Kabinet wil kinderopvangtoeslag volgend jaar met 6 procent verhogen
Door de aanhoudend stijgende kosten zal de kinderopvangtoeslag volgend jaar met 6,01 procent worden opgeschroefd. Dat heeft het kabinet bekendgemaakt.
De ministerraad heeft daar vrijdag mee ingestemd. Wel moet de Tweede Kamer nog akkoord gaan met het voorstel, maar dat is doorgaans een formaliteit.
Ouders van kinderen op de dagopvang of de buitenschoolse opvang (bso) krijgen toeslag over een deel van de kosten die zij maken. Dat heet het maximumuurtarief. Dat tarief gaat volgend jaar verder omhoog.
De maximumuurprijs voor dagopvang wordt 9,65 euro, voor de bso wordt het 8,30 euro en voor gastouderopvang 7,24 euro. Als de uurprijs van de opvang hoger ligt dan het maximumuurtarief, dan moeten ouders dat deel helemaal betalen.
Afhankelijk van je inkomen
Stel dat de opvangorganisatie van jouw kind 10,50 euro per uur rekent, dan krijg je dus toeslag over 9,65 euro per uur. De overige 85 cent moet je helemaal zelf betalen. Hoe hoog de toeslag is, hangt af van het inkomen van de ouder of ouders.
Bij een inkomen tot en met ongeveer 28.000 euro krijgen ouders volgend jaar 96 procent vergoed van de maximumuurprijs. Dat percentage loopt geleidelijk af tot 33,3 procent voor mensen die meer dan 218.000 euro verdienen per jaar.
De verhoging van de toeslag is voor veel ouders hard nodig, omdat de prijzen het afgelopen jaar hard zijn gestegen. In vergelijking met vorig jaar zijn ouders 10 tot 40 procent meer gaan betalen voor opvang, door de hoge energieprijzen, stijgende huren en het personeelstekort.
Tweemaal verhoogd
Eind vorig jaar ontstond er commotie omdat het kabinet de toeslag met slechts 5,6 procent wilde verhogen, terwijl de kostenstijgingen gerust het dubbele bedroegen. Uiteindelijk besloot de minister om het maximumtarief voor 2023 nog tweemaal te verhogen. Alles bij elkaar steeg het maximumtarief in 2023 daardoor 7,32 procent.