Limburgse Noord-Zuidlijn? ProRail zet aanpak Maaslijn in ijskast
Het aanpakken van het spoor tussen Nijmegen en Roermond loopt een fikse vertraging op. Door de oorlog in Oekraïne zijn bouwmaterialen op dit moment zó duur, dat spoorbeheerder ProRail verwacht dat er geen aannemer te vinden zal zijn die het project wil uitvoeren voor het huidige budget. Het is niet de eerste tegenslag.
Als alles volgens planning was gegaan, zouden er op dit moment geen dieseltreinen meer rijden op het stuk spoor tussen Nijmegen en Roermond. Nee, er zouden elektrisch aangedreven treinen rijden. En nog mooier: als er een trein vertraging zou hebben, dan zou dat niet meteen tot gevolg hebben dat de complete dienstregeling in de soep loopt.
Dankzij de vier extra stukken dubbel spoor (zie het kaartje) zouden treinen elkaar op veel meer plekken kunnen passeren, waardoor de vertraging van de ene trein niet automatisch leidt tot extra wachttijd bij de tegemoetkomende trein.
Druk en lang traject op enkel spoor
Dat is nu nog wel zo, want veruit het grootste deel van het 86 kilometer lange spoortraject bestaat uit enkelspoor. Dat zorgt voor veel klagende reizigers bij vervoerder Arriva, want het traject is een van de langste en drukste spoorverbindingen in ons land over een enkel spoor. Dagelijks maken er duizenden reizigers gebruik van.
En bij vertraging duurt niet alleen hun reis tussen Nijmegen en Roermond of een van de tien tussengelegen stations langer, ze missen ook hun aansluiting op NS-treinen op de stations Nijmegen, Venlo of Roermond.
En dat blijft nog jaren zo. Minimaal twee jaar, maar dat gaan er ongetwijfeld meer worden. Spoorbeheerder ProRail, die moet zorgen dat de klus geklaard wordt, heeft de aanbesteding ervan stopgezet.
Voor welk bedrag ProRail het project wilde aanbesteden is onbekend, een woordvoerder van het bedrijf laat alleen weten dat de kosten geraamd worden op 266 miljoen euro. En die zullen veel hoger uitpakken, concludeert het overheidsbedrijf na gesprekken met bedrijven en op basis van 'onze eigen bevindingen'.
Tekorten aan hout, staal en koper
Door de oorlog in Oekraïne is er een groot tekort aan staal, hout en koper, meldt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur & Waterstaat, CDA) deze week aan de Tweede Kamer.
En omdat er veel van deze materialen nodig zijn om in het voorjaar van 2023 te kunnen gaan bouwen, zal dat niet lukken voor het bedrag dat er nu voor wordt uitgetrokken.
Het project doet steeds meer denken aan andere grote infrastructuurprojecten van de overheid, zoals de Noord-Zuidlijn in Amsterdam en de Betuwelijn: de bouw duurt langer dan gepland en pakt veel duurder uit dan begroot.
In 2012 is het nog de bedoeling dat de elektrificering van het spoor en het aanleggen van stukken dubbel spoor in 2020 klaar zou zijn. Het karwei zou 164 miljoen euro gaan kosten.
"Ik besef dat dit een vervelend bericht is, zeker omdat dit project al de nodige hobbels en vertragingen heeft moeten doorstaan."
Die planning loopt alleen flink vertraging op, onder meer omdat er vanaf 2016 onenigheid ontstaat tussen de provincie Limburg en ProRail, blijkt uit een reconstructie die consultantsbureau AT Osborne in mei 2021 maakt.
Onenigheid tussen provincie en ProRail
Het gesoebat tussen provincie en ProRail loopt door tot in 2018. Het gaat vooral over wat er wel en niet onder het project valt. Aan het eind van dat jaar gooit de provincie de handdoek in de ring: het project is te complex om goed te kunnen managen en daarom vraagt Limburg het Rijk of zij de uitvoering over willen nemen, zo staat in de reconstructie.
Het bedrag waarvoor de klus geklaard zal moeten worden is dan al naar boven bijgesteld, tot 212,6 miljoen. Nog geen jaar later meldt ProRail zich weer bij de provincie, met de waarschuwing dat er een 'financieel issue' dreigt. De raming die eerder is gemaakt, is van 'onvoldoende kwaliteit'. Dat wordt bevestigd in een second opinion in december 2020 van onderzoeksbureau Horvat & Partners.
Bij het nemen van de beslissing over het project, eind vorig jaar, worden de kosten inmiddels geraamd op 266 miljoen euro (exclusief btw). Een overschrijding van 96 miljoen euro ten opzichte van het beginpunt, krijgt Heijnen overgedragen van haar voorganger Steven Weyenberg (D66). Dat is een kostenstijging van ongeveer 60 procent.
Einddatum? Onduidelijk
Wanneer het spoorbedrijf een nieuwe poging waagt om aannemers te vinden die de klus willen doen, weet de woordvoerder nog niet. En dus is ook nog volkomen onduidelijk wanneer de bouw gaat beginnen en wanneer het project afgerond zal zijn.
De beoogde opleverdatum van 2024, vier jaar later dan oorspronkelijk de bedoeling was, zal in ieder geval niet gehaald worden, dat is 'onvermijdelijk', aldus staatssecretaris Heijnen. "Ik besef dat dit een vervelend bericht is, zeker omdat dit project al de nodige hobbels en vertragingen heeft moeten doorstaan", aldus de uit Limburg afkomstige staatssecretaris.