Zorgtoeslag flink lager

Prinsjesdag: dit verandert er in 2024 voor je portemonnee

Door Michaël Niewold··Aangepast:
© ANP / Hans van RhoonPrinsjesdag: dit verandert er in 2024 voor je portemonnee
RTL

Om de koopkracht voor gezinnen enigszins op peil te houden, verandert er volgend jaar het nodige in je portemonnee. Zo gaan de huurtoeslag en het kindgebonden budget omhoog, staat in de Miljoenennota. Om dat te betalen wordt er onder andere gesleuteld aan het belastingtarief voor topinkomens. Toch is er niet alleen maar goed nieuws voor de laagste inkomens. De zorgtoeslag daalt bijvoorbeeld flink.

De zorgpremie stijgt waarschijnlijk met ongeveer 12 euro per maand, tot een bedrag van gemiddeld 149 euro per maand. Dat bedrag kan nog verschillen per verzekeraar. Die komen uiterlijk 12 november met hun premies voor volgend jaar. 

Zorgtoeslag lager

Wat al wel zeker is: de zorgtoeslag gaat voor de lage inkomens fors omlaag. Dit jaar kreeg je maximaal 154 euro per maand dankzij een eenmalige verhoging vanwege de hoge inflatie. Die verhoging wordt voor een groot deel teruggedraaid. Afhankelijk van je inkomen kun je volgend jaar hooguit 127 euro per maand krijgen als tegemoetkoming voor je zorgkosten. 

Gestegen prijzen hakken erin: een op de vijf Nederlanders kan nét rondkomen
Lees ook

Gestegen prijzen hakken erin: een op de vijf Nederlanders kan nét rondkomen

Om de koopkracht van gezinnen enigzins op peil te houden, komt het kabinet met een paar maatregelen. Zo gaat de huurtoeslag omhoog, met 416 euro per jaar. Hoeveel toeslag je krijgt, hangt onder meer af van je inkomen, en dat van een eventuele partner of kinderen. 

Het kindgebonden budget gaat omhoog. Voor het eerste kind met 750 euro per jaar, omgerekend 62,50 euro extra per maand. En maximaal 883 euro per jaar voor het tweede en meer kinderen, wat neerkomt op 73 euro extra per maand. Hoe hoog het bedrag voor jou wordt is wederom afhankelijk van je inkomen, je vermogen en of je samenwoont of niet. 

Wie gaat dat betalen?

Bij elkaar opgeteld kosten bovengenoemde maatregelen zo'n 2,2 miljard euro. Voor dat bedrag is al dekking gevonden door het ministerie van Financiën. Het grootste deel wordt betaald door het belastingtarief voor de topinkomens minder voor inflatie te corrigeren dan gepland. Hierdoor moet over een groter deel van het salaris 49,5 procent inkomstenbelasting worden betaald. 

De grens ligt volgend jaar bij een inkomen vanaf 76.000 euro. Als er wel volledig was gecorrigeerd voor de inflatie, was de grens op 80.000 komen te liggen. Doordat de grens lager ligt, haalt de fiscus ongeveer 1,6 miljard euro extra op. 

Dezelfde truc wordt toegepast bij gepensioneerden. Dit betekent concreet dat gepensioneerden straks vanaf 38.468 euro aan inkomen het tarief van 36,97 procent gaan betalen in plaats van 40.826 euro. Dat levert 236 miljoen euro op. 

Overigens gaat ook de inkomstenbelasting voor alle Nederlanders een klein beetje omhoog. Het belastingtarief over het inkomen tot 76.000 euro wordt opgehoogd van 36,93 procent naar 36,97 procent. Dat levert de staat 146 miljoen extra op.

Spaarders en zzp'ers

Verder gaan spaarders meer belasting betalen. Het belastingtarief gaat een jaar eerder dan gepland van 32 naar 34 procent. En het bedrag - 57.000 euro - waarover geen belasting betaald hoeft te worden blijft gelijk. Terwijl dit normaal gesproken verhoogd zou worden in lijn met de inflatie. 

Kleine bedrijven en zzp'ers worden ook aangeslagen. Het deel van hun winst waarover ze geen belasting hoeven te betalen, wordt verkleind van 14 naar 12,7 procent. Op die manier wil het kabinet het verschil verkleinen tussen wat werknemers en zzp'ers aan belasting betalen.

Accijns omhoog

De rest van de 2,2 miljard komt uit een hogere dan geraamde opbrengst van de winstbelasting à 275 miljoen euro. En de accijns op tabak en alcohol wordt verder verhoogd, wat bij elkaar opgeteld zo'n 100 miljoen euro oplevert. 

Er kan nog wel het nodige veranderen, als de Tweede Kamer dat wil. Die kan zelf met voorstellen komen en als er een meerderheid voor is plannen maken. Zo tekent zich al een Kamermeerderheid af die het volledig terugdraaien van de accijnsverlaging niet door wil laten gaan

Accijns op brandstof

De accijns op brandstof werd 1 april 2022 verlaagd om autobezitters te compenseren voor de hoge energieprijzen. De afspraak was toen dat deze verlaging na verloop van tijd weer teruggedraaid zou worden. Op 1 juli is dat al voor een deel gebeurd. Het plan is om op 1 januari de accijns weer tot het oorspronkelijke niveau te brengen. 

Daarmee zou een liter benzine 21 cent duurder en een liter diesel 13,5 cent worden, bovenop de toch al hoge huidige brandstofprijzen. Mogelijk gaat dit dus niet door, al moet er nog wel geld gevonden worden om het gemis van 1,2 miljard aan belastinginkomsten op te vangen.

Openbaar vervoer

Wie afhankelijk is van het openbaar vervoer is ook duurder uit. De NS verhoogt de tarieven volgend jaar met 3,5 procent bóvenop de inflatie, werd al bekend. En in het regionale vervoer stijgen de prijzen van trein-, bus- en metrokaartjes met tot wel 11 procent

Een kleine mogelijke meevaller: werkgevers mogen hun werknemers een hogere onbelaste reiskostenvergoeding geven. 

Lees meer over
PrinsjesdagConsumentOverheidsfinanciën