OM luisterde journalist af na moord op broer kroongetuige Nabil B.
Het Openbaar Ministerie is opnieuw in de fout gegaan door een journalist af te luisteren. Dat blijkt uit vertrouwelijke correspondentie tussen het Openbaar Ministerie en de rechtbank, meldt de NOS.
Het afluisteren gebeurde op 29 maart, de dag dat de broer van kroongetuige Nabil B. werd vermoord.
De journalist werd afgeluisterd tijdens een gesprek met 'een bron' in 'een openbare ruimte' door gebruik te maken van een richtmicrofoon.
Het afluisteren was in strijd met de eigen regels, oordeelde het OM nog diezelfde dag. De officier van justitie had het bevel gegeven, maar dit bevel was niet voorgelegd aan het College van procureurs-generaal of de parketleiding van het parket Amsterdam, wat wel had gemoeten.
Het OM bevestigt dat inderdaad een opname heeft plaatsgevonden. "Aan het bevel is weliswaar uitvoering gegeven, maar de betreffende opname is nog diezelfde dag, toen de handelswijze bekend werd bij de parketleiding, in een kluis gelegd", meldt het OM.
"De betreffende opname is, ondanks de opdracht van de rechter commissaris daartoe, nooit uitgeluisterd en uiteindelijk na overleg met het College van procureurs-generaal in opdracht van de hoofdofficier van justitie in Amsterdam vernietigd, omdat het OM vindt dat de opname een ontoelaatbare inbreuk is op de bronbescherming van journalisten."
Het is de tweede keer in korte tijd dat het Openbaar Ministerie in de fout gaat met het afluisteren van een journalist. In Brabant werden onlangs telefoongegevens opgevraagd van een journalist van het Brabants Dagblad. Op die manier wilde justitie uitvinden wie had gelekt over de burgemeesterskandidaten in Den Bosch. De top van het OM was daarvan niet op de hoogte.
