Zo gingen de Holleeders met elkaar om
Slaan, bedreigen, dreigen met liquidaties: in de familie van Willem Holleeder was niets te gek, zegt Astrid vrijdag in de rechtbank.
"Ik vind dat ik Wim het leven mag ontnemen"
Na de eerste aanslag op Cor van Hout en de ontstane ruzie tussen Cor en Willem Holleeder was de sfeer in de familie om te snijden. Zo wilde Cor de advocaat van Willem, Bram Moszkowicz, ‘aanpakken’. Dat wilde Astrid, ook advocate van beroep, voorkomen. “Bram was mijn patroon. Die schaarde ik onder het lijstje normale mensen. Ik accepteerde niet dat Cor een normaal iemand zou liquideren. Zou ik ook bij u doen (zegt ze tegen advocaat Janssen van haar broer, red.) waarschuwen. Dan doe ik aangifte, dat doe ik normaal niet, dat is ons van huis uit geleerd.”
Astrid zegt nooit een gezellig gesprek te hebben gehad met haar broer. “Ik hield voor Cor de vinger aan de pols.” En: “Ik zeg altijd ‘dag lief broertje’, hij ‘dag lief zusje’. Maar we vinden elkaar helemaal niet lief.”
"Zij heeft een slecht product op de wereld gezet"
Ondanks alle kinnesinne, zegt Astrid dat ze niet wil dat haar broer doodgaat. “Maar ik vind dat ik Wim het leven mag ontnemen. Net zodat mijn moeder dat mag doen. Omdat zij een slecht product op de wereld heeft gezet,” zegt ze emotioneel.
Ook slaan was de normaalste zaak van de wereld. Ter sprake komt of Sonja tikken kreeg van haar man Cor? “Dat zal best, dat was normaal bij ons. We zijn opgegroeid met een alcoholische vader en later ging ze weer met een alcoholist. Zo gaan wij met elkaar om. Dat gaat over en weer.”