulden en het financieren van een luxe levensstijl.
Zo betaalde hij vanaf de bedrijfsrekening zo'n 350.000 euro voor luxegoederen als horloges, de huur van een appartement in Amsterdam, hotelverblijven in binnen- en buitenland en de huur van privéjets naar en vakanties in Ibiza, Nice en Monaco.
Daarnaast schreef hij zo'n 650.000 euro over naar zijn privérekeningen, waarvan hij 278.000 euro contant opnam. Ook maakte hij 100.000 euro over naar zijn eigen vastgoedbedrijf en 76.000 euro naar zijn vriendin.
Verder schreef hij 138.000 euro over op de rekening van een kennis die dat geld vervolgens weer in contanten aan hem teruggaf.
Beleggers tevreden houden
Een ander deel van de door zijn klanten ingelegde gelden gebruikte de man om 'rendementen' aan beleggers te betalen. Ook financierde hij er de bedragen mee van klanten die hun inleg wilden opnemen. Daarmee hield hij zijn beleggers 'tevreden', verklaarde hij achteraf.
In werkelijkheid was er geen sprake van rendement. Uit onderzoek door de FIOD bleek dat de cryptobeleggingen alleen maar verlies opleverden, van ruim 325.000 euro. Bitnextfast was dus geen investeringsfonds, maar een pyramidespel.
Tegen de lamp
Al na zes maanden liep J. tegen de lamp. Naar aanleiding van signalen over verdachte transacties startte opsporingsdienst FIOD een onderzoek naar de activiteiten van de man.
Eind juli 2018 deden de FIOD en de Belastingdienst een inval op het kantoor van Bitnextfast, en werd J. aangehouden.
Bekende Nederlanders
Destijds meldden media dat ook verschillende Bekende Nederlanders geld aan J. hadden toevertrouwd, 'onder wie een aantal jonge prominenten uit de muziekindustrie'. Ook zouden mensen uit de Brabantse vechtsportwereld en criminelen tot de gedupeerde beleggers behoren.
Na afronding van het onderzoek, eiste de Officier van Justitie onder meer voor oplichting en witwassen een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk.
'Geen kwade intenties'
Tijdens de strafzaak verklaarde J. dat hij was opgegroeid tussen mensen met een luxe levensstandaard, waardoor hij daaraan gewend was geraakt. Volgens zijn advocaat handelde de man nooit met kwade intenties. "Hij had de bedoeling om met het ingelegde geld te handelen in crypto, maar het is hem boven het hoofd gegroeid."
Dat J. het inleggeld van zijn klanten besteedde aan privéuitgaven, moet volgens zijn advocaat ook niet worden gezien als diefstal. De man zou dat geld hebben opgenomen 'als voorschot' op het verwachte rendement.
Nieuw cryptobedrijf
Tijdens de zaak beweerde de oplichter dat hij sinds 2018 veel heeft nagedacht en nu inziet dat hij niet meer op een snelle manier geld kan verdienen. Nadat hij uit de gevangenis komt, zegt hij een baan in loondienst te zullen nemen om zijn schulden in te lossen.
De Officier van Justitie acht de kans op herhaling echter groot, 'vanwege de financiële problemen van de verdachte, zijn geldzucht en het gebrek aan reguliere inkomsten'.
Vlak voor de zitting in deze zaak werd J. ook daadwerkelijk aangehouden vanwege de verdenking van een vergelijkbaar feit. De man blijkt opnieuw een handelsbedrijf in crypto te hebben opgezet.
Gevangenisstraf
Uit een vrijdag openbaar geworden uitspraak blijkt dat de Amsterdamse rechtbank begin vorige week oordeelde dat J. schuldig is aan oplichting en witwassen, en hem heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden. Daarvan zijn 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
De straf viel lager uit dan de eis van de Officier van Justitie, onder meer omdat de zaak te lang sleepte en de man tijdens het proces meewerkte. Ook hield de rechtbank rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, als vader van een gezin met drie jonge kinderen.
Slachtoffers naar curator
Het verzoek tot schadevergoeding dat een groot aantal gedupeerde beleggers in de strafzaak indiende, werd niet door de rechtbank gehonoreerd. Zij moeten hun schadeclaims indienen bij de curator, die het persoonlijke faillissement van J. en het bankroet van zijn cryptobedrijf afwikkelt.
Advocaat Michael Berndsen laat weten dat zijn cliënt 'op dit moment geen commentaar' op de veroordeling en de oprichting van het nieuwe cryptobedrijf heeft. Wel laat Berndsen weten dat de man tegen de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank in hoger beroep gaat.