Zorgorganisaties zeggen ja tegen zorgakkoord, alleen huisartsen niet
Tal van zorgorganisaties hebben hun handtekening gezet onder het Integraal Zorgakkoord. Alleen ontbreekt een belangrijke partij: brancheclub Landelijke Huisartsen Vereniging tekende niet. In het akkoord staan afspraken tussen de zorgsector en het ministerie van Volksgezondheid over de toekomst van de zorg.
LHV heeft het hele traject mee-onderhandeld, benadrukt de minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers, en is het eens met de afspraken. Er zijn volgens hem alleen zorgen over de uitwerking in de praktijk. Hoe de afspraken uitpakken zal gemonitord worden, zegt Kuipers. LHV was vrijdagavond niet bereikbaar voor commentaar.
Het akkoord, dat geldt voor de komende vier jaar, kwam zeer moeizaam tot stand. De afgelopen week is nog flink onderhandeld. Pas vandaag gingen de branchevereniging voor kleinere ondernemers in de thuiszorg en ActiZ, een van de grootste brancheorganisaties van de Nederlandse zorg, alsnog akkoord.
Vroeger losse akkoorden
Het was zo moeilijk om tot overeenstemming te komen, omdat nu alle veranderingen van de hele zorgsector samen in één akkoord zijn gestopt. "Vier jaar geleden waren er verschillende akkoorden binnen een deelgebied", zei hoogleraar Gezondheidseconomie Wim Groot eerder tegen RTL Nieuws. "Toen was er een apart akkoord voor de ziekenhuizen, een voor de huisartsen, noem maar op."
Er stond tijdsdruk op de onderhandelingen omdat het de bedoeling is dat de afspraken op Prinsjesdag (dinsdag) worden gepresenteerd.
Groeiende zorgkosten beteugelen
Met het zorgakkoord wil het ministerie van Volksgezondheid de groeiende zorgkosten de komende vier jaar in de hand houden. Nu al geeft Nederland 13 procent van zijn nationaal inkomen uit aan zorg en welzijn. Zonder ingrijpen loopt dat op naar 19 of 21 procent, becijferde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vorig jaar. Eén op de zes Nederlanders werkt nu in de zorg. Met deze maatregelen wil het kabinet voorkomen dat dit oploopt tot één op de vier.
VWS wil dat in 2026 in totaal 1,3 miljard euro minder wordt uitgegeven aan de zorg dan nu voorzien is. De uitgaven stijgen dan nog steeds, maar wel minder hard.
Wat gaan patiënten van dit akkoord merken?
Hoewel veel afspraken nog precies moeten worden ingevuld, zijn er wel al wat dingen duidelijk.
- Centraal staat het begrip 'passende zorg': door de zorg anders in te richten, hopen de onderhandelende partijen dat de zorg efficiënter en dus goedkoper wordt. De wijkverpleging en de huisartsen zullen het drukker krijgen.
- Maar het betekent ook dat behandelingen waarvan het effect wordt gezien als 'onbewezen', bijvoorbeeld niet langer vergoed zullen worden door verzekeraars. Welke behandelingen dat precies zijn, blijft afwachten.
- Daarnaast zullen ziekenhuizen gaan specialiseren: complexe behandelingen, zoals sommige kankeroperaties, zullen op minder plekken worden uitgevoerd. Dat kan betekenen dat patiënten verder moeten reizen voor een operatie.
- Ook zullen patiënten vaker online in plaats van bij de huisarts met hun zorgvraag moeten aankloppen.