Groots praten, groots doen: Redouan is profvoetballer én weldoener
Toen hij opgroeide in de Utrechtse wijk Overvecht, waren er weinig mensen die in hem geloofden. Desondanks maakte Redouan El Yaakoubi (26) zijn gymnasium af en startte hij een voetbalcarrière. Nu is hij aanvoerder van de Rotterdamse club Excelsior en oprichter van de Stichting Durf te Dromen, waarmee hij jaarlijks honderden kinderen helpt hun talenten te ontwikkelen.
Redouan test zijn nieuwe toegangspasje. In een straf tempo snelt hij door de gangen van het wijkcentrum – je zou niet zeggen dat hij er vandaag al twee trainingen op heeft zitten. Een voor een gooit hij lokalen open. Een, twee, drie, vier, vijf… "En vorig jaar hadden we ook nog een lokaal beneden en eentje aan de overkant."
Nu zijn de ruimtes nog leeg en kaal, straks zitten hier vier dagen in de week honderden kinderen uit de Utrechtse wijk Overvecht.
Veel criminaliteit
Daar opgroeien is niet altijd makkelijk, vertelt Redouan. "Er is hier veel criminaliteit, aardig wat werkloosheid ook. Veel mensen hebben een ongezonde lifestyle. Daar heeft een kind allemaal mee te dealen. Dat groeit daarin op."
Overvecht heeft nog aardig wat werk aan de winkel, maar groeit ook erg hard in positieve zin, vertelt hij. "Dat is waar wij met stichting Durf te Dromen graag een bijdrage aan willen leveren."
Redouan kan erover meepraten. Tegenover het wijkcentrum staat de flat waar hij opgroeide, een Nederlands-Marokkaans jochie, zijn drie zusjes en hun liefdevolle, maar laaggeletterde ouders.
0,0 procent
"Mijn ouders stimuleerden me wel om me te ontwikkelen. Mijn vader op het gebied van sport - voetbal is echt zijn passie. En mijn moeder vond school heel belangrijk. Zeker als het gaat over discipline, motivatie, hard werken en weten waar je dat voor doet."
En zich ontwikkelen, dat deed Redouan. Op het voetbalveld, maar ook op school. In groep acht van de lagere school haalde hij onverwachts een hoge Cito-score.
"Ik mocht vwo gaan doen. Maar ik hoorde dat ik op het gymnasium nog iets meer uitgedaagd zou worden, dus toen wilde ik dat." Zijn ouders mochten nog zo trots op hem zijn, echt helpen met zijn schoolwerk konden ze niet. "Je kunt steunen in liefde en steunen in inhoud. Het eerste had ik in overvloed, het tweede moest ik thuis missen. In dat opzicht had ik wel wat obstakels te overwinnen."
Op het gymnasium waar hij terecht kwam, trof Redouan precies de tegenovergestelde situatie. Inhoudelijk was het interessant, maar echt gezien of gewaardeerd werd hij niet. "In de tweede klas vertelde mijn leraar Duits me bijvoorbeeld dat in de afgelopen twintig jaar precies 0,0 procent van de Marokkaanse jongens was geslaagd op het gymnasium. Ik werd zó boos. Ik dacht: waarom zou je dit aan mij vertellen? Ik vertegenwoordig niet een groep, ik ben gewoon een individu."
Het wekte in hem een diep verlangen om te laten zien wat hij in zich heeft. Hij leerde zich overal aan te passen: op school, maar ook in de wijk.
"Ik leefde in twee werelden. Kon nergens volledig mezelf zijn, vroeg me steeds af: wat is op deze plek de juiste manier van handelen? Als ik in die tijd hier in Overvecht tegenover de jongens van de straat zou staan, zou ik een probleem hebben, gepest worden. En als ik me op school niet voegde naar hun manier van doen, zou ik daar worden buitengesloten."
Het was niet per se een vrolijke tijd, maar het heeft hem veel gebracht: "Ik heb me over twee sporen ontwikkeld. Ik kan nu met allerlei verschillende soorten mensen omgaan en toch volledig mezelf zijn." Het is een kwaliteit waar hij veel aan heeft op het voetbalveld en de reden dat hij regelmatig tot aanvoerder werd verkozen, ook nu.
Van amateur naar prof
Zijn carrière begon op dezelfde vierkante postzegel, bij voetbalvereniging VVOO, naast het wijkcentrum en tegenover zijn ouderlijk huis. Als jochie van 8 werd hij hier gespot door PSV en uitgenodigd voor een stage. "Dat liep op niks uit, maar zo kwam ik wel in het vizier bij USV Elinkwijk, een club met een heel goede jeugdopleiding. Daar heb ik tien jaar gespeeld. Vervolgens kwam ik bij VV De Meern terecht. We promoveerden naar de derde divisie en omdat ik een behoorlijk aandeel had in die promotie, werd ik gevraagd voor Jong Utrecht."
Aanvankelijk kreeg hij als 18-jarige niks betaald, alleen een reiskostenvergoeding, terwijl hij bij VV De Meern wel geld verdiende. "Maar dat heb ik losgelaten, ik ben voor de kans gegaan, want ik wilde naar dat profniveau. Van twee keer in de week trainen ging ik naar zeven of acht keer per week. Mijn bijbaantje bij Dirk van den Broek zegde ik op, ik stopte met mijn studie bestuurs- en organisatiewetenschap aan de universiteit. Ik moest deze kans pakken."
En met succes, want twee maanden later kreeg hij alsnog zijn profcontract. In 2019 stapte hij over naar Telstar, en in maart 2021 tekende hij bij Excelsior Rotterdam – dat de naam van de club in het Latijn 'steeds hoger' betekent, past hem goed. Afgelopen seizoen promoveerden ze naar de eredivisie.
Botsende werelden
Ook in de voetballerij wilden zijn werelden nog weleens botsen. "Op school had ik geleerd mijn mening te geven, kritisch te zijn. Dat nam ik mee naar het veld. Nu heb ik een trainer met wie ik heel goed kan sparren, die me de ruimte geeft om me uit te spreken en begrijpt dat ik uit betrokkenheid graag mee wil denken. Maar ik heb genoeg trainers gehad die vonden dat ik gewoon mijn mond moest houden en moest doen wat er van me gevraagd wordt. Dan word je beperkt in je ontwikkeling, vind ik."
In de kleedkamer trof hij maar weinig jongens met wie hij zich echt kon identificeren, die hetzelfde pad hadden bewandeld. Er zijn ook weinig profspelers die zo lang op amateurniveau speelden. "Daarin heb ik weer heel veel van mijn teamgenoten geleerd."
Bijvoorbeeld wanneer het de moeite waard is om de strijd met de trainer aan te gaan, en wanneer je beter je mond kan houden. Het is onderdeel van de professionele opvoeding die het voetbal hem heeft gegeven: "Op tijd komen, alles geven, doen wat er van je gevraagd wordt, naar je taak voetballen."
Die allround leerschool – thuis, de straat, het gymnasium, het veld – maakt dat hij kan zien waar het in veel van die omgevingen nog aan ontbreekt. Dat zou de basis worden voor zijn stichting. "Ik liep al met het idee rond sinds m’n 18de, maar pas toen ik 22 was, ging ik er echt werk van maken. Ik was net prof, en doordat ik stopte met studeren kwam er ruimte om dit concept uit te werken."
"De opmerking van mijn leraar Duits was me altijd bijgebleven: waarom zaten er eigenlijk zo weinig jongens zoals ik op het gym? Aan een gebrek aan intelligentie of talent lag het niet, dus er speelden duidelijk andere zaken mee."
Het zit in hem om overal kansen te zien: "Ik ben altijd benieuwd of er nog iets beter of mooier kan, of er iets te ondernemen valt." En dat viel er.
Durf te dromen
Eerst ging hij veel praten. Met zijn oudere zus, met organisaties in de wijk, met zijn goede vriend Achraf. Hij belde met Nesrine, psycholoog en pedagoog, ging koffiedrinken met Rida, die fiscalist is. Met Ikram en Noura, die hij nog kende uit zijn tijd bij de Dirk, besprak hij zijn plannen onder het genot van een McFlurry. Iedereen wilde meehelpen. Met al die input schaafde hij twee jaar aan zijn plan en richtte hij de stichting Durf te Dromen op. Via zijn contacten bij de universiteit regelde hij een bestuur en in oktober 2020 gingen ze van start.
In twee jaar tijd groeide het aanvankelijk bescheiden clubje uit tot een groep vrijwilligers van tachtig man sterk. Afgelopen jaar hielpen zij zo’n 350 leerlingen, van groep 3 van de basisschool tot klas 6 van het vwo. Zij krijgen bijles en huiswerkbegeleiding, Engels en talentontwikkeling.
Redouan: "Ons hoofddoel is kinderen te helpen in hun ontwikkeling, en ouders te helpen hen daarin bij te staan. Dan gaat het natuurlijk om rekenen of taal, maar juist ook om de randzaken waarvoor op scholen minder tijd is, maar die wel net zo belangrijk zijn. We hebben tien thema’s, waar we steeds vier weken mee aan de slag gaan, bijvoorbeeld motivatie en discipline, gezondheid en zelfvertrouwen. Dat brengen we ook buiten de klas in de praktijk; voor het blok debatteren organiseren we bijvoorbeeld een bezoek aan de rechtbank."
Trots op het team
En dan zijn er nog talloze andere activiteiten. "We gaan naar een ontdekhal, naar het bos, we hebben een beroepenmarkt, laten de kinderen kennismaken met onbekende sporten als boogschieten of BMX. In de vakanties organiseren we sowieso altijd iets leuks, niet alleen voor onze eigen leerlingen, maar voor alle kinderen in de wijk."
Als je je nu afvraagt of dat niet enorm veel tijd vergt, heb je een punt. "In het eerste jaar gaf ik zelf nog les, daar is nu geen tijd meer voor", vertelt Redouan. "Ik houd me bezig met het ontwikkelen van het concept, de financiën, het contact met de ouders. En ik besteed veel tijd aan mijn team, waar ik het meest trots op ben. We doen het echt samen."
En dat allemaal naast een carrière in de topsport. "Ik krijg op het veld weleens klachten dat ik te veel tijd in de stichting steek, te weinig rust pak." Hij traint zes dagen in de week in Rotterdam, soms twee keer op een dag. Maar tijdens het schooljaar is hij ook zeven dagen in de week bij de stichting te vinden. Hij vindt het belangrijk om zichtbaar te zijn voor de kinderen en hun ouders. "Behalve op wedstrijddagen, dan geef ik me 100 procent daarvoor."
Overlevingsmechanisme
Eigenlijk doet hij altijd alles vol overgave. Hij noemt het zijn overlevingsmechanisme: "Ik wil zo min mogelijk afhankelijk zijn van het oordeel van anderen om iets van mijn leven te kunnen maken. Door mijn gymnasium te halen, heb ik het mezelf makkelijker gemaakt, kan ik schakelen. Met een havo- of mbo-diploma kun je natuurlijk ook heel ver komen, maar dat zag ik toen simpelweg nog niet in. Ik móést het halen. En met voetbal net zo. Ik denk steeds: als ik deze kans niet grijp, kan het consequenties hebben."
"Tegelijkertijd blijft wat anderen denken van invloed: het blijft een politiek spel, kansen moeten je gegund worden. In die zin blijft de druk hoog, dat breekt me af en toe wel op. Er zijn momenten dat ik alleen maar aan het werk ben, dag in, dag uit."
En toch, er lijkt altijd nog wat meer bij te kunnen. Bij de inspectie van de lokalen zegt hij: "Misschien dat ik hier ook nog een avondbibliotheek kan beginnen. Voor studenten uit de wijk, want de universiteitsbibliotheek is best ver fietsen en zit vaak vol, weet ik uit ervaring." Anderen geven wat hij zelf gemist heeft, het tegendeel bewijzen en laten zien wat er allemaal wél kan, dat zijn de ultieme drijfveren van Redouan.
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.