OM wil coldcases oplossen met hulp van DNA-databank familiestambomen
Het Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaan gebruikmaken van genealogische DNA-databanken voor het oplossen van vastgelopen strafzaken. Op korte termijn hopen het OM en het NFI een pilot te starten waarbij de methode wordt ingezet in twee onopgeloste coldcasezaken.
Als dat gebeurt is dat voor de eerste keer in Nederland. Voordat de pilot start, zal de methode eerst nog moeten worden voorgelegd aan de rechter. De huidige wetgeving maakt het volgens het OM mogelijk om deze methode te gebruiken. Toch zal aan de rechter worden gevraagd of dat ook voor deze twee specifieke zaken is toegestaan.
Wanneer de rechter daarmee akkoord is gegaan, zal de pilot starten met twee zaken waarin DNA-materiaal beschikbaar is van een nog onbekende verdachte of DNA van een slachtoffer van een misdrijf van wie politie en OM nog steeds de identiteit niet weten.
Verre verwanten
Door dit DNA te vergelijken met dat van personen in de genealogische databanken kunnen (verre) verwanten deze persoon in beeld komen. Aan de hand van deze verwanten kan dan mogelijk de identiteit van de verdachte of het slachtoffer achterhaald worden, zo zeggen het OM en het NFI.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Twijfel over de nieuwe methode is er ook. Zo laat Dennis Wolthers van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten weten dat er wat hem betreft nog flink wat haken en ogen aan het plan zitten. "Hoe verhouden Nederlandse strafvorderingen zich ten opzichte van de Amerikaanse regels? Daarnaast zal het bijzonder tijdrovend zijn omdat je gaat graven in een Amerikaanse databank. Je gaat voornamelijk Amerikanen treffen. Om de link met Nederland te leggen zal niet makkelijk zijn."
Omdat de voorouders van veel inwoners van de Verenigde Staten afkomstig zijn uit Europa, is het volgens het OM en NFI mogelijk dat ook in Nederlandse strafzaken verre verwanten van onbekende verdachten of onbekende slachtoffers via de Amerikaanse databanken worden gevonden. Bovendien maken steeds meer Nederlanders voor stamboomonderzoek gebruik van dit soort DNA-databanken, stellen zij.
Andere bewijslast
Daarnaast is alleen DNA-bewijs in Nederland niet voldoende, zegt Wolthers. "In Amerika is de bewijslast anders. Daar kan je veroordeeld worden door DNA-bewijs, in Nederland is dat niet zo. Je hebt hier aanvullend bewijs nodig."
Ook Maša Galič, universitair docent privacy en strafprocesrecht aan de VU Amsterdam, heeft bedenkingen. "Dna-data is hele gevoelige informatie. Het geeft niet alleen informatie over een individu, maar over vele anderen die genetisch gelinkt zijn aan het individu", zegt ze. "Zo'n vergaande onderzoeksmaatregel die het privéleven van zoveel individuen raakt, is erg privacygevoelig."
'Waar trek je de grens?'
Galič vergelijkt het met gezichts-herkennende camera's. "Omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn, wordt het problematischer. Ik zeg niet dat het niet gebruikt zou moeten worden, want het is wel gerechtvaardigd in bepaalde zaken, maar de wettelijke grondslag voor het gebruik van deze bijzondere persoonsgegevens moet wel specifiek genoeg zijn."
"Het OM concludeert nu dat de wet niet verbiedt dat het middel wordt gebruikt, dat het dus daarom mag", zegt Galič. "Ik vind dat er wel duidelijke grenzen in de wettelijke grondslag moeten zijn voor welke soort zaken je deze maatregel wel en niet mag gebruiken." Daar wringt het, zegt Galič. "Waar trek je de grens? Daar zou beter over moeten worden nagedacht naar mijn mening."
Tijdens de pilot zal gebruik worden gemaakt van twee genealogische DNA-databanken in de Verenigde Staten. Hierbij wordt alleen gekeken naar mensen die zelf de keuze hebben gemaakt om hun DNA aan te bieden en ook hebben aangegeven dat hun DNA gebruikt mag worden voor strafrechtelijk onderzoek. Mensen die daarvoor geen toestemming hebben gegeven, zullen niet worden meegenomen in het onderzoek.
Succesvol in andere landen
Het oplossen van coldcasezaken door middel van genealogische databanken gebeurt in andere landen al langer. Zo gebeurde dat in Canada en Australië en in Europa eerder ook al in Zweden en Noorwegen. In de Verenigde Staten zorgde deze methode al voor een doorbraak in honderden zaken.
Een van de bekendste voorbeelden daarvan is misschien die van de 'Golden State Killer'. De inmiddels 77-jarige oud-politieagent Joseph James DeAngelo vermoordde in de jaren 70 en 80 zeker dertien mensen. Ook gaf hij toe tientallen verkrachtingen te hebben gepleegd. De Amerikaanse autoriteiten kwamen hem in 2018 op het spoor nadat DNA dat op een plaats delict werd gevonden werd vergeleken met DNA uit genealogische databanken.