Russische tv-activiste is tegen propaganda: 'Dit is Poetins oorlog'
De Russische tv-journaliste die vorige week het journaal van de Russische staatstelevisie onderbrak met een protest tegen de oorlog in Oekraïne, is ervan overtuigd dat ook de meerderheid van de Russen tegen de oorlog is. Ze ondernam actie om te strijden tegen 'propaganda en leugens'.
"Het Russische volk is echt tegen de oorlog", zei ze gisteren in een interview met ABC News. "Het is de oorlog van Poetin, niet de oorlog van het Russische volk."
Niet geslapen of gegeten
Sinds de invasie van Oekraïne heeft de journaliste, Marina Ovsjannikova, niet meer kunnen slapen of eten, zei ze tegen de Amerikaanse nieuwszender. Met haar protestactie had ze de wereld laten zien 'dat Russen tegen de oorlog zijn', legde ze uit.
Tegelijkertijd wilde ze haar landgenoten duidelijk maken dat ze 'kritisch moeten nadenken en de informatie die hen wordt aangeboden kritisch moeten analyseren'.
Ovsjannikova werd de afgelopen week wereldwijd bewonderd voor haar uitzonderlijke protest. Ze onderbrak een live-uitzending van de belangrijkste Russische staatszender door al schreeuwend 'stop de oorlog' de studio binnen te lopen. "Geloof de propaganda niet, ze liegen je voor" stond op een protestbord dat ze gedurende enkele seconden achter de nieuwslezeres kon laten zien.
Aan ABC News vertelt ze dat ze met haar actie 'propaganda' bloot wilde leggen omdat haar werkgever, de staatsomroep, 'leugens verspreidt' over de oorlog.
Gevangengezet
Na haar actie werd ze gevangengezet en veertien uur lang verhoord, waarna ze een boete van 30.000 roebel (bijna 260 euro) kreeg. Ze is inmiddels op vrije voeten, maar kan vijftien jaar gevangenisstraf krijgen voor het verspreiden van 'valse informatie'.
Vorige week nam Ovsjannikova ontslag bij de staatszender waarvoor ze werkte. Ze weigert het politiek asiel dat Frankrijk haar heeft aangeboden en zegt in Rusland te blijven, ondanks het feit dat ze 'het leven van haar gezin heeft geruïneerd met haar actie', zei ze vorige week al tegen de zender France 24.