Omikron omzeilt antistoffen

Bescherming prik AstraZeneca en Janssen naar nul: hoe zit dat?

Door Laurens Lange··Aangepast:
© ANPBescherming prik AstraZeneca en Janssen naar nul: hoe zit dat?
RTL

Opmerkingen van RIVM-baas Jaap van Dissel over de bescherming van de vaccins leiden tot bezorgdheid. Met name wat hij zei over AstraZeneca, want is dat vaccin nu niets meer waard? "Jawel, maar een oppepper is nodig."

Sinds enkele weken horen we veel over de opkomst van de omikronvariant. Die gaat razendsnel. Maar wat zijn de gevolgen? Experts houden nauwgezet in de gaten wat er in andere landen gebeurt.

In de technische briefing in de Tweede Kamer lichtte Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, een tipje van de sluier op. Hij bekeek de jongste data van de Britse gezondheidsdienst Public Health England. In het Verenigd Koninkrijk gaat de omikronvariant al flink rond, en daarom geven deze data meer inzicht.

Bijna nul

Volgens Van Dissel blijkt uit de cijfers dat mensen die twee keer gevaccineerd zijn met AstraZeneca, 'bijna nul' beschermd zijn tegen een infectie met omikron. De studie is gedaan onder bijna 600 Britse patiënten.

"Voor klachten bij infectie biedt het in het Verenigd Koninkrijk geen beschermende werking", zei Van Dissel. Hij benadrukte dat dat niet betekent dat AstraZeneca niet beschermt tegen ernstiger ziekte, waarbij opname in een ziekenhuis nodig is. "Maar die cijfers hebben we nog niet."

Alle ballen op de boosters: hoe belangrijk is die derde prik nou echt?
Lees ook

Alle ballen op de boosters: hoe belangrijk is die derde prik nou echt?

Belangrijk om te weten: de studie waarover Van Dissel het heeft, gaat over de hoeveelheid antistoffen in een lichaam. Na vaccinatie worden door je lichaam antistoffen aangemaakt die het virus herkennen en helpen om het te bestrijden. 

Volgens vaccinoloog Anke Huckriede van het UMC Groningen komen de opmerkingen van Van Dissel niet als een verrassing. "Uit andere studies blijkt ook dat de omikronvariant minder wordt herkend door antilichamen die werden aangemaakt na vaccinatie. Vooral na vaccinatie met AstraZeneca wordt weinig activiteit tegen de omikronvariant gezien", zegt ze tegen RTL Nieuws. "Bij Janssen is het zo'n beetje hetzelfde verhaal, daar geldt dit ook voor."

Minder antistoffen

Bekend was al dat AstraZeneca en Janssen voor minder antistoffen zorgen dan de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna. "Die hoeveelheid was bij de eerdere varianten al zo'n tien keer lager."

Ook bij Pfizer neemt de bescherming door antistoffen af, hoewel daar volgens de Britse studie nog wel zo'n 40 procent bescherming overblijft. Van Dissel: "Voor Pfizer ziet u dat het effect tegen klachten niet nul is, maar wel terugloopt bij omikron."

Maar terwijl wij hier beginnen aan onze derde prik, zitten veel arme landen nog zonder een eerste vaccinatie.

In Nederland zijn 2,7 miljoen AstraZeneca-prikken gezet en 865.000 van Janssen. Maar zijn die vaccins dan allemaal waardeloos? "Nee, absoluut niet", zegt Huckriede. "Je hebt daar nog steeds veel aan, want die beschermen nog steeds tegen ernstig ziek worden, naar alle waarschijnlijkheid ook na een infectie met de omikronvariant."

Dat zit zo. Ons lichaam heeft naast het aanmaken van antistoffen nog een manier om infecties aan te pakken: het aanmaken van T-cellen. Uit studies is gebleken dat de T-cellen hun werk goed blijven doen, ook tegen omikron.

Virus neutraliseren

"Antistoffen hebben de voornaamste taak het virus te neutraliseren als je lichaam ermee in aanraking komt. Ze zorgen ervoor dat het virus cellen niet goed kan infecteren." Heb je veel antistoffen, dan beschermt dat in ieder geval de longen goed tegen infectie. "De bovenste luchtwegen wat minder", legt Huckriede uit.

T-cellen werken op een andere manier. Kortgezegd gaan zij aan de slag als het virus echt al binnen is. "Zij kunnen infectie niet voorkomen, maar wel herkennen en opruimen."

Het tempo van het boosterprikken gaat fors omhoog.© ANP
Het tempo van het boosterprikken gaat fors omhoog.

De kans dat de vaccins nog steeds goed werken tegen ernstige ziekte is zeer groot, zegt Huckriede. Ook van Dissel gaat daarvan uit. "Dit hoeft niet te betekenen dat het tegen ziekenhuisopnames en ic-opnames helemaal niks zal doen." Gegevens daarover zijn er nu nog niet, maar worden binnenkort wel verwacht. 

Een boosterprik is een goed wapen tegen omikron. "Na een boosterprik krijgen zowel de antistoffen als de T-cellen een oppepper", legt Huckriede uit. "Die prik voegt heel veel toe. Het blijkt uitermate effectief. Het helpt ook tegen de overdracht van het virus."

Volgens de vaccinoloog is het nu vooral zaak omikron tegen te houden zolang er nog onvoldoende boosterprikken zijn gezet. "We moeten ons houden aan de maatregelen om te voorkomen dat omikron zich snel verspreidt. De tijdwinst die we boeken, gebruiken we om te boosteren. Het enge aan deze variant is dat-ie zo snel gaat." 

Weer goed beschermd

Ook is de verwachting dat mensen die eerder AstraZeneca en Janssen hebben gehad, goed beschermd worden als ze nu de booster van Pfizer of Moderna krijgen. "Dat werkt minstens even goed als twee of drie prikken van Pfizer of Moderna ", zegt Huckriede.

Van Dissel zei daarover tijdens zijn briefing: "Als je boostert op een AstraZeneca-achtergrond, dan springt de activiteit weer omhoog naar 75-80 procent. Dan ben je dus goed beschermd tegen een infectie met klachten. We verwachten dat de activiteit tegen ernstige ziekte en ic-opnames nog hoger ligt." Wat nog niet duidelijk is, is hoelang het effect van een boosterprik aanhoudt. "Dat zal moeten blijken."

Effectiviteit Janssen tegen deltavariant na 3 maanden toegenomen

De bescherming tegen infectie met de deltavariant van het coronavirus door het vaccin van Janssen neemt bij bepaalde leeftijdsgroepen in de eerste maanden na de prik toe, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Het vaccin van Janssen is vier weken na de prik bij mensen van 50 tot en met 69 jaar voor 50 procent effectief tegen infectie met het virus. Na drie maanden is dat opgelopen tot ongeveer 75 procent, aldus het RIVM.

De effectiviteit tegen infectie met de deltavariant loopt voor de mRNA-vaccins (Pfizer en Moderna) juist terug naarmate de tijd verstrijkt sinds de laatste vaccinatie. Twee weken na de tweede prik beschermen de vaccins tussen de 75 en 90 procent tegen besmetting. Dat neemt in zes maanden af tot 70 tot 80 procent. Voor mensen boven de 70 jaar zijn de percentages lager.

Lees meer over
Jaap van DisselRIVMOmikronCoronabesmettingenCoronacrisis in NederlandCoronavirusBoosterprikCoronavaccinGezond leven