Door 'waanzinnige' ontwikkeling vrouwenvoetbal dromen meisjes nu
In de ruim dertien jaar dat Renate Jansen bij Oranje speelt, heeft de voetbalster de kwaliteit van spel, de supporters, de aandacht van de pers en de betaling van speelsters "waanzinnig" zien veranderen. "Als ik alleen al zie dat er journalisten helemaal met ons meegereisd zijn voor dit toernooi, dan vind ik dat mooi. Als er tien jaar geleden down under een WK was geweest, weet ik zeker dat er heel veel pers niet mee was gekomen. Het vrouwenvoetbal is echt gegroeid."
In 2010 maakte Jansen als 19-jarige haar debuut bij Oranje. "Ik weet nog dat wij moesten vliegen naar die uitwedstrijd tegen Slowakije. Ik zat als broekie ineens naast Daphne Koster in het vliegtuig. Toen dacht ik: wow." Hoe anders was dat in Nieuw-Zeeland en Australië, waar Jansen (32) als een van de oudste Oranjespeelsters jongelingen als Wieke Kaptein (17) en Esmee Brugts (20) op weg hielp.
"Die jonge speelsters zijn beter dan wij waren op die leeftijd. Ze worden beter getraind, mogen vaker bij jongens in het team en dat zie je aan de kwaliteit terug. De aanwas van speelsters is ook veel groter geworden."
Langs de kant
Dat er meer aandacht voor het vrouwenvoetbal is, zag Jansen tijdens de WK-wedstrijden. In Nieuw-Zeeland speelde Oranje drie wedstrijden voor een bijna uitverkocht stadion. In Sydney kwamen ruim 40.000 fans naar de achtste finale tegen Zuid-Afrika kijken. Maar ze merkt het ook als er in Nederland een open training wordt georganiseerd. "Dan zie je zoveel meisjes langs de kant staan die dromen van een profcarrière."
Een van de grote verschillen tussen 2010 en 2023 is volgens Jansen de betaling van speelsters. "Toen ik begon, was er gewoon een soort dagvergoeding. Je moest je werk en je maatschappelijke carrière achter je laten. Er werd verwacht dat je best veel opgaf voor best weinig. Niet iedereen had dat ervoor over. Wie nu in de eredivisie komt, kan rekenen op een team dat ook gewoon goed betaalt."
Prijzengeld
Ook het WK is lucratief voor speelsters. De FIFA verhoogde het prijzengeld van 30 miljoen in 2019 naar 110 miljoen dollar dit jaar. Dat is wel nog altijd fors minder dan bij het WK voor mannen, waar vorig jaar 440 miljoen dollar te verdelen was.
Na de uitschakeling in de kwartfinale door Spanje vrijdag gingen speelsters van Oranje met ieder ruim 81.000 euro aan prijzengeld naar huis. "Ik wilde voetballen omdat ik het spelletje leuk vond. Ik wilde geen profvoetballer worden om heel rijk te worden. Maar door dit soort randvoorwaarden kunnen jonge meisjes er wel van dromen om profvoetballer te worden."