Wie verdient aan de plastic-heffing? 'We worden er niet rijk van'
5 cent plastic-heffing op voorverpakte groente, 25 cent voor een beker, 50 cent voor een maaltijd. Sinds 1 juli betaal je voor plastic in de snackbar, bij de ijssalon of in de supermarkt. Dat is de bedoeling althans. De eerder genoemde prijzen zijn richtlijnen van de overheid. Maar waar blijft dat geld? Of in wiens zakken verdwijnt het?
Eerst maar eens beginnen met de reden waarom de heffing is ingevoerd. De overheid wil er met de maatregel voor zorgen dat mensen vaker herbruikbaar servies gebruiken en er minder zwerfafval is. Ook is de bedoeling dat er meer plastic kan worden gerecycled.
Effect beperkt
Bewustzijn creëren dus, zodat er minder plastic op straat belandt. De eerste voorzichtige conclusie: het effect is beperkt. Consumenten merken nu namelijk niets van de heffing, omdat supermarkten ze vaak niet doorberekenen.
Dirk Mulder van ING heeft er een uitleg bij: "Als er alleen onderaan op de kassabon een bedrag staat, dat je niet zelf betaalt, dan denk ik niet dat dat het bewustzijn echt verhoogt."
Vaak wordt heffing niet doorberekend
Maar het geld wordt wél betaald. Tenminste, soms. Want verkopers zijn niet verplicht om de prijs van hun producten te verhogen met de heffing. Bij meerdere ondernemers en supermarkten wordt niets doorberekend aan klanten.
Zo gaan supermarkten om met plastic-heffing:
Supermarkten mogen zelf kiezen hoe hoog de heffing is die ze hanteren, en of ze de heffing doorberekenen of niet. Er zijn drie smaken bij supermarkten hoe ze omgaan met de heffing, bleek uit een rondgang van onderzoeksbureau IPV Data. Dit zijn ze:
- 5 cent verhoging van de prijs, die niet wordt doorberekend aan de klant. Op die manier nemen de supermarkten de heffing voor hun rekening. Dit wordt door de meeste supermarkten gedaan: Albert Heijn, Jumbo, Aldi en nu ook Dirk van den Broek.
- 1 cent bovenop de prijs, de klant betaalt 1 cent meer voor bijvoorbeeld een maaltijdsalade. Dit doen de Lidl en Plus.
- De adviesprijs van 5 cent doorberekenen, eigenlijk zoals de overheid het dus voorstelt. Dit doet de Hoogvliet als enige. De Dirk deed dit eerst ook met een heffing van 50 cent, maar zijn hier nu van teruggekomen toen ze zagen dat andere supermarkten het niet deden.
Op veel plekken is de verhoging überhaupt nog niet doorgevoerd, zegt ook Frans van Rooij, directeur van de Vereniging Professionele Frituurders (ProFri). Er zijn ook al veel cafetariahouders overgestapt naar andere materialen, zegt hij. "En anders blijft het beperkt tot 5 cent voor een frietbakje en 25 cent voor een milkshakebeker. Die 50 cent die de overheid voorstelt, berekenen we niet door."
Minder bakjes, meer koekjes
Een andere plek waar normaal veel plastic circuleert, is de ijssalon. Een opmerkelijk gevolg van de heffing: "We merken dat er iets meer hoorntjes verkocht worden dan eerst", zegt Edwin van der Es, voorzitter van Vereniging Ambachtelijk IJscentrum. Minder bakjes dus, meer koekjes. Maar volgens Van der Es zijn er ook veel zaken die niets doorberekenen.
Niet een heel duidelijk beeld dus. Soms wordt de plastic-heffing doorberekend aan de klant, soms niet. Dan de vraag waar dit artikel mee begon: wat gebeurt er precies met dat geld?
Bijdrage aan fabrikant
Supermarkt Jumbo schrijft op de eigen website dat de inkomsten worden geïnvesteerd in verdere verduurzaming, wat ook de bedoeling is vanuit de overheid. Ook andere supermarkten onderschrijven dit doel.
In de ijssalons wordt er wisselend beleid gevoerd, zegt voorzitter Van der Es van het IJscentrum, en niet alles gaat de eigen kas in: "Wij moeten sinds 1 juli een bijdrage afstaan aan de fabrikant, daar betalen wij een belasting over."
Gaten vullen
De ijszaken houden een klein percentage over van de plastic-heffing die wordt doorberekend, zegt Van der Es. Dat wordt soms gestoken in verduurzaming. "Maar dat is voor elke zaak weer anders: sommige zijn te klein om te investeren in het herbruikbaar maken van de materialen."
Die zaken kijken of ze duurzame verpakkingen kunnen inkopen. Maar ook dat is lastig. "Fabrieken gaan niet massaal investeren in duurzame verpakkingen, aangezien wij als enige van de EU nu deze regels hebben."
Waar zie ik de heffing op mijn bonnetje?
De plastic-heffing vind je terug op je kassabon onder de naam Heffing SUP, waarbij SUP staat voor Single Use Plastics, oftewel eenmalige plastic verpakkingen.
Die SUP-heffing is geen belasting die wordt betaald aan de overheid. Bedrijven mogen het geld zelf houden. Het is de bedoeling dat supermarkten de heffing, ook als ze die niet doorberekenen aan consumenten, in een potje stoppen en besteden aan verduurzaming.
Maar daar wordt niet op gecontroleerd, aldus Jaap Steensma, woordvoerder van het ministerie IenW. "Het is op basis van goed vertrouwen." Wellicht dat er volgend jaar iets veranderd, want dat wordt de wet geëvalueerd.
Van Rooij van ProFri zegt dat heffingen die worden doorberekend, bij ondernemers hard nodig zijn om 'de gestegen kosten van verpakkingen betaald te krijgen'. Gaten dichten dus.
'Er wordt niet aan verdiend'
Met die gestegen kosten van verpakkingen bedoelt Van Rooij de prijzen van de afvalverwijderingsbijdrage. Dat komt erop neer dat ondernemers nu meer betalen voor het weggooien van afval dan eerst. Dit jaar betalen ondernemers ook meer voor de opslag van plastic verpakkingen. Dat die kosten inderdaad zijn gestegen, zie je op deze website.
Van Rooij noemt ook nog de gestegen kosten van de huren, het personeel, de energie op, waardoor deze doorberekende heffingen gebruikt worden om die kosten enigszins te dekken. Hij zegt er direct bij: "Er wordt soms gesuggereerd dat eraan verdiend wordt, maar dat is echt niet zo."