Hoofdverdachte in zaak Sumanta ontkent: 'Heb er niks mee te maken'
Hoofdverdachte Manodj B. (41) ontkent dat hij de 22-jarige studente Sumanta Bansi heeft gedood. "Ik heb er niks mee te maken", antwoordde hij maandag op een vraag van de rechter tijdens een vierde voorbereidende zitting in de rechtbank in Alkmaar.
"Het lijkt erop dat er te weinig bewijsmiddelen tegen de andere verdachten zijn om tot vervolging te leiden"
Sumanta Bansi woonde bij B. en zijn gezin in Hoorn. Zij was vanuit Suriname naar Nederland gekomen voor een studie biomedische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Op 18 februari 2018 verdween ze spoorloos. Kort daarvoor had Sumanta aan haar moeder verteld dat ze voor de tweede keer zwanger was van B.
In een afgeluisterd gesprek tussen B. en zijn broer zou hij gezegd hebben: "Ik heb haar gewoon vermoord."
Na haar verdwijning zocht de politie talloze keren naar het lichaam van Sumanta. Ook afgelopen week weer, voorlopig zonder resultaat. Het gebied in Hoorn is inmiddels weer vrijgegeven en er is nog geen nieuwe zoektocht gepland, laat de politie weten. Toch wordt er nog wel gezocht naar menselijke resten, zei de officier van justitie.
Zo worden luchtfoto's onderzocht en vergeleken met oude foto's om te kijken of er verschillen zijn die kunnen wijzen op een plek waar het lichaam van Sumanta begraven zou kunnen zijn. Het is voor de familie heel belangrijk dat zij terug wordt gevonden, volgens de advocaat van de nabestaanden Priya Soekhai.
Aan het einde van de zitting richtte B. zich tot de moeder van Sumanta, die luisterde mee via een telefoonverbinding vanuit Suriname. B. zei het erg te vinden wat de moeder en de familie van Sumanta is overkomen.
Naast Manodj B. zijn er nog drie verdachten in deze zaak: zijn vader, broer en de echtgenote van B. De vraag is of zij nog wel vervolgd zullen worden. "Het lijkt erop dat er te weinig bewijsmiddelen tegen de andere verdachten zijn om tot vervolging te leiden", zei de officier van justitie. Al is een definitief besluit daarover nog niet genomen.
B. is de enige verdachte die nog vastzit in deze zaak. En dat blijft ook zo. De rechtbank wees een verzoek van zijn advocaat, Peter Plasman af. Die wilde dat B. zijn proces in vrijheid kon afwachten. De volgende zitting, ook een voorbereidende, is op 4 januari.
